Master of Science in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie (revalidatiewetenschappen en kinesitherapie bij kinderen)
Competentiegerichte aanpak is een centraal gegeven in deze opleiding. Zowel de beroepsspecifieke competenties als de bredere competenties om in aanverwante werksettings vlot aan de slag te kunnen, worden aangeleerd. Doel is het vormen van polyvalente kinesitherapeuten die in alle settings van de gezondheidszorg inzetbaar zijn.
Inhoud
Kinesitherapie is binnen de gezondheidszorg een gereglementeerd beroep. Daardoor is het volgens de betreffende wetgeving zo dat de bacheloropleiding (180 studiepunten) geen beroepstoegang verleent. De bacheloropleiding moet je dus voornamelijk als een ‘doorstroombachelor’ bekijken die de basis legt voor de masteropleiding (120 studiepunten) waarmee je de gereglementeerde beroepstitel kan krijgen.
Het studieprogramma is opgebouwd vanuit een competentiegerichte aanpak. Bij de opbouw van het programma wordt met andere woorden gekeken naar de competenties die een afstuderende kinesitherapeut moet beheersen om optimaal in het beroepsleven te functioneren. Competenties bestaan steeds uit deelcomponenten als kennis (inzicht), vaardigheden (technische, sociale en communicatieve) en attitudes (persoonseigenschappen). Je leert van in het begin de deelcomponenten op elkaar te betrekken en aan te wenden in een concrete (beroeps)context. Je leert dus geen afzonderlijke ‘vakjes’ die ogenschijnlijk weinig met elkaar te maken hebben.
Om die competenties tijdens het bachelor- en mastertraject te bereiken, worden leerlijnen opgesteld. Een leerlijn beschrijft een logische opbouw en aaneenschakeling van opleidingsonderdelen. Naast beroepsspecifieke kinesitherapeutische competenties wordt voldoende aandacht geschonken aan bredere competenties (bv. maatschappelijke competenties en competenties in samenwerken en communiceren), zodat je als afgestudeerde kinesitherapeut ook voldoende kennis en vaardigheden in huis hebt om in aanverwante werksettings vlot aan de slag te kunnen.
De wisselwerking tussen ziekteleer en het aangepast kinesitherapeutisch handelen wordt tijdens de opleiding voortdurend geconcretiseerd. Je benadert daarbij allerlei aandoeningen vanuit diverse invalshoeken. In de lessen kinesitherapie werk je specifieke behandelingsschema’s uit op basis van een grondige evaluatie van de patiënt. De gebruikte concepten worden theoretisch toegelicht, didactisch gedemonstreerd en ten slotte, onder begeleiding, grondig ingeoefend. Het uitwerken van casussen komt op gesystematiseerde wijze aan bod in de opleiding. Je krijgt de kans om stage te lopen op diverse diensten en in privaatpraktijken, zowel in binnen- als buitenland. De opleiding vormt je dus tot een polyvalent kinesitherapeut die in alle settings van de gezondheidszorg inzetbaar is.
Voor wie
De toelatingsvoorwaarden zijn divers. Afhankelijk van je vooropleiding kun je rechtstreeks instromen of zijn er bijkomende voorwaarden.
Structuur
> Afstudeerrichtingen
In het mastertraject krijg je ook de mogelijkheid om je verder te verdiepen in een specifiek werkterrein. Op basis van je persoonlijke interesse kun je kiezen voor een bepaalde afstudeerrichting die je kunt beschouwen als een verbijzondering bovenop de algemene basisopleiding. De diverse afstudeerrichtingen vormen de basis voor het verwerven van de door de overheid erkende ‘bijzondere beroepsbekwaamheden’ in de kinesitherapie.
De volgende afstudeerrichtingen zijn mogelijk aan de UGent:
- Musculoskeletale revalidatiewetenschappen en kinesitherapie (manuele therapie en sportrevalidatie);
- Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie bij kinderen (behandelen van specifieke aandoeningen bij het zich ontwikkelende kind en de jongere);
- Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie bij ouderen (specifieke kinesitherapeutische aanpak bij ouderen);
- Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie bij inwendige aandoeningen (specifieke kinesitherapeutische interventies bij interne aandoeningen zoals diabetes, kanker, hartaandoeningen ...).
> Masterproef
Op het einde van de masteropleiding leg je een masterproef voor. Daarin moet je bewijzen dat je een bepaald onderwerp op een kritisch-wetenschappelijke wijze kunt benaderen en onderzoeken. De proef wordt bij voorkeur gemaakt in groepjes van twee of drie studenten. Kunnen werken in teamverband is voor de toekomstige beroepsbeoefenaar in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie immers een onmisbare competentie. De onderzoeksonderwerpen van de masterproef sluiten meestal nauw aan bij de onderzoekslijnen van het opleidingsteam.
