Master of Medicine in de specialistische geneeskunde (klinische biologie)
In deze opleiding word je opgeleid tot arts-specialist die over een adequate kennis en vaardigheid beschikt om hoogwaardige patiëntenzorg te verlenen in je specifieke vakgebied. Het is een interuniversitaire master die wordt gevolgd samen met de beroepsopleiding tot arts-specialist. De duur van de totale opleiding is afhankelijk van de specialisatie.
Inhoud
Voor het instappen in de master-na-master in de specialistische geneeskunde moet de basisopleiding Geneeskunde succesvol afgewerkt worden. De master-na-masteropleiding in de specialistische geneeskunde heeft een omvang van 180 studiepunten. Na de masteropleiding geneeskunde kun je - mits je aanvaard wordt na een selectieprocedure - de opleiding arts-specialist volgen in het Universitair Ziekenhuis (UZ) of in een andere goedgekeurde stageplaats. Het aantal kandidaten is beperkt en wordt verdeeld in het kader van de contingentering (K.B. 30.05.02). De duur van de opleiding is afhankelijk van de specialisatie.
Je wordt opgeleid tot arts-specialist die over een adequate kennis en vaardigheid beschikt om hoogwaardige patiëntenzorg te verlenen in je specifieke vakgebied. De opleiding heeft eveneens als doel een klinisch competente medische specialist af te leveren die zich door een houding van wetenschappelijke nieuwsgierigheid levenslang spontaan en zelfstandig kan blijven informeren in een vakgebied dat zowel wetenschappelijk als technologisch snel expandeert. De master in de specialistische geneeskunde wordt gevolgd tijdens de beroepsopleiding tot arts-specialist. De algemene organisatie van de opleiding is dezelfde voor alle opleidingen arts-specialist in Vlaanderen. Gezien de grote verscheidenheid van de afstudeerrichtingen voorziet de opleiding in algemene competenties, gemeenschappelijk voor alle arts-specialisten, aangevuld met competenties die de arts-specialist oriënteren in de richting van één van de specifieke beroepsprofielen. Op het einde van de opleiding heb je de vereiste competenties bereikt en leg je de masterproef af in het domein van het gekozen specialisme (30 studiepunten). Daarenboven wordt er in het programma van 180 studiepunten ook expliciete aandacht besteed aan vaardighedenonderwijs en aan persoonlijke ontwikkeling als ziekenhuisarts.
Voor wie
De toelatingsvoorwaarden zijn divers. Afhankelijk van je vooropleiding kun je rechtstreeks instromen of zijn er bijkomende voorwaarden.
Arbeidsmarkt
De titel van arts-specialist wordt in België niet door de universiteiten zelf toegekend maar door de Vlaamse minister voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, op voorstel van een erkenningscommissie waarvan ook universiteitsprofessoren deel uitmaken. Wie een opleiding tot arts-specialist volgde, vindt doorgaans een job in het gekozen specialisme, in een ziekenhuis of een eigen praktijk of binnen een samenwerkingsverband. De taken situeren zich binnen de gespecialiseerde diagnose en therapie. De specialisaties verschillen sterk van elkaar: psychiatrie, chirurgie, pediatrie, anesthesie ... Naast hun specifieke taken hebben de specialisten ook een plaats in onderzoek en gezondheidszorgontwikkeling, kunnen zij functies vervullen in de ziekenhuisadministratie, de farmaceutische industrie, de verzekeringssector of zijn zij inzetbaar in de brede setting van de preventieve gezondheidszorg.
> Afstudeerrichtingen
4-jarige opleidingen:
– oftalmologie
– stomatologie en mond-, kaak- en aangezichtschirurgie
5-jarige opleidingen:
– dermato-venereologie
– anesthesie-reanimatie
– fysische geneeskunde en revalidatie
– gerechtelijke geneeskunde
– gynaecologie-verloskunde
– inwendige geneeskunde
– kinder- en jeugdpsychiatrie
– klinische biologie
– neurologie
– nucleaire geneeskunde
– otorhinolaryngologie
– pathologische anatomie
– pediatrie
– radiotherapie-oncologie
– röntgendiagnose
– volwassenpsychiatrie
6-jarige opleidingen:
– cardiologie
– gastro-enterologie
– geriatrie
– heelkunde
– klinische genetica
– medische oncologie
– neurochirurgie
– orthopedische heelkunde
– plastische, reconstructieve en esthetische heelkunde
– pneumologie
– reumatologie
– urgentiegeneeskunde
– urologie
Kwaliteitszorg
Mensen die durven denken over de uitdagingen van morgen, daar streven we naar. Daarom is het onderwijs aan onze universiteit stevig verankerd in zes grote onderwijsdoelstellingen: denk breed, blijf onderzoeken, steun talent, bouw mee, verleg grenzen en kies kwaliteit. De UGent besteedt continu aandacht aan het verbeteren van de kwaliteit van de opleidingen. Het UGent-kwaliteitszorgsysteem geeft voor elke opleiding informatie over de troeven van de opleiding, de sterke punten én de werkpunten .
