Master of Science in de bio-ingenieurswetenschappen: bos- en natuurbeheer
Er is een toenemende interesse om het bestaande bos- en natuurpatrimonium veilig te stellen en nieuwe gebieden te verwerven. Dat vergt tegelijk een toenemende expertise in het duurzaam beheren van de gebieden. De opleiding is gericht op de vorming van academische ingenieurs die een bijdrage kunnen leveren tot het duurzame gebruik en geïntegreerde beheer van bos en natuur.
Inhoud
Biodiverse en goed functionerende terrestrische ecosystemen waarborgen, is essentieel. Ze zijn niet enkel waardevol als leefgebieden voor complexe levensgemeenschappen, maar leveren ook tal van producten en diensten aan mens en maatschappij. Deze ecosystemen en het natuurlijke kapitaal dat ze bieden, staan echter onder stevige druk in de snel veranderende wereld. Het is niet voor niets dat de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de VN (SDGs) de zorg voor omgeving als één van de drie leidende dimensies voor een duurzame toekomst definieert. De bescherming, herstel en toekomstgericht beheer van bossen, natuurgebieden en het landschap dat ze samen vormen, staan hierin centraal. Ecosystemen staan niet alleen onder druk van milieuveranderingen, ze vormen tegelijk belangrijke natuurlijke oplossingen voor deze veranderingen. Zo kan biodiversiteitsbehoud meeliften met het versterken van bos en natuurgebieden als strategie voor klimaatmitigatie- en adaptatie. Dit werd bijvoorbeeld recent zo verankerd in de Europese Green Deal. Deze complexe vraagstukken vragen een doorgedreven expertise. In deze masteropleiding leiden we ruim inzetbare professionals op in het brede domein van bos- en natuurbeheer. We introduceren nieuwe technologieën om de complexe structuur en functioneren van ecosystemen in kaart te brengen, van individuele groeiring of boom tot grootschalige vegetatiepatronen in landschappen. Hiervoor moeten we beeldvorming in het labo, laser scanning in het veld en sensoren op vliegtuigen en satellieten leren combineren met ruimtelijke analysetechnieken. Met deze toolbox onder de arm kunnen we dan de ecologische impact van complexe milieuveranderingen zoals wijzigingen in landgebruik en klimaat bestuderen en begrijpen, met onder andere aandacht voor de productiviteit, de biodiversiteit, en het functioneren van bos en natuur. Vegetatiemodellen laten verder toe voorspellingen te maken en scenario’s voor de toekomst door te rekenen. Finaal leren we de kennis en inzichten te vertalen naar onderbouwde oplossingen voor complexe beheer- en beleidsvraagstukken. Concreet gaat dit bijvoorbeeld over thema’s zoals het duurzaam beheren van bossen, inschatten van houtkwaliteit en ontwikkelen van innovatieve houtbehandelingen, ecologisch herstellen van gedegradeerde ecosystemen, beperken van risico’s bij rampen via klimaatadaptatie, en kwantificeren van koolstofopslag in vegetatie.
Voor wie
De toelatingsvoorwaarden zijn divers. Afhankelijk van je vooropleiding kun je rechtstreeks instromen of zijn er bijkomende voorwaarden.
Structuur
In deze opleiding richten we ons eerst en vooral op verdieping van kennis en inzicht rond het duurzaam beheer van bos, natuur en landschap. Dit doen we in drie thematische pijlers: natuurbeheer, bosbeheer, en de productie en verwerking van hout. De pijlers volgen elk een logische en coherente structuur, die verder bouwt op de Bacheloropleiding. De fundamenten worden gelegd in opleidingsonderdelen zoals bosbouw, natuurbehoud en anatomie & identificatie van houtsoorten. Hier wordt doorgrond hoe biologische systemen functioneren en hoe ze reageren op veranderingen in het milieu of worden beïnvloed door beheer.
Naast deze verdieping in afgebakende thema’s vergt bos- en natuurbeheer een breed en geïntegreerd perspectief. Verschillende inventarisatietechnieken, beleids- en planningsprocessen, en ecologische modellen zijn niet uniek aan één afgebakend domein. De opleidingsonderdelen die op deze aspecten ingaan, gaan daarom in de breedte en overspannen de drie thematische pijlers van de opleiding. Als concreet voorbeeld kan de potentie voor koolstofopslag worden geduid. De koolstofopslagcapaciteit kan ingeschat worden op basis van primaire productie door inventarisatie van vegetatie in bossen en natuurgebieden. Door opschaling naar landschappen en aspecten van modellering en beheerplanning en houtgebruik worden diverse aspecten geïntegreerd.