> Internationalisering
Tijdens de masterjaren zal je in verschillende opleidingsonderdelen een aantal lessen van buitenlandse collega’s krijgen, zodat je de blik kan verruimen. In je eerste masterjaar kan je via het Erasmusprogramma enkele maanden in het buitenland gaan studeren. Binnen dit Europees programma zijn er partnerschappen met heel wat universiteiten in Europa: van het noorden in Finland tot het zuiden in Spanje en van het westen in Ierland tot het oosten in Tsjechië. Meestal zal het programma wel voornamelijk bestaan uit stage. In het tweede masterjaar kan je ook stage lopen in een aantal niet-Europese landen zoals in Australië, Vietnam of Rwanda bijvoorbeeld. Maar ook wie niet naar het buitenland gaat, kan in Gent een keuzevak volgen samen met internationale studenten.
Naast de hier beschreven domeinmaster kun je ook kiezen voor de educatieve master. Je wordt dan geen kinesitherapeut, maar je maakt de keuze om met je wetenschappelijke kennis een educatieve functie op te nemen. Meer uitleg hierover vind je op www.ugent.be/educatievemaster.
Arbeidsmarkt
Als master in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie kun je terecht in ziekenhuizen, revalidatiecentra, rust- en verzorgingstehuizen, bejaardenhomes, bijzondere instellingen, zowel in dienstverband als als zelfstandige. In die sectoren is de aard van het werk afhankelijk van het type patiënt. Afgestudeerden kunnen terechtkomen in de orthopedie, cardiologie, neurologie, pediatrie, geriatrie, in de kraamafdeling ... Heel wat kinesitherapeuten starten zelf een praktijk, alleen of met collega’s. Kinesitherapeuten komen ook steeds meer terecht in preventieve zorg. Verder kunnen ze aan de slag als kinesitherapeut in het bijzonder onderwijs, als sportkinesitherapeut bij een sportclub, in de gehandicaptensector ...
In bepaalde sectoren van de gezondheidszorg is er een grote vraag naar kinesitherapeuten. Zo is er, door de vergrijzing van de bevolking, een toenemende vraag naar specifieke zorg voor bejaarden waarbij kinesitherapeuten gespecialiseerd in de geriatrische revalidatie ingeschakeld worden in het brede kader van de preventieve en curatieve gezondheidszorg van de bejaarden, in rust- en verzorgingstehuizen, ziekenhuizen, preventieve zorgprojecten voor bejaarden ...
Door de stijgende incidentie van een aantal inwendige aandoeningen zoals diabetes, obesitas, kanker, hart- en vaatziekten, en de groeiende inzichten omtrent de specifieke kinesitherapeutische aanpak bij die patiënten, stijgt ook de vraag naar goed opgeleide, gespecialiseerde masters in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie binnen dat domein.
Kinesitherapeuten gespecialiseerd in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie bij kinderen en jongeren worden frequent gevraagd in heel diverse diensten zoals kinderklinieken, kinderrevalidatie, buitengewoon onderwijs, dienstencentra ...maar ook als zelfstandig pediatrisch kinesitherapeut kan een praktijk worden opgebouwd.
Ook binnen het wetenschappelijk onderzoek is een groeiende markt te onderscheiden evenals in een breed gamma van aanverwante domeinen (medisch afgevaardigde, fitnessbegeleiders, researchfuncties in de industrie ...). Bovendien kun je terecht als leerkracht in het secundair onderwijs voor bepaalde wetenschapsvakken en in een aantal professionele bacheloropleidingen binnen de gezondheidszorg.
Het Vlaamse masterdiploma in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie is eveneens sterk gegeerd in het buitenland.
De afstudeerrichting Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie bij musculoskeletale aandoeningen (sportkinesitherapie en manuele therapie) is trouwens in overeenstemming met de internationale tendens om kinesitherapeuten op te leiden met een brede specialisatie in de behandeling van het bewegingsstelsel. Enkel nog een postgraduaatsopleiding van 40 studiepunten volstaat om een internationale erkenning te bekomen.
Kwaliteitszorg
Mensen die durven denken over de uitdagingen van morgen, daar streven we naar. Daarom is het onderwijs aan onze universiteit stevig verankerd in zes grote onderwijsdoelstellingen: denk breed, blijf onderzoeken, steun talent, bouw mee, verleg grenzen en kies kwaliteit.
De UGent heeft continu aandacht voor kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur. Het UGent-kwaliteitszorgsysteem geeft voor elke opleiding informatie over de troeven van de opleiding, de sterke punten én de werkpunten.
Meer info:
Troeven
- Klinische expertise: het theoretisch onderwijs wordt verzorgd door een equipe van professoren, artsen en gezondheidszorgbeoefenaars met een sterke inhoudelijke en wetenschappelijke expertise. Praktijkassistenten, die met beide voeten in de klinische praktijk staan, verzorgen het praktijkonderwijs. Deze combinatie zorgt ervoor dat studenten zowel medisch - wetenschappelijk als praktijkgericht gevormd worden en onmiddellijk inzetbaar zijn in het werkveld.
- Geslaagde symbiose tussen onderzoek en onderwijs: doorheen de vijfjarige opleiding is de leerstof gebaseerd op actueel toonaangevend wetenschappelijk onderzoek. De onderzoeksexpertise van de lesgevers wordt tevens geïntegreerd in het praktijkonderwijs. Op die manier leren de studenten op een kritische manier om te gaan met nieuwe ontwikkelingen binnen het gezondheidslandschap.
