Master of Science in de biowetenschappen: land- en tuinbouwkunde (tropische en subtropische landbouw)
De master in de biowetenschappen: land- en tuinbouwkunde (Campus Schoonmeersen - Gent) legt de focus op wetenschap en vernieuwing in de land- en tuinbouw. Denk hierbij aan toepassingen van bio- en technologische wetenschappen in het optimaliseren van plantaardige en/of dierlijke productieprocessen.
Inhoud
De afstudeerrichtingen Tropische en subtropische landbouw sluit aan bij het keuzepakket ‘landbouwkunde’ uit de Bachelor in de biowetenschappen. De masteropleiding kan ook worden gestart na het volgen van een schakelprogramma voor studenten die eerst een professionele bacheloropleiding hebben gevolgd. De masteropleiding is een opleiding tot industrieel ingenieur.
De specialisatie tropische en subtropische landbouw richt zich vooral op een duurzaam beheer van de natuurlijke rijkdommen en voedselvoorziening in de tropische en subtropische landbouwgebieden. Voor je eindwerk verblijf je drie maanden in de tropen, bij voorkeur in een ontwikkelingsland. Tijdens je verblijf in het buitenland werk je aan jouw masterthesis door te participeren in lokaal onderzoek. Je leert de regiospecifieke agro-ecologische omstandigheden kennen en je voert jouw taken uit binnen de lokale socio-culturele gewoonten en leefomstandigheden.
Voor wie
De toelatingsvoorwaarden zijn divers. Afhankelijk van je vooropleiding kun je rechtstreeks instromen of zijn er bijkomende voorwaarden.
Arbeidsmarkt
Zowel bij de overheid als in de bedrijfswereld is de werkgelegenheid in de land- en tuinbouw en de verwante groene sector zeer ruim. Land- en tuinbouwproductie is technologisch sterk geëvolueerd en doet een beroep op heel wat kennis en creativiteit. Er is dus behoefte aan ingenieurs in de toelevering, productie, handel en verwerking, in technisch-commerciële functies, in voorlichting en ontwikkelingssamenwerking en in onderzoek en onderwijs. Ook een zelfstandige carrière als succesvol ondernemer behoort tot de mogelijkheden. Er is ook steeds meer aandacht voor groen en natuur. Zo zijn er op veel plaatsen beheersovereenkomsten, zijn er nieuwe mogelijkheden voor ‘nichelandbouw’ zoals agroforestry en is er aandacht voor de ‘valorisatie’ van natuur. Hierbij zijn masters nodig met een visie, die een brugfunctie kunnen vervullen tussen enerzijds land- en tuinbouw en anderzijds natuur- en landschapsbeheer.
Met het diploma van Master in de biowetenschappen: land- en tuinbouwkunde ben je wel gespecialiseerd maar toch ook voldoende polyvalent om op heel wat terreinen aan de slag te kunnen.
Wat voor job je kan doen als industrieel ingenieur lees je in getuigenissen van onze afgestudeerden.
Kwaliteitszorg
Mensen die durven denken over de uitdagingen van morgen, daar streven we naar. Daarom is het onderwijs aan onze universiteit stevig verankerd in zes grote onderwijsdoelstellingen: denk breed, blijf onderzoeken, steun talent, bouw mee, verleg grenzen en kies kwaliteit.
De UGent heeft continu aandacht voor kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur. Het UGent-kwaliteitszorgsysteem geeft voor elke opleiding informatie over de troeven van de opleiding, de sterke punten én de werkpunten.
Meer info:
Troeven
- Multidisciplinair: De opleiding vormt hooggekwalificeerde ingenieurs die een ruime verscheidenheid van taken en functies aankunnen, vooral binnen de primaire productieketen. Deze keten begint met de ontwikkeling, productie en toelevering van genetisch geoptimaliseerd startmateriaal (zaden, vegetatief vermeerderd plantgoed, jonge dieren, …), productiemiddelen (substraten, meststoffen, veevoer) en investeringsgoederen (machines, serres, stallen). De centrale schakel is de primaire productie: de teelt van planten en dieren.
- Integratie theorie en praktijk: De beschikbare onderzoeks- en experimentele faciliteiten (proefhoeve, in vitro laboratorium, fytopathologische laboratorium…) bieden niet alleen de studenten de mogelijkheid om praktijk- en onderzoekservaring op te doen tijdens de masterproef, ze stimuleren hun probleemoplossend vermogen en leren hen in dynamische teams samen te werken. Als toepassingsgerichte ingenieur zullen ze zich immers profileren als een "vertaler" van concept tot product.