Finaal leren we deze kennis en inzichten toepassen om ze te kunnen vertalen naar onderbouwde oplossingen voor complexe beheer- en beleidsvraagstukken. Ook communicatievaardigheden staan hierin centraal. Hiervoor werken we binnen geïntegreerde practicum ecosysteembeheer en bosbeheer aan ervaringsgericht werken via excursies in binnen- en buitenland en veldwerk rond concrete projecten en casussen. Meetgegevens en andere bronnen van informatie vormen hierbij de basis om onderbouwde beheer- en herstelmaatregelen uit te werken en communiceren, onder meer binnen een concrete beleidscontext.
De faculteit Bio-ingenieurswetenschappen is zeer internationaal gericht. Je komt hoe dan ook in contact met studenten en culturen uit de hele wereld. Tijdens de opleiding trekken we voor de Geïntegreerde practicum naar interessante gebieden buiten België. Bovendien kan je op diverse manieren een buitenlandse ervaring opdoen, bijvoorbeeld door via de masteropleiding deel te nemen aan een uitwisselingsprogramma. Een stage in het buitenland is natuurlijk ook mogelijk. Daarnaast kun je ook in het kader van je masterproef voor een periode naar het buitenland. Voor de opleidingsspecifieke informatie kun je terecht op www.ugent.be/bw/nl/voor-studenten/buitenland.
Arbeidsmarkt
Toepassingsmogelijkheden en beroepsprofielen situeren zich in het wetenschappelijk onderzoek, in industriële functies, bij studiebureaus, ngo’s en overheidsinstellingen. Maar ook een loopbaan in de (sub)tropen is mogelijk via thematisch sterk verwante internationale organisaties en ngo’s.
Bekijk hier waar onze afgestudeerden werken. De alumni hebben heel veel verschillende profielen zoals ‘Product Development and Innovation Manager’ bij Unilin, ‘International Programs Manager’ bij WWF, Projectmanager en regiocoördinator bij Prospect, Bosgroepcoördinator, Bedrijfsleider bij Sylva boomkwekerijen, Projectmedewerker bij BOS+ en Natuurpunt, Projectleider houtafwerking bij WOOD.BE, Wetenschappelijk Directeur bij Avia-GIS, Wetenschappelijk medewerker bij KMMA, Manager projectrealisatie bij VLM, of Beleidsmedewerker bij de groendienst Stad Gent.
Kwaliteitszorg
Mensen die durven denken over de uitdagingen van morgen, daar streven we naar. Daarom is het onderwijs aan onze universiteit stevig verankerd in zes grote onderwijsdoelstellingen: denk breed, blijf onderzoeken, steun talent, bouw mee, verleg grenzen en kies kwaliteit.
De UGent heeft continu aandacht voor kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur. Het UGent-kwaliteitszorgsysteem geeft voor elke opleiding informatie over de troeven van de opleiding, de sterke punten én de werkpunten.
Meer info:
Troeven
- Multiperspectivisme: De opleiding streeft expliciet de combinatie van een brede wetenschappelijke kennis in de verschillende domeinen van het bos- en natuurbeheer met ingenieurstechnische vaardigheden en attitudes na. Het doel van de opleiding is dat afgestudeerden kunnen functioneren op hoog niveau binnen een Vlaamse, Belgische en internationale omgeving. Deze academische vorming, welke beheer en beleid combineert, kan ook nuttig aangewend worden in landen uit de (sub‐)tropen waar een stijgende behoefte bestaat om een degelijk beheer te voeren van (half‐)natuurlijke ecosystemen in functie van een duurzamer menselijk handelen.
- Talentontwikkeling: De opleiding streeft naar ingenieurs die oplossingsgericht werken en beslissingen nemen op basis van een technisch-wetenschappelijk dossier. Het oplossingsgericht werken is een extra troef van deze opleiding ten opzichte van de aanleunende ‘life sciences’ opleidingen. Afgestudeerden zijn in staat om verantwoordelijke functies op te nemen en doen hiervoor een beroep op wat de gedifferentieerde opleiding hen heeft meegegeven.
- Kenniscreatie: De opleiding maakt gebruik van het universitaire onderwijsconcept ‘Creatieve Kennisontwikkeling’, dat zich tot doel stelt studenten op te leiden tot creatieve kenniswerkers. Het onderwijs wordt ondersteund door drie onderzoeksgroepen die in hoofdzaak focussen op de diverse thema’s die behandeld worden in de master. Deze groepen hebben bovendien een groot internationaal netwerk wat toelaat de internationale ontwikkelingen op het gebied van onderwijs in het domein op te volgen.
