Master of Medicine in de geneeskunde
De theoretische kennis over ziektebeelden, hun ontstaan, diagnose en therapie worden meer en meer geïntegreerd in de praktijk.
Inhoud
De opleiding tot arts duurt zes jaar en is ingedeeld in twee cycli: drie bachelorjaren en drie masterjaren. In de opleiding geneeskunde bestaat een studiejaar uit geïntegreerde blokken en lijnen (meer informatie is te vinden in de bachelorbrochure). De masteropleiding streeft ernaar om de theoretische kennis over ziektebeelden, hun ontstaan, diagnose en therapie beter te integreren met de praktijk. Dat gebeurt via trainingen in het skillslab, via patiëntencontact en stages en door in kleine groep klinische problemen te leren oplossen.
Voor wie
De toelatingsvoorwaarden zijn divers. Afhankelijk van je vooropleiding kun je rechtstreeks instromen of zijn er bijkomende voorwaarden.
Structuur
In het eerste en tweede masterjaar zijn elke week klinische lessen voorzien. Uitgaande van het verhaal van een patiënt (aanwezig in het auditorium) wordt de diagnostische aanpak besproken. Veel aandacht gaat naar de betekenis van klinische bevindingen, naar de psychosociale context van de patiënt, en naar een rationele keuze van onderzoeksmethodes en behandeling (= ‘evidence based medicine’). In het eerste en tweede masterjaar werk je ook aan een masterproef die je in de helft van het tweede masterjaar verdedigt.
Er staan heel wat stages op het programma die afzonderlijke opleidingsonderdelen zijn binnen het curriculum. Je start met de Juniorstage in het eerste masterjaar: in de individuele observatiestages maak je kennis met de patiëntenzorg. Het tweede semester van het tweede masterjaar en het eerste semester van het derde masterjaar vormen de kern van het stagetraject en bestaan hoofdzakelijk uit Seniorstages van tien keer vier weken in diverse disciplines: interne geneeskunde, spoedopname, heelkunde, bewegingsstelsel, pediatrie, gynaecologie/verloskunde, huisartsgeneeskunde, psychiatrie, neus-, keel-, oorheelkunde, huidziekten enz. Voor elke discipline zijn stagedoelen gedefinieerd. In het tweede semester van het derde masterjaar staan aansluitend de Verdiepende oriëntatiestages gepland die mee zullen bepalen welke beroepsopleiding je eventueel nadien zult volgen (huisarts – specialisatie – maatschappelijke gezondheidszorg ...). Buitenlandse stages binnen de Europese Unie zijn mogelijk via het Erasmus/Socrates-programma. Je kunt je stageplaats ook verder zoeken in bv. Cambodja, Bolivia, Kenia, Rwanda, Uganda, Ecuador ... Er is tevens de optie voor vrijwillige stages die volledig buiten het officiële curriculum vallen. Evenwel is er voor de vrijwillige studenten een kader uitgewerkt waarbij ze hiervoor een kosteloze UGent-verzekering kunnen bekomen, mits ze aan een aantal strikte voorwaarden voldoen.
Daarnaast is reflectie over de klinische praktijk een essentieel onderdeel in de vorming van artsen. In de examenperiode van juni in het derde masterjaar leg je het 'geïntegreerd klinisch eindexamen' af. Het derde masterjaar eindigt immers met drie weken verdiepend klinisch redeneren waar je onder andere ook de EBMA-toets zal afleggen. Dat is een test waarin alle aspecten die een basisarts moet kennen, getoetst worden. Als je de test succesvol aflegt, ontvang je een internationaal erkend certificaat.
Naast de hier beschreven domeinmaster kun je ook kiezen voor de educatieve master. Je wordt dan geen arts, maar je maakt de keuze om met je wetenschappelijke kennis een educatieve functie op te nemen. Meer uitleg hierover vind je op www.ugent.be/educatievemaster.
Arbeidsmarkt
Met het diploma van Master in de geneeskunde kun je de verdere beroepsopleiding aanvatten: hetzij voor (erkend) huisarts door het volgen van de Master in de huisartsgeneeskunde (master-na-masteropleiding van drie jaar), hetzij voor specialist (chirurgie, pediatrie ...) door het volgen van de opleiding Master in de specialistische geneeskunde (de opleidingsduur van die master-na-masteropleiding is afhankelijk van de specialisatie). Die opleiding is vooral praktisch gericht. Het betreft voltijds bezoldigd werken als arts-specialist in opleiding (ASO) gedurende een welbepaald aantal jaren. Ook kan je met jouw diploma terecht in het humanitaire werkveld, in onderzoek, in de industrie, in preventieve geneeskundige beroepen zoals arbeids- en jeugdgezondheidszorg en in zoveel meer mogelijke carrières. Bovenstaande toont duidelijk aan dat het masterdiploma arts een stevige basis is voor een breed scala aan mooie carrières. Het is belangrijk om jouw blik breed open te houden.
Kwaliteitszorg
Mensen die durven denken over de uitdagingen van morgen, daar streven we naar. Daarom is het onderwijs aan onze universiteit stevig verankerd in zes grote onderwijsdoelstellingen: denk breed, blijf onderzoeken, steun talent, bouw mee, verleg grenzen en kies kwaliteit.
De UGent heeft continu aandacht voor kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur. Het UGent-kwaliteitszorgsysteem geeft voor elke opleiding informatie over de troeven van de opleiding, de sterke punten én de werkpunten.
