Master of Arts in de taal- en letterkunde (Duits - Scandinavistiek)

Talenkennis is de basisvoorwaarde voor doeltreffende communicatie. In de opleiding taal -en letterkunde wordt dit gecombineerd met een brede kijk op de maatschappelijke context, een goede kennis van het culturele en literaire erfgoed en een grondig inzicht in de taalkundige structuren. Je kunt je specialiseren in één westerse taal of twee westerse talen met elkaar combineren (aansluitend op de gekozen talen in de voorafgaande opleiding). Het programma laat veel ruimte voor je eigen profilering.

master-na-bacheloropleiding
1 jaar 60 studiepunten
Faculteit Letteren en Wijsbegeerte
Nederlands
Brochure downloaden  
Over de opleiding
Programma
Informeer je
Vlot van start
Na je studies

Inhoud

De opleiding taal- en letterkunde is aangepast aan de eisen en maatschappelijke noden van onze tijd. Talenkennis vormt één van de hoekstenen van onze informatiemaatschappij. Door de toename van de mobiliteit en de schaalvergroting van de internationale contacten wordt het steeds belangrijker om te beschikken over een hoog ontwikkelde taalvaardigheid, bij voorkeur in meer dan één taal. Doeltreffende communicatie is echter niet louter een kwestie van taalbeheersing. Ze berust evenzeer op een brede, onbevangen kijk op de maatschappelijke context waarbinnen het taalgebruik en de communicatie plaatsvindt, op een goede kennis van het culturele en meer bepaald het literaire erfgoed, en op een grondig inzicht in taalkundige structuren.

De Master in de taal- en letterkunde is één van de drie masters die volgen op de Bachelor in de taal- en letterkunde: twee talen. De masteropleiding telt 37 talencombinaties: Nederlands-Frans, Nederlands-Engels, Nederlands-Duits, Nederlands-Latijn, Nederlands-Grieks, Nederlands-Italiaans, Nederlands-Spaans, Frans-Engels, Frans-Duits, Frans-Latijn, Frans-Grieks, Frans-Italiaans, Frans-Spaans, Engels-Duits, Engels-Latijn, Engels-Grieks, Engels-Italiaans, Engels-Spaans, Duits-Grieks, Duits-Italiaans, Duits-Spaans, Latijn-Grieks, Latijn-Italiaans, Latijn-Spaans, Nederlands-Scandinavistiek, Frans-Scandinavistiek, Engels-Scandinavistiek, Duits-Scandinavistiek, Latijn-Scandinavistiek, Iberoromaanse talen, Nederlands, Frans, Engels, Duits, Latijn, Scandinavistiek, Grieks.

In de masteropleiding krijg je gespecialiseerde vakken in de taal- of letterkunde. Daarin worden onderwerpen behandeld vanuit een bepaald theoretisch of maatschappelijk vraagstuk. Het onderwijs neemt de vorm aan van werkcolleges, met veel inbreng van de studenten via discussies, presentaties en papers. Op die manier willen we je eigen wetenschappelijke creativiteit stimuleren en uitdagen.

Voor wie

De toelatingsvoorwaarden zijn divers. Afhankelijk van je vooropleiding kun je rechtstreeks instromen of zijn er bijkomende voorwaarden.

Structuur

De Master in de taal- en letterkunde bouwt voort op de basisvaardigheden van de bachelor. Na afloop moet je in staat zijn om zelfstandig complexe wetenschappelijke problemen op te lossen. De studie van de talen zelf omvat 30 studiepunten, minstens 15 studiepunten per taal. Een belangrijk onderdeel van de masteropleiding is de masterproef die een vierde van de studiepunten omvat (15 studiepunten). De opleiding stimuleert de studenten om een eigen onderwerp voor het masterproefonderzoek te kiezen. Voor maximaal 15 studiepunten kun je keuzevakken vrij kiezen. Je kan hier kiezen voor een academisch profiel (onderzoeksproject in de taal- en letterkunde), meer taalvakken, het voortzetten van het traject uit het derde bachelorjaar, een stagetraject, of een vrij keuzetraject.

Naast de hier beschreven (domein)master, kun je ook kiezen voor de educatieve master. Meer uitleg hierover vind je op www.ugent.be/educatievemaster.

Arbeidsmarkt

Je diepgaande academische vorming met een goede talenkennis, een verfijnd taalgevoel, en een goed inzicht in zowel literaire als niet-literaire teksten, samen met algemene competenties als een creatief, probleemoplossend vermogen en een attitude van levenslang leren, zullen ervoor zorgen dat je in verschillende sectoren terechtkunt.
(1) Een bekende afzetmarkt is het talenonderwijs. In het secundair onderwijs is er een groeiende nood aan jonge taalleerkrachten. Leerkracht Nederlands of Frans zijn jobs die door de VDAB op de lijst met knelpuntberoepen zijn gezet. Ook het hoger onderwijs, het onderwijs voor volwassenen en taaltrainingen binnen grote bedrijven bieden veel mogelijkheden.
(2) Een tweede, grote sector betreft die van de professionele communicatie waarbij je je talen inzet voor de interne en externe communicatie van privébedrijven of overheidsinstanties. Het gaat hier bijvoorbeeld om banen als redacteur (van rapporten, brochures, persteksten etc.), taalcorrector, woordvoerder, taalcoördinator of vertaler.
(3) Een derde sector betreft de brede sector van cultuur, gaande van musea, bibliotheken, over culturele centra of evenementen tot uitgeverijen en literaire centra. Aansluitend hierbij is de sector van de media, en dat zijn zowel de bekende geschreven pers of audiovisuele media als de media gericht op professionele sectoren of vrijetijdsbesteding.
(4) Veel alumni taal- en letterkunde komen terecht in coördinerende functies binnen overheidsdiensten. Voor dat soort jobs zijn hun communicatieve vaardigheden, zin voor nuance en probleemoplossend vermogen van grote waarde.
(5) Voor afgestudeerden met een bijzondere belangstelling voor de theoretische studie van de taal- of letterkunde biedt het wetenschappelijk onderzoek aantrekkelijke perspectieven.

Een lijst met concrete beroepen van alumni van de opleiding vind je terug op www.taalenletterkunde.ugent.be/beroepen. Een uitgebreid overzicht van mogelijke beroepen in de taalsector vind je in dit rapport: https://taalunie.org/publicaties/37/over-de-economische-betekenis-van-taal.