Bachelor of Science in de industriële wetenschappen (elektromechanica)
Deze opleiding tot industrieel ingenieur is verbonden aan de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur. De opleiding industriële wetenschappen: elektromechanica spitst zich toe op machinebouw in de breedste zin van het woord. Alle aspecten die belangrijk zijn bij de bouw of het ontwerp komen aan bod.
Het eerste jaar is volledig gemeenschappelijk voor alle bachelors in de industriële wetenschappen van de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur, met uitzondering van de opleiding industrieel ontwerpen.
Inhoud
De impact van wetenschap en technologie op onze maatschappij is vandaag groter dan ooit. Gesofisticeerde machines nemen moeilijke of gevaarlijke taken over, de geneeskunde evolueert zeer snel, nieuwe technieken zorgen voor een vermindering van onze afvalberg, … Ingenieurs spelen hierbij een cruciale rol. Ze bedenken oplossingen voor bestaande problemen en ontwikkelen nieuwe producten en technologieën. Kortom, ze bouwen aan een betere en duurzame toekomst voor iedereen.
In de opleidingen bachelor en master of science in de industriële wetenschappen (industrieel ingenieur) verwerf je via basisvakken veeleer toepassingsgerichte kennis. Je gebruikt die kennis vervolgens om bestaande ontwerpen en systemen te verbeteren en nieuwe concepten in het werkveld toe te passen. Typerend voor de opleiding zijn dan ook de talrijke oefeningen en practica in de laboratoria en de veelvuldige contacten met het werkveld, via projecten en stages.
Elektriciteit (met elektronica) en mechanica zijn de twee belangrijkste pijlers van de bachelor opleiding elektromechanica. Na het behalen van deze bachelor kan je doorstromen naar een master elektromechanica of een master elektrotechniek (afstudeerrichting elektrotechniek en afstudeerrichting automatisering). De opleiding elektromechanica spitst zich toe op machinebouw in de breedste zin van het woord. Alle aspecten die belangrijk zijn bij het ontwerp en de bouw van moderne machines worden systematisch aangebracht. Specifieke domeinen zoals mechanisch design, productie, constructie, elektrotechniek, aandrijf- en automatiseringstechnieken worden zowel op een theoretische als sterk toepassingsgerichte wijze uitgediept.
De opleiding is gericht op innoverend, probleemoplossend en toepassingsgericht denken en werken, veeleer dan de gekende technologie gebruiken en/of uitvoeren. Hierbij houden we rekening met de economische en ecologische realiteit. De master elektrotechniek heeft twee afstudeerrichtingen: elektrotechniek en automatisering.
De afstudeerrichting elektrotechniek bestudeert het beheersen van elektrische energie en hernieuwbare energiebronnen, evenals de productie en transport van energie. Er is ook aandacht voor elektrische motoren, generatoren en vermogenselektronica die voorkomen in industriële elektrische aandrijvingen, windturbines en elektrische voertuigen.
Automatisering is de samenhang tussen een goed uitgebouwde technologie én de software die instaat voor de besturing ervan. De opleiding richt zich vooral op productieautomatisering en procesbeheersing.
Aandachtspunten
Om te kunnen starten met de opleiding moet je hebben deelgenomen aan een starttoets (verplichte ijkingstoets).
Voor wie
Het spreekt voor zich dat een uitgesproken interesse voor wiskunde, wetenschappen en techniek onontbeerlijk is voor al wie een ingenieursstudie wil aanvatten. Daarnaast zijn motivatie, doorzettingsvermogen en creativiteit belangrijke troeven. Wie in het secundair onderwijs de opleiding industriële wetenschappen volgde of uit een sterke wiskundige of wetenschappelijke richting komt, heeft een goeie voorbereiding. Elke toekomstige student kan zijn/haar voorkennis meten met de zelftest en de ijkingstoets. Tijdens de eerste 3 semesters van je opleiding diepen we de wiskunde-onderwerpen uit het secundair onderwijs verder uit en brengen nieuwe onderwerpen aan. Maar ook voor de meeste andere opleidingsonderdelen heb je een degelijke basiskennis wiskunde nodig. Een voorkennis van opleidingsonderdelen zoals mechanica, elektriciteit en chemie is mooi meegenomen, maar niet strikt noodzakelijk.