- Multiperspectivisme: De student leert om een bepaald probleem vanuit verschillende standpunten te bekijken en in een ruim perspectief te plaatsen. Daarom worden ook een internationale ervaring en contacten met internationale studenten of lesgevers gestimuleerd. De masterthesis en de stage worden zoveel mogelijk gelinkt met een actueel probleem van een bedrijf of sector, zodat de visie van het werkveld vanzelfsprekend wordt. Deze komt ook aan bod tijdens de bedrijfsbezoeken.
- Talentontwikkeling van studenten: Naast hoorcolleges en practica zorgen projectonderwijs, bedrijfsbezoeken, stages, workshops en andere activerende werkvormen ervoor dat de student zijn/haar talenten kan tonen en verder ontwikkelen.
- Kenniscreatie: Het ruime aanbod van weloverwogen vakken en keuzevakken garandeert een stapsgewijze opbouw van kennis en competenties.
Sterke punten
- Cultuur van permanente kwaliteitszorg: De opleidingscommissie zorgt voor het overleg en informatiedoorstroming tussen facultaire diensten, lesgevers en studenten en bewaakt de kwaliteit en het profiel van de opleiding. Deze commissie komt maandelijks samen waardoor bij eventuele problemen en aandachtspunten snel kan worden ingegrepen.
- Gemotiveerd lesgeversteam: De opleiding wordt gedragen door geëngageerde lesgevers uit verschillende disciplines. Ze combineren hun passie voor onderwijs met gedreven internationaal georiënteerd onderzoek.
- Sterk in studietrajectbegeleiding: Dankzij een goed georganiseerde studietrajectbegeleiding krijgen de studenten persoonlijk advies om via een schakelprogramma of een geïndividualiseerd traject hun studieprogramma ter organiseren.
- Studentenparticipatie: Naast de studentenvertegenwoordiging in de kwaliteitszorgstructuren op het niveau van de opleiding (Opleidingscommissie) en op facultair niveau (Commissie Kwaliteitszorg Onderwijs) organiseren de studenten zelf ook een Participatiecommissie (PACO). Relevante aandachtspunten worden door de studentenvertegenwoordiging op de agenda geplaatst van de opleidingscommissie.
- Grote aanspreekbaarheid: Wij zetten in op een laagdrempelig persoonlijk contact tussen docenten en studenten.
Werkpunten
- Internationalisering: Onvoldoende studenten hebben een internationale studie-ervaring. We willen de studenten hiervoor nog meer stimuleren om ze te doordringen van de globale dimensie van hun toekomstig vakgebied. Om dezelfde reden willen we ook nog meer Erasmusstudenten uitsturen en het samenstellen van lespakketten beter begeleiden. De docenten verrichten onderzoek in een groot aantal internationale samenwerkingsverbanden. De studenten kunnen van deze contacten gebruik maken om een eindwerk of stage te koppelen aan een verblijf in het buitenland.
- Duurzaamheid: Duurzaamheid komt nog niet nadrukkelijk genoeg aan bod. Onlangs is er een nieuw keuzevak opgenomen in het curriculum: Duurzame productiesystemen. Toch moet het aspect duurzaamheid ook in ander vakken expliciet aan bod komen.
- Feedback: Er is soms nog onvoldoende terugkoppeling op papers en rapporten. De opleiding besteedt ruimer aandacht dan vroeger aan de feedback op werkstukken, wat ook impliceert dat er meer afspraken worden gemaakt tussen de lesgevers en studenten over de timing van de opdrachten en wat er precies wordt verwacht.
Deze opleiding is geaccrediteerd door de NVAO, de accreditatie werd verlengd onder het positief besluit instellingsreview in 2022. De kwaliteit van deze opleiding werd gevalideerd door een kwaliteitstoets in de vorm van een peerleerbezoek in 2017. Screening van de monitor door het Onderwijskwaliteitsbureau van de Universiteit Gent staat gepland in de periode 2021 – 2024.
Deze informatie werd laatst bijgewerkt op 01/02/2023.
Heb je vragen of suggesties over deze publieke info, neem dan contact op met de opleiding.