Bachelor of Science in de ingenieurswetenschappen (chemische technologie en materiaalkunde)
Een burgerlijk ingenieur is de persoon bij uitstek die wetenschappelijke kennis vertaalt naar concreet technische toepassingen. De opleiding bereidt mensen voor op vernieuwend, probleemvoorkomend en probleemoplossend denken.
Het eerste jaar is volledig gemeenschappelijk voor alle bachelors in de ingenieurswetenschappen van de faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur (behalve de opleiding burgelijk ingenieur-architect).
Inhoud
De Master in de ingenieurswetenschappen, de burgerlijk ingenieur dus, is de persoon bij uitstek die wetenschappelijke kennis vertaalt naar concrete technische toepassingen: bruggen en wegen, informatie- en communicatietechnologie (ICT), motoren, energievoorziening, computers, installaties in de chemische nijverheid, waterzuivering, medische technologie, nieuwe materialen, hardware en software ... De opleiding bereidt mensen voor op vernieuwend, probleemvoorkomend en probleemoplossend denken, en dit vanuit een degelijk wetenschappelijk kader. Ze biedt een unieke combinatie tussen een grondige wetenschappelijke vorming en een hoogstaande technologische vorming, waarbij de wetenschappen altijd in het teken staan van de industriële realiteit. Als burgerlijk ingenieur zul je niet enkel blijven stilstaan bij ‘hoe’ iets functioneert, je wilt ook ingaan op het diepere ‘waarom’ ervan en je speelt daarom een cruciale rol in allerlei takken van de industrie.
Aandachtspunten
Om te kunnen inschrijven voor deze opleiding moet je deelgenomen hebben aan een starttoets (verplichte ijkingstoets).
Voor wie
Om te starten met de opleiding burgerlijk ingenieur ben je bij voorkeur sterk geïnteresseerd in wiskunde en wetenschappen. Je hebt in het secundair onderwijs liefst een richting gevolgd met minstens 6 uur wiskunde in de laatste jaren. De technologische aspecten van industriële toepassingen boeien je mateloos, een avontuurlijk plan of wild idee schrikt je niet af en je wil het ‘hoe’ maar ook het ‘waarom’ bestuderen van systemen, machines en installaties. Je bent bereid om de wiskunde en de basiswetenschappen met enthousiasme en werklust grondig aan te pakken. Bovendien kom je na je studies vaak in leidinggevende posities terecht. Daarom is het aardig meegenomen als je ook over de nodige communicatie- en sociale vaardigheden beschikt.
Structuur
- Bachelor
In het eerste jaar ligt de nadruk ligt vooral op een stevige basisvorming in wiskunde en wetenschappen. Deze vakken worden o.m. aangevuld met een projectvak en een maatschappelijk vak. Het vak Basiswiskunde frist de wiskunde uit het secundair onderwijs op, zodat je optimaal voorbereid bent op de rest van de opleiding. In het projectvak Modelleren, maken en meten ga je in groepjes aan de slag als een echte ingenieur. Je kan kiezen uit één van de vele voorgestelde projecten. Bv. programmeer een app, bouw een sluis, produceer biodiesel, organiseer een productielijn, maak een robot, en zo veel meer. Het maatschappelijk vak Duurzaamheid, ondernemerschap en ethiek omvat eerst zes weken les. Daarna pas je de verworven kennis toe op een concreet projectonderwerp tijdens de zogenaamde DOE-week. Die week is volledig gewijd aan dit vak. Zo krijg je de basis om je ingenieursvaardigheden op een ethisch verantwoorde manier en in een brede maatschappelijke context succesvol toe te passen. Vanaf het tweede jaar maak je een keuze uit één van de zeven afstudeerrichtingen: biomedische ingenieurstechnieken, bouwkunde, chemische technologie en materiaalkunde, computerwetenschappen, elektrotechniek, toegepaste natuurkunde (een unieke opleiding in Vlaanderen) of werktuigkunde-elektrotechniek. Wiskunde en wetenschappen worden dan aangevuld met meer technische vakken: algemene ingenieursvakken en specialisatievakken in het gekozen vakdomein (je afstudeerrichting). Maatschappelijk vormende vakken en de projectlijn blijven doorheen de opleiding behouden. Zo stimuleren we je creativiteit, communicatievaardigheden, ontwerpvaardigheden en zelfwerkzaamheid.
- Master
In de tweejarige masteropleiding zal je je kennis verbreden én je verder specialiseren in je vakgebied. Er zijn nog een aantal verplichte vakken, maar je kan ook kiezen uit een uitgebreid pakket aan keuzevakken, waaronder een stage, in binnen- of buitenland. De opleiding legt enerzijds de klemtoon op geavanceerde industriële toepassingen en technieken en anderzijds op de creatie van nieuwe kennis (innovatie). Die combinatie is een typisch kenmerk van de opleiding. De masteropleidingen zijn Engelstalig. Op die manier wordt je voorbereid op het internationale aspect van het ingenieursberoep. Je leert bv. het Engelstalig vakjargon kennen en komt in contact met internationale studenten. Er bestaat ook nog een Nederlandstalig alternatief.