- Ruimte voor keuze: de opleiding is een innoverende academische opleiding, met oog voor theorie én praktijk. De opleiding is verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek dat ook internationale faam geniet. Naast een brede basisopleiding, heeft de student in het laatste jaar de keuze tussen verschillende afstudeerrichtingen, die gericht zijn op verschillende maatschappelijke noden.
- Praktijk: praktijkervaring is onmisbaar. Daarom lopen de studenten tijdens hun opleiding maar liefst 896 uren stage. De bulk daarvan gebeurt in de masterjaren, maar ook in de bachelor komen de studenten in contact met het beroepenveld. In de bachelor doen de studenten na enkele korte kijkstages al twee volwaardige stages. In de eerste master lopen de studenten drie keer zo’n 20 dagen stage en in de tweede master lopen ze specifieke stages binnen de afstudeerrichting.
- Lesgevers en studenten staan dicht bij elkaar: door de vele contacturen is er een sterke interactie tussen de lesgevers en de studenten. Lesgevers zijn makkelijk aanspreekbaar voor vragen en problemen. De commubicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Ufora. Naast de vakspecifieke ondersteuning door de lesgevers wordt er tevens een goed uitgebouwde studie-ondersteuning aan studenten geboden i.f.v. het optimaal doorlopen van hun studietraject.
Sterke punten
- Programma: het curriculum van de opleiding kent een mooie opbouw in verschillende weloverwogen leerlijnen. Naast de kinesitherapielijn (K-lijn), is er ook een duidelijke plaats voor wetenschappen (W-lijn), wetenschappelijk onderzoek (O-lijn), het functioneren als kinesitherapeut in een multidisciplinaire context (M-lijn) en stage (S-lijn).
- Talentontwikkeling van studenten en personeel: de opleiding geeft studenten en lesgevers de kans om hun talenten maximaal te ontwikkelen onder de vorm van blended learning, het toekennen van bijzondere statuten, deelname aan de honoursprogramma’s, universiteitsbrede keuzevakken, …
- Inspraak en participatie: ondanks het groot aantal studenten slaagt de opleiding erin om de studenten voldoende inspraak te geven in het onderwijsbeleid. Studenten zijn vertegenwoordigd in verschillende commissies en appreciëren hierin de open communicatie die door de opleiding wordt gevoerd. Ook de andere stakeholders ( alumni, stagementoren, kinesitherapeuten uit het werkveld,…) worden betrokken bij het beleid.
- Kwaliteitszorg: de kwaliteit van het onderwijs staat bij de opleiding centraal. De opleiding heeft een lange traditie van interne kwaliteitszorg, waarop ze de dag van vandaag nog steeds kan voortbouwen.
- Internationalisering: in het kader van het Erasmusprogramma heeft de opleiding samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat opleidingen in Europa. Maar de opleiding kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van Erasmus) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. 22.5% procent van onze studenten doen in het kader van hun opleiding kinesitherapie een buitenlandse ervaring op.
Werkpunten
- Instroombeleid: het programma start met een aantal vrij diepgaande wetenschappelijke vakken. De opleiding is ervan overtuigd dat dit wetenschappelijk inzicht in het menselijk lichaam en de biochemische processen noodzakelijk is voor de verdere uitwerking van de kinesitherapeutische vaardigheden. Niet alle instromers zijn in hun vooropleiding voldoende voorbereid op het verwachte academisch niveau. De opleiding blijft via verschillende communicatiekanalen inzetten op informatie en sensibilisering om de instromers zo goed mogelijk hierover te informeren.
- Omkadering: gezien het groot aantal studenten, zijn de theorielessen vaak verspreid over de ganse Gentse binnenstad. De opleiding maakt daarbij gebruik van de grote auditoria van andere campussen. Het praktijkonderwijs gebeurt in groepen van ongeveer 30 à 40 studenten. Personeelsomkadering en onvoldoende praktijklokalen maken het momenteel niet mogelijk om deze groepen kleiner te maken. Binnen deze context moet de opleiding blijvend aandacht hebben om uurroosters zo goed mogelijk op te stellen: springuren, verre verplaatsingen, ... .
- Toekomstperspectief: met de vergrijzing van de bevolking is er een groeiende vraag naar kinesitherapeuten uit de afstudeerrichtingen Revaki bij (ver)ouderen en Revaki bij Inwendige ziekten. Ondanks de werkzekerheid binnen deze domeinen, is er door de studenten op dit moment nog onvoldoende aantrekkingskracht voor deze interventiedomeinen. In samenwerking met de faculteit onderneemt de opleiding initiatieven om deze interventiedomeinen gerichter te promoten.
Deze opleiding is geaccrediteerd door de NVAO, de accreditatie werd verlengd onder het positief besluit instellingsreview in 2022. De kwaliteit van deze opleiding werd gevalideerd door een kwaliteitstoets in de vorm van een screening door het Onderwijskwaliteitsbureau. Het borgingsbesluit vind je hier.
Deze informatie werd laatst bijgewerkt op 10/07/2024.
Heb je vragen of suggesties over deze publieke info, neem dan contact op met de opleiding.