- Programma: Het programma is gebalanceerd en er is voorzien in een ruim aanbod aan seminaries en binnen‐ en (vrijwillige) buitenlandse excursies. De opleiding is uniek in Vlaanderen en moeilijk te vergelijken met buitenlandse opleidingen, aangezien gelijkaardige opleidingen waarbij life sciences en engineering worden gecombineerd weinig voorkomen.
- Integratie theorie en praktijk: De onderwijsactiviteiten vinden voornamelijk plaats op de campus Coupure van de UGent (te Gent). Bovendien beschikt de opleiding over het Aelmoeseneiebos als proefbos, alsook over een proefopstelling (marteloscoop) in provinciaal domein ‘Het Leen’.
Sterke punten
- Gemotiveerd lesgeversteam: Het programma en expertise van het onderwijzend personeel laat toe om zowel te focussen op de gematigde streken als op de tropen. De lesgevers uit de verschillende onderzoeksgroepen hebben sterke internationale netwerken waarbij ze vaak gastsprekers aantrekken om seminaries te verzorgen.
- Ruimte voor praktijkervaring: Naast de algemene onderwijsfaciliteiten maken lesgevers en studenten ook gebruik maken van een aantal specifieke onderwijsruimtes, met name: (1) de ‘openluchtklas’ Aelmoeseneiebos: het 30 ha grote proefbos van de UGent met bijhorend arboretum waar o.a. lessen en oefeningen voor de vakken Bosbouw en Inventarisatie van bos en natuur worden gegeven; (2) een xylotheek op de campus Coupure waar de studenten kunnen kennismaken met de belangrijkste houtsoorten; (3) een marteloscoop (i.e. een in detail opgemeten bosopstand waarin geavanceerde dunningsoefeningen kunnen uitgevoerd worden) die door het Labo Bos & Natuur aangelegd werd in het provinciaal Domein ‘Het Leen’ te Eeklo en (4) een eigen pc‐lokaal waar o.a. de oefeningen voor de vakken Inventarisatie van bos en natuur en Planning voor bos‐ en natuurbeheer worden gegeven.
- Toetsing: Alle competenties worden niet enkel nagestreefd maar ook meerdere malen getoetst. Momenteel wordt reeds een belangrijk deel van het toetsbeleid in de praktijk gebracht. De opleiding gebruikt een variatie in evaluatievormen van opleidingsspecifieke competenties. De opleiding wordt positief geëvalueerd door studenten en de meerderheid van de studenten behalen het masterdiploma in 2 jaar.
- Aanspreekbaarheid: De opleiding wordt ondersteund door een relatief groot team aan specifiek onderwijzend personeel wat mogelijk maakt om op een heel directe manier te interageren met de studenten. Dit biedt eveneens mogelijkheden om interactieve onderwijsvormen te gebruiken en om te zorgen voor goede feedback.
Werkpunten
- Taakbelasting studenten optimaliseren: Verschillende opleidingsonderdelen voorzien in extra werkstukken (o.a. presentaties, verslagen), die beoordeeld worden als onderdeel van de evaluatie. De taakbelasting van de studenten moet verder geoptimaliseerd worden. De opleiding inventariseert op continue basis de diverse werkstukken zodat er een onderlinge afstemming kan gebeuren tussen de opleidingsonderdelen (timing, verwachte competenties) en met de leerlijn wetenschappelijk communiceren. Deze taakbelasting wordt ook gecommuniceerd naar de student toe.
- Geïntegreerde aanpak uitbreiden: Geïntegreerde practica laten leerinhouden van verschillende voorgaande opleidingsonderdelen samenkomen vanuit het perspectief van ervaringsgericht werken. Deze aanpak zal in de toekomst verder uitgebreid worden voor Natuurbeheer, naar analogie met het bestaande Geïntegreerd Bosbouwpracticum.
- Versterken van de link met het werkveld: Het contact met het opleidingsspecifieke werkveld wordt aangescherpt. Enerzijds wordt het werkveld uitgenodigd om vanuit hun ervaring en expertise de opleiding te beoordelen, en anderzijds worden de studenten ingelicht over de mogelijkheden in het werkveld aan de hand van geactualiseerde trajecten van oud-studenten actief in het werkveld. Op basis van deze input wordt aandacht besteed aan het aanbod en de roostering van keuze-opleidingsonderdelen.
Deze opleiding is geaccrediteerd door de NVAO, de accreditatie werd verlengd onder het positief besluit instellingsreview in 2022. De kwaliteit van deze opleiding werd gevalideerd door een kwaliteitstoets in de vorm van een screening door het Onderwijskwaliteitsbureau. Het borgingsbesluit vindt u hier.
Deze informatie werd laatst bijgewerkt op 19/12/2023.
Heb je vragen of suggesties over deze publieke info, neem dan contact op met de opleiding.