Mensen die durven denken over de uitdagingen van morgen, daar streven we naar. Daarom is het onderwijs aan onze universiteit stevig verankerd in zes grote onderwijsdoelstellingen: denk breed, blijf onderzoeken, steun talent, bouw mee, verleg grenzen en kies kwaliteit.

De UGent heeft continu aandacht voor kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur. Het UGent-kwaliteitszorgsysteem geeft voor elke opleiding informatie over de troeven van de opleiding, de sterke punten én de werkpunten.

Meer info:

Onderwijsdoelstellingen van de UGent

Kwaliteitszorg van de UGent

1. Kenniscreatie: De opleiding stimuleert studenten om het verworven inzicht over moleculaire biologie en biotechnologie creatief, doelgericht, innovatief en op een verantwoorde wijze in te zetten bij de ontwikkeling van nieuwe concepten in de wetenschap en toepassingen (diagnostiek, proces- en productontwikkeling).
2. Multiperspectivisme: Het opleidingsprogramma is gericht op een systematische aanpak, waarbij de materie vanuit verschillende invalshoeken wordt benaderd, maar waarbij het holistische en kwantitatieve nooit uit het oog wordt verloren. De nadruk ligt op het gebruik van de levende cel, het organisme of de moleculaire componenten, de industriële en onderzoeksgerelateerde toepassingen van gerichte genetische modificatie en de moleculaire diagnostiek. Dit moet toelaten om met een grondige kennis van moleculaire biologie en biotechnologie wetenschappelijke en maatschappelijke uitdagingen duurzaam op te lossen in multidisciplinaire teams.
3. Ontwikkel je talenten: Als student krijg je een grote mate van keuzevrijheid in het samenstellen van je studieprogramma naargelang je eigen interesses. Er worden drie majors aangeboden die zich specialiseren in een welbepaald domein van de cel- en genbiotechnologie: de rode biotechnologie focust op mens en dier, de groene biotechnologie op planten en de witte biotechnologie op micro-organismen. In het programma is er ruimte voor stage, internationale uitwisseling of vorming in ondernemerschap. Een afgestudeerde van onze opleiding is een flexibel inzetbare master die zich voldoende heeft kunnen specialiseren in de cel- en genbiotechnologie, een veelheid aan taken kan beheren en prioriteiten kan stellen.
4. Zelfstandig denken: We leiden onze studenten op tot kritische professionals met een sterk analytisch vermogen. Zij kunnen hierdoor autonoom functioneren in een breed scala van sectoren en industriële functies, in onderzoek en ontwikkeling, binnen overheidsbeleid en ontwikkelingssamenwerking. Een attitude van levenslang leren en wetenschappelijk gefundeerd argumenteren in een multidisciplinaire context wordt aangeleerd via het principe van actief leren tijdens werkcolleges, projecten en in de masterproef.
5. Toepassingsgericht: Afgestudeerden ervaren de opleiding als concreet, tastbaar en maatschappelijk relevant. Tijdens het onderwijs wordt verwezen naar de actualiteit of lopend onderzoek. Via gastsprekers of bedrijfsbezoeken, werkcolleges en taken wordt geïllustreerd hoe de theoretische kennis aansluit bij concrete toepassingen. Tijdens de masterproef is het mogelijk om een persoonlijk onderzoek op te zetten binnen een breder onderzoeksproject met een industriële of een maatschappelijke finaliteit.