Structuur
De opleiding tot industrieel ingenieur duurt vier jaar: drie bachelor jaren en één master jaar. De inhoud van de bachelor- (en master)opleiding is opgebouwd rond vijf leerlijnen: wiskunde en wetenschappen, technologie, engineering, project en onderzoek, communicatie en bedrijfsmanagement. Wiskunde en wetenschappen komen in de eerste twee jaren aan bod en vormen de basis van de opleiding. De andere leerlijnen lopen door alle opleidingsjaren en nemen jaar na jaar toe in diepgang en complexiteit. Via keuzevakken kan je bovendien persoonlijke accenten leggen in je opleiding.
Het eerste jaar is volledig gemeenschappelijk voor alle opleidingen (bachelor of science in de industriële wetenschappen). Je maakt hierin kennis met alle ingenieursdomeinen, wat je in staat stelt om met collega’s uit andere disciplines te communiceren. Dat onderscheidt een ingenieur van een professionele bachelor of een zuivere wetenschapper. In het tweede jaar maak je een keuze: bouwkunde, chemie, elektromechanica, elektronica-ICT of informatica. Je specialiseert je dan verder in het door jouw gekozen domein. De theorie wordt aanschouwelijk gemaakt via oefeningen en in laboratoria, waar je de opgedane kennis aan de praktijk kunt toetsen. Een industrieel ingenieur stopt immers niet bij de theorie en de concepten; hij is pas tevreden als zijn toepassing echt werkt. Daarnaast staan ook projecten en/of stages (al dan niet in het buitenland) op het programma. Zo maak je al tijdens je studies kennis met het ingenieursberoep.
Arbeidsmarkt
Elektromechanica
Met je diploma kan je dan ook aan de slag in heel veel sectoren en bedrijven. Je neemt de leiding in productie, design, management, onderhoud of commerciële diensten. Je vindt bijvoorbeeld werk als: ontwerpingenieur, ingenieur werkvoorbereiding, systeemingenieur, productie-ingenieur, onderhoudsingenieur, kwaliteitsingenieur, technisch-commercieel medewerker, organisator van trainingen en opleidingen.
Elektrotechniek
Elektrotechniek
De opleiding tot industrieel ingenieur elektrotechniek spitst zich toe op alles wat met energie te maken heeft. Werk is dan ook voornamelijk te vinden in volgende takken van de industrie: elektrische en elektronische nijverheid, verlichting, verwarming, koeltechniek, energieproductie en –distributie. Ook een job bij de lucht- en ruimtevaart of spoorwegmaatschappijen is mogelijk.
Automatisering
De opleiding automatisering richt zich vooral op productieautomatisering en procesbeheersing. Met deze specialisatie kan je in heel uiteenlopende sectoren aan de slag: elektrische en elektronische nijverheden, computer- en informatie verwerkende bedrijven, metaalverwerkende en mechanische nijverheid, chemische industrie, energieproductie en -distributie, lucht- en ruimtevaart, scheepvaart, spoorwegmaatschappijen, controleorganen, openbare diensten, parastatalen en banken.
Op ikbenindustrieelingenieur.be vind je interessante getuigenissen.
Kwaliteitszorg
Mensen die durven denken over de uitdagingen van morgen, daar streven we naar. Daarom is het onderwijs aan onze universiteit stevig verankerd in zes grote onderwijsdoelstellingen: denk breed, blijf onderzoeken, steun talent, bouw mee, verleg grenzen en kies kwaliteit.
De UGent heeft continu aandacht voor kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur. Het UGent-kwaliteitszorgsysteem geeft voor elke opleiding informatie over de troeven van de opleiding, de sterke punten én de werkpunten.
Meer info:
Troeven
-
Multiperspectivisme: De opleiding leidt studenten op tot ingenieurs met zowel technische als wetenschappelijke kennis, zowel theoretische als praktische vaardigheden en attitudes, met een brede polyvalente basis (1ste en 2de bachelor) en een duidelijke specialisatie (3de bachelor en master).
- Profilering: De opleiding richt zich in het 3de bachelorjaar en masterjaar op specifieke speerpunten, die onderbouwd zijn door onderzoek op de campussen en door jarenlange samenwerking met de industrie.