Arbeidsmarkt
De opleiding tot Master in de ingenieurswetenschappen waarborgt tewerkstelling in een zeer breed terrein, wat aanpassingsvermogen aan snel wisselende beroepssituaties veronderstelt. Het valt op dat de gekozen specialisatierichting niet noodzakelijk bepalend is voor het latere beroep. Heel wat jobaanbiedingen richten zich niet op één bepaalde specialisatie, maar zijn eerder functieomschrijvingen waarvoor bedrijven of instellingen de meest geschikte kandidaat zoeken.
De meeste burgerlijk ingenieurs komen in de bedrijfswereld terecht. Een andere belangrijke werkgever is de overheid. Ook in de onderwijssector is een aanzienlijk aantal burgerlijk ingenieurs tewerkgesteld. Het gaat hier dan vooral om het hoger onderwijs buiten de universiteit en om de universiteit zelf. Ook de studiebureaus trekken heel wat burgerlijk ingenieurs aan. Studiebureaus zijn teams van ingenieurs die hun diensten ter beschikking stellen voor welbepaalde onderzoeksopdrachten: berekeningen, analyses, ontwerpen, adviezen …
De informaticawereld doet een beroep op burgerlijk ingenieurs bij de keuze van hardware, uitbouw van netwerken, het ontwikkelen van software op maat en dergelijke. Ten slotte stelt ook de dienstensector (banken, verzekeringen ...) steeds meer burgerlijk ingenieurs tewerk, zowel voor de informatisering als de technische organisatie van de administratie.
In deze filmpjes laten we alumni zelf aan het woord. Ook op www.durfdenken.be vind je interessante getuigenissen van oud-studenten.
Kwaliteitszorg
Mensen die durven denken over de uitdagingen van morgen, daar streven we naar. Daarom is het onderwijs aan onze universiteit stevig verankerd in zes grote onderwijsdoelstellingen: denk breed, blijf onderzoeken, steun talent, bouw mee, verleg grenzen en kies kwaliteit.
De UGent heeft continu aandacht voor kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur. Het UGent-kwaliteitszorgsysteem geeft voor elke opleiding informatie over de troeven van de opleiding, de sterke punten én de werkpunten.
Meer info:
Troeven
- Programma: een breed scala aan mogelijkheden om kennis en/of vaardigheden op te bouwen in verschillende vakgebieden naargelang de interesses en noden van de student.
- Goede contacten met industrie: bedrijfsbezoeken, professoren met een industriële achtergrond, bedrijfsproject en masterproeven.
- Goed uitgeruste infrastructuur: een variëteit aan labo’s op bench en pilot schaal voor stoomkraken, katalyse, polymeren en analysetechnieken en een sterke computerinfrastructuur (zowel eigen als toegang tot supercomputer).
- Multidisciplinariteit: rond een kern gedragen door professoren uit de vakgroep MaTCh, is er een inbreng van expertise uit andere vakgebieden door professoren uit andere vakgroepen.
- Eindcompetenties: sterke fundamentele wiskundige en wetenschappelijke basis om probleemoplossend te denken, waardoor de studenten in zowel de industrie als onderzoeksinstituten zeer gegeerd zijn.
Sterke punten
- Toetsing: De studenten waarderen dat ze goed geïnformeerd zijn over de vorm en de inhoud van de evaluaties zodat ze tijdens het studeren duidelijk weten waaraan ze zich kunnen verwachten.
- Vakexperten: lessen worden gegeven door internationaal gerenommeerde professoren in hun respectievelijk vakgebied.
- Interactie studenten-lesgevers: connectie met studenten door vertegenwoordiging van studentenvereniging MaChT in de opleidingscommissie, wat zorgt voor extra contactmogelijkheden tussen studenten en de personen die de opleiding schragen. Dit zorgt voor een initiële, snellere feedback bovenop de formele onderwijsevaluaties.
- Masterproefbegeleiding: elke masterproef student krijgt alle nodige experimentele en computationele infrastructuur ter beschikking en een persoonlijke begeleider die specialist is in dit onderwerp.
- Ruimte voor projectwerk en praktijkervaring: in de opleiding wordt er afgewisseld tussen hoorcolleges, projectwerk, oefeningenlessen en labowerk.
Werkpunten
- Internationalisering: zichtbaarheid verhogen voor potentiële buitenlandse studenten voor het Engelstalige master programma, verdere optimalisatie van de procedure voor inkomende en uitgaande studenten.
- Continuïteit van praktijkgerichte cursussen: Een punt van aandacht zijn de praktijkgerichte cursussen die gegeven worden door professoren met hoofdactiviteit in de industrie, met maximale aanstellingen voor drie jaar.
- Balans tussen industrie en onderzoek: de balans behouden tussen uitbreiding van industriële praktijkgerichte onderwerpen (bv. meer aandacht voor procesveiligheid en -ontwerp) en onderzoekstechnieken die noodzakelijk zijn voor een academische carrière.
Deze opleiding is geaccrediteerd door de NVAO, de accreditatie werd verlengd onder het positief besluit instellingsreview in 2022. De kwaliteit van deze opleiding werd gevalideerd door een kwaliteitstoets in de vorm van een screening door het Onderwijskwaliteitsbureau. Het borgingsbesluit vindt u hier en hier.
Deze informatie werd laatst bijgewerkt op 14/02/2023.
Heb je vragen of suggesties over deze publieke info, neem dan contact op met de opleiding.