Bachelor of Science in de bio-ingenieurswetenschappen (milieutechnologie)
Bio-ingenieurs zijn de ingenieurs van de levende materie; ze slaan de unieke brug tussen de kennis van de biologische wereld en de ingenieurswetenschappen. De verschillende wetenschappen worden grondig bestudeerd en met elkaar in verband gebracht. Het biedt een synthese van chemie en biologie, terwijl wiskunde en fysica de stap naar technologie vormen.
Inhoud
Bio-ingenieurs zijn de ingenieurs van de levende materie; ze slaan de unieke brug tussen de kennis van de biologische wereld en de ingenieursvaardigheden. Het ingenieursdiploma heeft alles te maken met de grondigheid waarmee de verschillende wetenschappen bestudeerd worden én met elkaar in verband gebracht worden. De opleiding tot Bio-ingenieur biedt een synthese van chemie en biologie, terwijl wiskunde en fysica de stap naar de technologie vormen. De technologische kennis wordt echter steeds in een maatschappelijk- ethische context geplaatst en niet louter aangewend ter ondersteuning van productieverhoging van biologische processen. Ook de kwaliteit, veiligheid, duurzaamheid en volksgezondheid krijgen steeds meer aandacht. Aanvankelijk was de studie gericht op de landbouw, het bodem-, water-, bos- en natuurbeheer en de scheikunde van de agro- en voedingsindustrie, maar parallel met ontwikkelingen in onderzoek, industrie en maatschappij, werden ook andere studiedomeinen sterk ontwikkeld: de bioprocestechnologie, de milieutechnologie en de cel- en genbiotechnologie. De bio-ingenieur kan de uitdaging aan om op het kruispunt van technologie, biologie en biochemie enerzijds, en van milieu, natuur, landbouw, voeding en gezondheid anderzijds, een cruciale rol te spelen.
Aandachtspunten
Om te kunnen starten met de opleiding moet je hebben deelgenomen aan een ijkingstoets (starttoets).
Voor wie
Ben je geboeid door alles wat er om je heen gebeurt met bodem, lucht, water, dier en plant, en ben je geïnteresseerd in een ingenieursberoep? Wil je die kennis ook vertalen naar concrete toepassingen en oplossingen die in ons dagelijks leven een positieve weerslag kunnen hebben? Dan is de opleiding Bio-ingenieur iets voor jou! De studies in de Bio-ingenieurswetenschappen vereisen aanleg en belangstelling voor exact-wetenschappelijke vakken, zoals chemie, biologie, fysica en wiskunde. Een goede voorbereiding in het secundair onderwijs is dan ook belangrijk. Het slaagpercentage voor het eerste bachelorjaar ligt vrij hoog (59 %) ten opzichte van andere opleidingen. Toch zijn de studies van Bio-ingenieur niet gemakkelijk: het is een ingenieursopleiding, waarin wiskunde en fysica steevast een basisrol spelen. Algemeen kan je stellen dat wie uit een richting komt met zes uur wiskunde, goed zit. Toch zijn daarover geen absolute uitspraken mogelijk. Ook als de klemtoon tijdens je humaniora op wetenschappen lag, heb je alle kansen. Veel hangt af van je motivatie, intelligentie en uiteraard ook het aantal uren studie dat je tijdens het academiejaar aankan.
Structuur
De bacheloropleiding is opgebouwd rond zeven leerlijnen via welke je een aantal competenties leert. In de derde bachelor kies je vervolgens voor een afstudeerrichting. Bij het afstuderen als Bachelor in de bio-ingenieurswetenschappen ben je in staat om:
- wiskundige basistechnieken toe te passen om wiskundige modellen op te stellen en door te rekenen, en om data te analyseren;
- diverse problemen fysisch te beschrijven en technologische oplossingen voor te stellen;
- chemische analyses uit te voeren en de werking van de verschillende (bio)chemische processen die van belang zijn voor de bio-ingenieur te beschrijven;
- de interacties tussen organismen en hun (wijzigende) omgeving te beschrijven op basis van een grondig inzicht in de levende materie (cel, plant, dier, micro-organisme) en het systeem aarde;
- duurzaam en ethisch verantwoord te handelen binnen de maatschappij en haar economische context;
- een probleem procesmatig te beschrijven, dit te vertalen naar een wiskundig model, te implementeren in een programmeertaal en ermee te modelleren;
- op een correcte manier te interageren met collega’s, op een wetenschappelijk verantwoorde manier onderzoek uit te voeren en dit zowel schriftelijk te rapporteren als mondeling toe te lichten.
