Master of Medicine in de arbeidsgeneeskunde
De masteropleiding in de arbeidsgeneeskunde is een onderdeel van de beroepsopleiding tot arts-specialist in de arbeidsgeneeskunde. De masteropleiding zelf wordt gecoördineerd door een interuniversitaire stuurgroep. De colleges worden gegeven aan de verschillende Vlaamse universiteiten en de nadruk ligt op zelfstudie en zelfstandig werk.
Inhoud
Het algemene doel van de masteropleiding in de arbeidsgeneeskunde is via diverse onderwijsvormen de student in staat te stellen als preventieadviseur-arbeidsarts de gezondheid en het welzijn van de werknemers in en door hun werk te bevorderen, te beschermen en te behouden.
Bijzondere aandacht gaat naar:
- de arbeidsomstandigheden;
- de collectieve dimensie van gezondheid;
- de multidisciplinaire samenwerking;
- wetenschappelijk (epidemiologisch) onderzoek (evidence based occupational medicine).
De opleiding bestaat uit vijf modules (elk bestaande uit één of meer opleidingsonderdelen) die ingaan op volgende vragen:
- module Mens en arbeid: welke is de wisselwerking tussen de individuele werknemer en zijn werkomgeving?
- module Mens en bedrijf: hoe functioneert de werknemer binnen de organisatie waarin hij werkt?
- module Arbeid en maatschappij: wat is de socio-economische context van arbeid en welke zijn de arbeidsgeneeskundige taken van de arbeidsarts?
- module Onderzoeks- en praktijkvaardigheden: welke vaardigheden en attitudes heeft de bedrijfsarts nodig? De module omvat eveneens de stageactiviteiten.
- module Masterproef.
De lesdagen worden beperkt zodat de combinatie met een deeltijdse tewerkstelling in interne of externe preventiedienst mogelijk is. De opleiding is zo opgevat dat de professionele activiteiten en het opleidingsproces elkaar wederzijds bevorderen. De studielast stemt overeen met een regulier masterprogramma. De nadruk ligt op zelfstudie en zelfstandig werk.
Aandachtspunten
De colleges worden gegeven in Antwerpen (Universiteit Antwerpen), Brussel (Vrije Universiteit Brussel), Leuven (Katholieke Universiteit Leuven) en Gent (Universiteit Gent). Je schrijft je in aan de KULeuven.
Voor wie
De toelatingsvoorwaarden zijn divers. Afhankelijk van je vooropleiding kun je rechtstreeks instromen of zijn er bijkomende voorwaarden.
Structuur
Er is maar één opleiding in de arbeidsgeneeskunde in Vlaanderen, die interuniversitair wordt ingericht (UAntwerpen, UGent, KU Leuven, VUB). De opleiding bestaat uit de hier beschreven masteropleiding in de arbeidsgeneeskunde en de permanente vorming. De masteropleiding duurt twee jaar. De permanente vorming Arbeidsgeneeskunde volgt op de masteropleiding arbeidsgeneeskunde en omvat deelname aan wetenschappelijke activiteiten. Zij loopt parallel met een stage van twee jaar in een erkende preventiedienst PBW onder de begeleiding van een erkende stagemeester. Het opleidingsprogramma wordt gecoördineerd door een interuniversitaire stuurgroep bestaande uit academische en administratieve afgevaardigden van de betrokken vakgroepen van alle deelnemende universiteiten. De stuurgroep evalueert het onderwijs op permanente basis, samen met de interuniversitaire opleidingscommissie die bestaat uit alle coördinatoren van het programma, het wetenschappelijk personeel van de betrokken afdelingen, studenten en afgestudeerden.