1. Goede voorbereiding: Deze Bio-ir Masteropleiding Cel- en genbiotechnologie bouwt verder op de Bio-ir Bacheloropleiding Cel- en genbiotechnologie en studenten worden via deze afstudeerrichting goed voorbereid op de master. Studenten die een andere vooropleiding genoten wordt een aangepast voorbereidingstraject van 60 studiepunten aangereikt met het oog op het verwerven van de vereiste begincompetenties. Deze aanpak zorgt voor een goed studierendement (en dus doorstroming van studenten in de master).
2. Gemotiveerd lesgeversteam: De opleiding wordt gedragen door geëngageerde lesgevers uit verschillende disciplines. Onze lesgevers combineren hun passie voor onderwijs met internationale onderzoeksexpertise, die tot de wereldtop behoort (UGent staat nummer 23 in de wereld volgens Shangai ranking 2020 voor Biotechnology.
3. Ruimte voor ‘geïntegreerd’ onderwijs: Het opleidingsprogramma is samengesteld zodat de materie vanuit verschillende invalshoeken wordt benaderd. Hiervoor wordt gestreefd naar een onderwijsopdracht met een geïntegreerde aanpak, een multidisciplinair karakter en een eigenheid die het werkveld weerspiegelt. Hierbij worden zowel de studenten als de betrokken lesgevers gestimuleerd om vakoverschrijdend te denken.
4. Aanspreekbaarheid: De lesgevers en hun team staan garant voor een frequent persoonlijk contact met de studenten. Dit zorgt voor een goede doorstroming van informatie rond kwaliteit van onderwijs, los van formele opleidingsevaluaties.
5. Sterke Facultaire Dienst Onderwijs: De Facultaire dienst onderwijs beschikt over een team die de opleidingscommissie ondersteunt en kwaliteitszorg continu onder de aandacht brengt van lesgevers. Via het regelmatig aanbieden van facultaire workshops rond specifieke topics in kwaliteitszorg, de uitwisseling van ‘beste praktijken’ tussen lesgevers, etc wordt een ‘kwaliteitscultuur’ in onderwijs gestimuleerd.

1. Competenties in communiceren: We willen meer inzetten op de ontwikkeling van sociale en communicatieve vaardigheden doorheen het studieprogramma. Dit willen we bereiken via een leerlijn ‘wetenschappelijke communicatie’ die in ontwikkeling is op facultair niveau voor de bio-ingenieursopleidingen. Dit heeft tot doel een modulair blended learning systeem aan onze bachelor- en masterstudenten aan te bieden over het verzamelen, lezen, verwerken, schrijven en presenteren van wetenschappelijke informatie.
2. Feedback and peer review: Studenten geven aan dat de aanpak op feedback over werkstukken, groepswerken en presentaties kan variëren afhankelijk van de lesgever. De opleiding wil meer inzetten op formatieve evaluatie en tussentijdse feedback. Dit willen we bereiken via volgende actiepunten:
   • Blijvend sensibiliseren en geven van tips and tricks aan de lesgevers over feedback en ‘peer review’. Specifiek voor de masterproef zal het invoeren van proefpresentaties en tussentijdse feedback aangemoedigd worden bij de promotoren.
   • Het gebruik maken van ‘peer assessment’ bij groepswerken. Zo moeten studenten een oordeel kunnen vormen over de kwaliteit van hun presteren (zelfevaluatie) maar ook van hun medestudenten (peerevaluatie). Dit betreft geen evaluatie van de ‘inhoud’ van het werk, maar wel van de ‘soft skills’ (leergierigheid en interesse, initiatief, leiderschap, stressbestendigheid, stiptheid, enz.).
3. Internationalisering. Niettegenstaande 15% van de master studenten van een buitenlandse ervaring geniet via (Erasmus) uitwisseling en binnen onze master ook een aantal (keuze)vakken gezamenlijk met internationale studenten gedoceerd worden, wordt ‘internationalisering’ onvoldoende als meerwaarde gepercipieerd. Er zullen extra inspanningen geleverd worden om internationalisering te bevorderen. Dit kan door het faciliteren van uitwisseling via het aanbieden van modelprogramma’s aan partnerinstellingen, het nog beter begeleiden bij de administratieve afhandeling, maar ook door initiatieven van internationalisation@home te bevorderen. Daarnaast wordt de mogelijkheid om over te schakelen van een gedeeltelijk naar een volledig Engelstalig programma geëxploreerd.

Deze opleiding is geaccrediteerd door de NVAO, de accreditatie werd verlengd onder het positief besluit instellingsreview in 2022. De kwaliteit van deze opleiding werd gevalideerd door een kwaliteitstoets in de vorm van een screening door het Onderwijskwaliteitsbureau. Het borgingsbesluit vindt u hier.

Deze informatie werd laatst bijgewerkt op 01/02/2023.
Heb je vragen of suggesties over deze publieke info, neem dan contact op met de opleiding.