Master
Na je bacheloropleiding stippel je zelf je studietraject verder uit. Je hebt keuze uit alle masteropleidingen bio-ingenieurswetenschappen. Elke master duurt twee jaar en bevat een pakket stamvakken, specifiek voor de gekozen opleiding. Aan de hand van een groot aanbod keuzevakken, majors, een eventuele (industriële) stage en je masterproef (scriptie) wordt het mogelijk om een studiepad te volgen dat aansluit bij je eigen belangstelling. Of je kan kiezen voor de Master in Bioinformatics: afstudeerrichting Bioscience Engineering. Die opleiding leidt eveneens tot de titel van bio-ingenieur. In deze Engelstalige opleiding word je gevormd in het toepassen, combineren en integreren van bestaande (bio-)informaticatools en technieken voor het oplossen van complexe problemen.
Arbeidsmarkt
Voor wie het bio-ingenieursdiploma behaalt, opent zich een waaier van mogelijkheden om zich professioneel te ontplooien in één van de vele sectoren waar bio-ingenieurs terecht kunnen: de industrie, de overheid, de dienstensector, het onderwijs, het onderzoek, de ontwikkelingssamenwerking en internationale samenwerking. Bio-ingenieurs bouwen voornamelijk een carrière uit in de industrie waarbij de voedingsnijverheid, de farmaceutische, de chemische en de (milieu)technologische sector de belangrijkste afnemers zijn. Steeds meer industrieën maken namelijk gebruik van biologische materialen en processen voor het vervaardigen van hun producten. Hiervoor hebben bio-ingenieurs het ideale profiel. Uit de cijfergegevens blijkt dat veel (gedoctoreerde) bio-ingenieurs als eerste functie in het onderzoek terechtkomen of een technische of adviseursfunctie waarnemen. Verschillende bio-ingenieurs evolueren in de loop van de tijd naar een management- of adviseursfunctie. Bekijk hier waar onze afgestudeerden werken.
Kwaliteitszorg
Mensen die durven denken over de uitdagingen van morgen, daar streven we naar. Daarom is het onderwijs aan onze universiteit stevig verankerd in zes grote onderwijsdoelstellingen: denk breed, blijf onderzoeken, steun talent, bouw mee, verleg grenzen en kies kwaliteit.
De UGent heeft continu aandacht voor kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur. Het UGent-kwaliteitszorgsysteem geeft voor elke opleiding informatie over de troeven van de opleiding, de sterke punten én de werkpunten.
Meer info:
Troeven
- Multiperspectivisme: We richten ons vooral op het verwerven en toepassen van kennis over de “life sciences” en “engineering” (wiskunde, biologie, chemie, fysica, omgevingswetenschappen, modelleren en simuleren, technologie, duurzame ontwikkeling) en op het beheersen van wetenschappelijke methodiek. Deze vormen het fundament waaruit creatieve kenniswerkers moeten ontluiken in de daaropvolgende masteropleidingen.
- Talentontwikkeling: Als student word je opgeleid in een breed gamma van wetenschappelijke disciplines, waarbij enige vorm van specialisatie mogelijk is via de afstudeerrichtingen in de 3de Bachelor ("cel- en genbiotechnologie", "chemie en voedingstechnologie", "bos- en natuurbeheer", "land, water en klimaat", "landbouwkunde" en "milieutechnologie"). Tijdens het eerste jaar wordt extra ondersteuning geboden voor een aantal hoofdvakken en voor algemene studie-aanpak.