Arbeidsmarkt
Als master in de arbeidsgeneeskunde heb je de vereiste kennis en vaardigheden verworven i.v.m. werk, gezondheid en ziekte (o.m. fysiologie, toxicologie, arbeidspathologie, arbeidshygiëne, sociaal recht, ergonomie en psychologie). Je kunt gezondheidsrisico’s detecteren en evalueren. Je bent in staat om samen te werken in een multidisciplinair team. Je kunt werknemers, bedrijfsleiders, vakbonden en collega’s adviseren, er informatie mee uitwisselen, en communiceren over arbeidsgebonden gezondheidsrisico’s en preventiemaatregelen. De master-na-masteropleiding in de arbeidsgeneeskunde stelt je in staat te functioneren als arbeidsarts binnen het Belgische wettelijke kader.
Arbeidsartsen die willen werken als preventieadviseur in de interne of externe diensten voor Preventie en Bescherming op het Werk moeten ofwel houder zijn van een diploma dat toelaat de arbeidsgeneeskunde te beoefenen, ofwel arts-specialist in de arbeidsgeneeskunde zijn of de titel behalen binnen de drie jaren na het slagen in de theoretische vorming (KB 05.12.2003, BS 22.12.2003).
Het diploma van de masteropleiding, een stageattest opgesteld door de stagemeester en het certificaat van de permanente vorming Arbeidsgeneeskunde zijn vereist om de titel van arts-specialist in de arbeidsgeneeskunde te verwerven (Ministerieel Besluit van 23.04.2014 tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van geneesheer-specialisten, stagemeesters en stagediensten; B.S. 27.05.2014).
Arbeidsartsen die belast zijn met het medisch toezicht op werknemers blootgesteld aan ioniserende stralingen, moeten een bijkomende opleiding in Radioprotectie gevolgd hebben en erkend worden door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. Daartoe is de eenjarige postgraduaatsopleiding Radioprotectie ingericht om de erkenning Radioprotectie te kunnen verwerven.
Kwaliteitszorg
Mensen die durven denken over de uitdagingen van morgen, daar streven we naar. Daarom is het onderwijs aan onze universiteit stevig verankerd in zes grote onderwijsdoelstellingen: denk breed, blijf onderzoeken, steun talent, bouw mee, verleg grenzen en kies kwaliteit.
De UGent heeft continu aandacht voor kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur. Het UGent-kwaliteitszorgsysteem geeft voor elke opleiding informatie over de troeven van de opleiding, de sterke punten én de werkpunten.
Meer info:
Troeven
- Multiperspectivisme: de wetgeving legt in het domein van de arbeidsgeneeskunde een grote nadruk op het periodiek medisch toezicht, op risico-evaluatie en -beheersing, en op een multidisciplinaire aanpak van gezondheid en welzijn op het werk. Onze opleiding, die uniek is in Vlaanderen , wil bedrijfsartsen opleiden tot kritische reflective practitioners die inter- en multidisciplinair kunnen werken.
- CanMED rollen: het programma is gebaseerd op de 7 CanMED rollen. Een goede bedrijfsarts moet naast cognitieve en intellectuele vaardigheden, ook onderzoeks-, beroeps-, maatschappelijke en communicatieve vaardigheden beheersen om die 7 rollen te kunnen vervullen.
- Activerende werkvormen: de keuze voor activerende onderwijswerkvormen volgt uit het onderwijsconcept van reflectief inzichtelijk, wetenschappelijk onderbouwd, probleem-georiënteerd en zelfgestuurd onderwijs. De groepen studenten zijn betrekkelijk klein, waardoor interactief onderwijs met materiaal dat de studenten zelf aanbrengen uit de eigen beroepspraktijk goed te realiseren is.
- Authentiek toetsen: het aanbod van toetsvormen is divers. Een belangrijk aandeel daarin gaat naarde evaluatievorm ‘casus/werkstuk’, meestal in combinatie met een mondelinge presentatie en een kritische ondervraging. Door de aandacht voor authentiek toetsen wordt de theoretische kennis van studenten al tijdens de opleiding geoperationaliseerd, wat de professionele inzetbaarheid verhoogt.
- Docenten die in het werkveld staan: verschillende docenten en medewerkers aan de opleiding zijn tevens als bedrijfsarts of preventie¬adviseur actief in het werkveld, hebben een goede voeling met de veranderende noden in de arbeidsgeneeskunde en volgen ook actuele aanpassingen aan het beroepsprofiel nauw op. Hierdoor worden de opleiding en de leerresultaten actueel en relevant gehouden.