- Talentontwikkeling: De opleiding versterkt de kennis van de studenten in specifieke technisch-wetenschappelijke materie, en bouwt tegelijkertijd ook aan de broodnodige generieke vaardigheden voor de toekomstige ingenieur, zoals communicatie en projectmanagement. Daarnaast komen ook economische, duurzaamheids- en veiligheidsaspecten aan bod bij projecten.
- Integratie theorie en praktijk: Het opleidingsprogramma bestaat uit een groot aantal uren werkcolleges en practica waarin de theoretische kennis uit de hoorcolleges wordt ingeoefend.
Sterke punten
- Programma: De opleiding heeft recent een grondige programmahervorming doorgevoerd waarbij duidelijke leerlijnen zijn gedefinieerd die stap voor stap opgebouwd worden;
- Gemotiveerd lesgeversteam: De opleiding wordt gedragen door geëngageerde lesgevers, die zeer aanspreekbaar zijn.
- Verwevenheid onderwijs, onderzoek en industrie: De opleiding beschikt op campus Ardoyen over een aantal state-of-the-art laboratoria waar industriële partners, lesgevers en studenten nauw samenwerken, zodat kennis en expertise optimaal uitgewisseld worden.
- Aanbod keuzevakken: De opleiding voorziet een groot aanbod aan keuzevakken, zodat de student zich in zijn/haar eigen interessegebied kan specialiseren.
- Betrokkenheid stakeholders: Het werkveld wordt betrokken via de industriële adviesgroep; de individuele lesgevers onderhouden nauwe contacten met de bedrijfswereld. De opleidingscommissie zorgt voor een open communicatie met haar lesgevers en studentenvertegenwoordigers. Via de studentenvertegenwoordigers houdt de opleiding voeling met wat leeft in de studentengroep en kan ze bijsturingen doen waar nodig.
Werkpunten
- Kwaliteitscultuur: De borging en het uitdragen van de kwaliteitszorg dient gedragen te worden door de volledige opleiding en is geïntegreerd in de werking van de opleidingscommissie. De kwaliteitscyclus die door de UGent werd opgesteld, inclusief de opleidingsfeedback als graadmeter, gelden hierbij als leidraad en leiden ook tot de concretisering van actiepunten in een jaarlijks verbeterplan;
- Internationalisering: Zowel docenten- als studentenmobiliteit worden nog niet optimaal aangewend. De mogelijkheden voor een internationaal semester zijn op dit ogenblik eerder beperkt. Er wordt naar gestreefd om verschillende mogelijkheden tot internationalisering@home in het curriculum te integreren;
- Studentenparticipatie: De opleiding biedt voldoende mogelijkheden aan de studenten om bekommernissen te uiten en de kwaliteit van de opleiding voortdurend te optimaliseren. Het is daarnaast ook belangrijk dat de opleidingsverantwoordelijken samen met haar studentenvertegenwoordigers de gehele studentengroep op de hoogte houdt van belangrijke beslissingen met betrekking tot de opleiding en haar kwaliteitsborging;
- Internationale inhoudelijke toetsing: De opleiding wil haar externe blik verruimen door in overleg te gaan met vergelijkbare (internationale) opleidingen. Het betrekken van een bredere groep externen uit binnen- en buitenland bij het vormgeven en organiseren van het opleidingsprogramma kan de opleiding enkel ten goede komen. De opleiding steunt daarbij op de talrijke internationale contacten van de lesgevers;
- Toetsing: Heldere informatie over de vorm en de inhoud van de evaluaties is van groot belang zodat studenten tijdens het studeren duidelijk weten wat van hen verwacht wordt. Daarnaast dient er eveneens voldoende feedback aangereikt te worden bij zowel de tussentijdse als de eindevaluaties.
Deze opleiding is geaccrediteerd door de NVAO, de accreditatie werd verlengd onder het positief besluit instellingsreview in 2022. De kwaliteit van deze opleiding werd gevalideerd door een kwaliteitstoets in de vorm van een screening door het Onderwijskwaliteitsbureau. Het borgingsbesluit vindt u hier en hier.
Deze informatie werd het laatst bijgewerkt op 14/02/2023.
Heb je vragen of suggesties over deze publieke info, neem dan contact op met de opleiding.