- Kenniscreatie: De opleiding hecht veel belang aan een stapsgewijze opbouw van kennis en ingenieursattitudes. Onze studenten worden daarbij voortdurend aangezet tot kritische zelfreflectie. Een afgestudeerde van onze opleiding is een breed-wetenschappelijk geschoolde bachelor die zich verder kan vormen tot bio-ingenieur binnen één van de acht masteropleidingen in de Bio-ingenieurswetenschappen.
- Programma: Het programma kent een logische opbouw, waarbij het kritisch en probleemoplossend denken en handelen, waarvoor een bio-ingenieur garant moet staan, centraal staat. Omdat hiervoor gedegen fundamentele kennis uit diverse kennisdomeinen noodzakelijk is, komen wiskunde, fysica, chemie, biologie en omgevingswetenschappen uitgebreid aan bod, weliswaar met een sterke focus op hun gebruik binnen diverse bio-ingenieurtoepassingen. Via de afstudeerrichtingen in het derde bachelorjaar kan de student zich enigszins specialiseren.
- Integratie theorie en praktijk: Het opleidingsprogramma bestaat uit een groot aantal uren werkcolleges en practica waarin de theoretische kennis uit de hoorcolleges in kleinere groepen wordt ingeoefend. Het kritisch en probleemoplossend denken staat hierbij centraal, de praktische vaardigheden van onze studenten worden getraind en er wordt voldoende aandacht besteed aan technologische en maatschappelijke ontwikkelingen.
Sterke punten
- Uit studentenbevragingen blijkt over het algemeen een hoge tevredenheid omtrent de opleiding.
- De opleiding scoort hoog op wetenschappelijke inzichten en onderzoeksmethoden waardoor de afgestudeerden optimaal worden voorbereid op de doorstroom naar de aansluitende masters.
- De opleiding hecht veel belang aan duurzaamheid door de studenten binnen een specifiek vak te onderrichten omtrent duurzame ontwikkeling en hen daarover te laten reflecteren binnen diverse opleidingsonderdelen.
- Ruimte voor praktijkervaring: Binnen de opleiding wordt veel aandacht besteed aan het verduidelijken van de theoretische concepten onder de vorm van werkcolleges, laboproeven, PC-oefeningen, excursies en bedrijfsbezoeken.
- Toetsing: Onze studenten waarderen dat ze goed geïnformeerd zijn over de vorm en de inhoud van de evaluaties, zodat ze tijdens het studeren duidelijk weten waaraan ze zich kunnen verwachten. Verder is het onderwijzend personeel steeds beschikbaar voor gepersonaliseerde feedback bij examens en taken.
Werkpunten
- Opvolgen van de werkdruk in de Bacheloropleiding: De werkdruk is in de eerste twee bachelorjaren voornamelijk te wijten aan de vele practica en werkcolleges, terwijl in het derde jaar verschillende grote taken aan bod komen waarbij in groep wordt gewerkt. Een continue monitoring en bijsturing van de taakplanning tijdens het semesteroverleg van de lesgeverteams is nodig om de werkdruk niet te groot te laten worden.
- Feedback op permanente evaluatie: Er wordt gewerkt aan een uniform feedback-beleid voor permanente evaluatie bij alle vakken binnen de bacheloropleiding. Deze feedback is gericht op zowel inhoudelijke aspecten als op de manier van wetenschappelijk rapporteren.
Deze opleiding is geaccrediteerd door de NVAO, de accreditatie werd verlengd onder het positief besluit instellingsreview in 2022. De kwaliteit van deze opleiding werd gevalideerd door een kwaliteitstoets in de vorm van een screening door het Onderwijskwaliteitsbureau. Het borgingsbesluit vindt u hier.
Deze informatie werd laatst bijgewerkt op 01/02/2023.
Heb je vragen of suggesties over deze publieke info, neem dan contact op met de opleiding.