Sterke punten
- Modulair programma: de opleiding is opgebouwd rond 5 modules: drie thematische blokken aangevuld met een vaardigheids- en een wetenschappelijke module die over beide jaren heen lopen. De thematische modules 1) Mens en arbeid; 2) Mens en bedrijf en 3) Mens en maatschappij worden voorgesteld als drie concentrische cirkels die arbeid en gezondheid in een steeds bredere context van maatschappij en wereld plaatsen.
- Eindniveau van de opleiding en masterproef: het beoogde eindniveau wordt gerealiseerd door het leerresultatenkader dat vertrekt vanuit het CanMeds model. De masterproeven van de opleiding arbeidsgeneeskunde kennen een hoog wetenschappelijk niveau en de resultaten worden nationaal en internationaal verspreid .
- Betrokkenheid van alle stakeholders: door de interuniversitaire context wordt de betrokkenheid van verschillende stakeholders in de eerste plaats bewaakt en georganiseerd vanuit de opleiding. Studenten, docenten, alumni, stagemeesters en het werkveld zijn actief betrokken bij het onderwijs en vertegenwoordigd in meerdere commissies.
- Kwaliteitsbewaking via diverse overlegplatformen: de opleiding maakt gebruik van diverse overlegplatformen die erover waken dat de strategische doelstellingen onderwijs kwaliteitsvol ingevuld worden. De interuniversitaire stuurgroep neemt hierin een cruciale rol op, ondersteund door de interuniversitaire opleidingscommissie en de toetscommissie. Jaarlijks worden meerdere bevragingen georganiseerd onder studenten en docenten, en op regelmatige basis onder alumni, stagemeesters en beroepenveld.
- Integratie van onderzoek in onderwijs: het onderwijs is gebaseerd op excellent onderzoek en recente wetenschappelijke inzichten in het vakgebied. De opleiding heeft een goede verdeling tussen jonge, recent gedoctoreerde lesgevers en ervaren staf die betrokken is in toonaangevende publicaties en onderzoeksprojecten. Actuele ontwikkelingen in het onder-zoek worden op deze manier geïntegreerd in het curriculum.
Werkpunten
- Sharepoint en elektronisch portfolio: door het interuniversitaire karakter van de opleiding zijn lesgevers vanuit 4 Vlaamse universiteiten betrokken en kunnen studenten zich inschrijven aan de universiteit van hun keuze (KU Leuven, UGent, UAntwerpen en VUB). Elke universiteit heeft haar eigen leerplatform, slechts toegankelijk voor de ingeschreven studenten en eigen personeel. Er is géén interuniversitair centraal platform waar alle info voor iedereen toegankelijk is; momenteel wordt gewerkt met het open platform aan UGent, Zephyr, wat veel manueel werk betekent. In de toekomst wordt gedacht aan een sharepoint en/of Medbook als portfoliosysteem om een meer eenvoudige monitoring en opvolging mogelijk te maken.
- Internationalisering: de studenten combineren studie - werk en gezin waardoor ze aangeven dat een klassieke internationale uitwisseling moeilijk realiseerbaar is en weinig wenselijk. De opleiding zal internationalisering vooral stimuleren door kortere verblijven te organiseren en internationale activiteiten te organiseren op de campussen zelf (I@home, uitnodigen internationale sprekers).
- Dubbele cohorte - Stijging aantal studenten: het is moeilijk in te schatten wat de impact zal zijn door het afstuderen van de dubbele cohorte in 2018: verwacht wordt dat het aantal studenten dat kiest voor een masteropleiding in de arbeidsgeneeskunde zal stijgen. De huidige organisatie en kleinschaligheid van de opleiding maakt het moeilijk om grotere groepen studenten kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden. De opleiding gaat dan ook verder blijven bekijken hoe de kwaliteit van de opleiding hoog kan gehouden worden.