Meer info:
Troeven
- Het opleiden van artsen voor de wereld van morgen: De medische wereld verandert voortdurend. De opleiding wil dan ook artsen opleiden voor de wereld van morgen en zet hierbij sterk in op wetenschappelijke evoluties en veranderingen in de maatschappij en wil hun studenten opleiden met een sterk gevoel voor social accountability.
- Geïntegreerd blokken- en lijnen systeem: Het concept van de basis artsenopleiding aan de Universiteit Gent is uniek: een studiejaar bestaat niet uit de klassieke vakken maar uit geïntegreerde 'blokken' en 'lijnen'. Blokken zijn in de tijd beperkte geïntegreerde onderwijsperiodes die telkens een bepaald thema bestuderen en dat benaderen vanuit verschillende invalshoeken (disciplines). Naast het onderwijs in blokken zijn er ook de lijnen die door de hele opleiding lopen waarbij de nadruk ligt op vaardigheids- en communicatieonderwijs
- Kleine groepen onderwijs: Zowel de klinische als de communicatieve vaardigheden die een basisarts moet kennen, worden binnen de basis artsenopleiding aangeleerd door middel van kleine groepen onderwijs. In groepjes van een 15-tal studenten krijgt elke student de mogelijkheid om vaardigheden aan te leren en dit telkens op één vaste dag in de week.
- Sterke uitgaande mobiliteit: Ongeveer 65 procent van de studenten geneeskunde doet tijdens zijn/haar studiecarrière een buitenlandse ervaring op. Hiermee is de opleiding geneeskunde koploper binnen de faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen en zelfs binnen de Universiteit Gent.
- Sterke inzet op onderwijsinnovatie: De opleiding wenst sterk in te zetten op innovatie en ICT. Zo worden alle hoorcolleges opgenomen zodat studenten deze nadien kunnen (her)bekijken van waar ze maar willen. Daarnaast zorgt het platform ‘Poirot’ ervoor dat alle lesmateriaal op één doorzoekbaar kanaal is terug te vinden en men te allen tijde kan nagaan waar welk thema aan bod komt doorheen de studiejaren.
Sterke punten
- Betrokkenheid van de studenten: Binnen de opleiding geneeskunde is er een zeer grote studentenparticipatie. In elke commissie en werkgroep zijn de studenten sterk vertegenwoordigd en helpen zij mee bouwen aan een beter beleid binnen de opleiding. Daarnaast is er ook een zeer sterke studentenwerking door middel van de studentenraad SWOP. Met hun stem wordt dan ook uitgebreid rekening gehouden.
- Mentorsysteem: De opleiding geneeskunde is begaan met haar studenten. Door middel van een mentorsysteem, waar een kleine groep studenten op regelmatige basis samen komen met hun mentor, kunnen studenten reflecteren over zichzelf en hun opleiding. Daarnaast is de mentor ook een vertrouwenspersoon en kunnen studenten steeds bij hem/haar terecht en dit gedurende hun volledige studiecarrière.
- Gemotiveerd lesgeversteam: De opleiding wordt gedragen door geëngageerde lesgevers uit verschillende disciplines vanuit de basiswetenschappen en vanuit de kliniek. De lesgevers combineren hun expertise vanuit het werkveld met een passie voor onderwijs en een gedrevenheid om zich te blijven inzetten voor de kwaliteit van de lessen die ze geven, aangepast aan een steeds veranderende maatschappij.
- Diverse werkgroepen en commissies: De opleiding maakt gebruik van diverse werkgroepen die erover waken dat de zes strategische doelstellingen onderwijs kwaliteitsvol ingevuld worden in de opleiding en dit in verschillende thema’s die de opleiding aanbelangen(bv. onderzoek, internationalisering…). De werkgroepen adviseren de opleidingscommissie die de suggesties en opmerkingen verwerkt in haar onderwijsbeleid.
Werkpunten
- Stijging studenten: door de stijging van het aantal studenten binnen de basisopleiding arts wordt het steeds moeilijker om het kleine groepen onderwijs aan te bieden. Aangezien kleine groepenonderwijs één van de sterke punten van de opleiding is, gaat de opleiding dan ook verder blijven bekijken hoe de kwaliteit van de opleiding hoog kan gehouden worden.
- Vroeger contact met patiënten: de opleiding wenst de studenten vroeger in de opleiding in contact te laten komen met patiënten zodat ze leerstof beter kunnen integreren. Op dit moment komen studenten pas voor een langere tijd in contact met patiënten vanaf hun 2de master. De opleiding is momenteel aan het bekijken hoe de deze contactmomenten vroeger kunnen geïmplementeerd worden in het curriculum.
- Veel lesgevers: Door het blokken- en lijnensysteem zijn er vaak veel verschillende lesgevers betrokken bij een opleiding en zelfs binnen een opleidingsonderdeel zelf. Naast de vele voordelen die dit biedt, kan dit ook voor de nodige verwarring zorgen bij studenten en bij lesgevers zelf. De opleiding plant om dit optimaler te organiseren.
Deze opleiding is geaccrediteerd door de NVAO, de accreditatie werd verlengd onder het positief besluit instellingsreview in 2022. De kwaliteit van deze opleiding werd gevalideerd door een kwaliteitstoets in de vorm van een screening door het Onderwijskwaliteitsbureau. Het borgingsbesluit vindt u hier.
Deze informatie werd laatst bijgewerkt op 01/02/2023.
Heb je vragen of suggesties over deze publieke info, neem dan contact op met de opleiding.