Meer info:
Troeven
- Multiperspectivisme: de Master in de Specialistische Geneeskunde stelt binnen haar 31 afstudeerrichtingen de missie “Samen naar verantwoorde zorg” voorop. Deze missie kunnen we maar bereiken door de basisartsen in hun ManaMa-traject verder op te leiden tot kritische, zichzelf in vraag stellende zorgverleners die inter- en multidisciplinair kunnen werken.
- Talentontwikkeling ASO’s: binnen het ManaMa programma is er ruimte voor het leggen van eigen accenten zodat ASO’s (Artsen Specialisten in Opleiding) zich gericht kunnen voorbereiden op latere carrièrekeuzes. Daarnaast stimuleert de opleiding binnen de 30 afstudeerrichtingen het voorzien van een persoonlijke mentor voor elke ASO en een meldpunt voor burn-out.
- Studietijd: de opleiding levert veel inspanningen om de studietijd van de ASO’s (en breder de werklast) te kwantificeren alsook om de invulling van de (bij wet vastgelegde) vier uren wetenschappelijke tijd zichtbaar te maken.
- Communicatiecultuur: de opleiding zet sterk in op een brede informatiedoorstroom over de structuur en de invulling van de MSG. Via de website http://www.msg.ugent.be hebben alle betrokkenen steeds toegang tot de meest up-to-date informatie. Daarnaast worden belangrijke wijzigingen op regelmatige basis via een nieuwsbrief gecommuniceerd.
- Betrokkenheid stakeholders: de betrokkenheid van de ASO’s, de alumni en het werkveld is structureel ingepland in het organogram van de opleiding en wordt via vele kanalen heel sterk gestimuleerd. Hiertoe behoort niet alleen de deelname aan de opleidingscommissie, het jaarlijks MSG-symposium maar ook aan de verschillende stuur- en werkgroepen van waaruit de opleiding verder vorm krijgt.
Sterke punten
- Programma: het programma richt zich op vier rollen: medicus, manager, communicator en wetenschapper waarin de Arts Specialist in Opleiding (ASO) dient opgeleid te worden zoals bij wet vastgelegd. De opleiding combineert theoretische lessen en academische opdrachten met het opdoen van ‘hands on’ professionele ervaring in een ziekenhuis, onder supervisie van een stagebegeleider (het zogenaamde werkplekleren).
- Professionalisering van de opleiders: de opleiding focust doelgericht op het organiseren van Train the Trainer sessies voor alle artsen die ASO’s op de werkplek begeleiden. De thema’s zijn divers waarbij er ingezet wordt op de voorwaarden van een krachtige leeromgeving: het geven van constructieve feedback gericht op groei, het uitvoeren van transparante evaluaties, het effectief en efficiënt aanleren van vaardigheden. De trainingen zijn zeer concreet en worden sterk gewaardeerd.
- Medbook: Elke ASO krijgt na het inschrijven voor de opleiding een account voor het elektronisch portfolio Medbook. Dit portfolio zorgt dat ASO’s en opleiders een goed beeld hebben over de inhoud van en realisaties binnen de opleiding. Tevens dient het als instrument om het krijgen van feedback te incorporeren in de dagelijkse klinische activiteiten. Deze tool ervaren de ASO’s als kapstok van hun opleiding.
- Charter: het charter voor het bewaken van een kwaliteitsvolle opleiding van de ASO is een tekst die werd opgesteld om een aantal principes rond opleiding vast te leggen. Dit instrument is interuniversitair gestroomlijnd en schept duidelijkheid in de wederzijdse verwachtingen van ASO’s en opleiders.
Werkpunten
- Videoregistratie met feedback: de opleiding wil meer inzetten op het opnemen van door ASO’s gevoerde patiëntenconsultaties. Dit videomateriaal wordt dan nadien gebruikt om het leerproces van de ASO’s te bevorderen door het te bespreken met de supervisoren en peers in kleine groepen.
- Kwaliteit stageplaatsen: De opleiding wil sterk inzetten op het zichtbaar maken van de kwaliteit van de stageplaatsen. Door het invullen van een interuniversitair goedgekeurde vragenlijst verplicht te maken wil de opleiding een zo hoog mogelijke input krijgen van de ASO’s over de verschillende universitaire en niet-universitaire stageplaatsen en op die wijze de vinger aan de pols te houden en kwalitatieve stageplaatsen te garanderen aan de ASO.
- Internationalisering: onder de ASO’s leeft de vraag naar meer mogelijkheden tot internationale uitwisseling. Een aantal randvoorwaarden zoals de taal en verloning zorgen er echter voor dat een uitwisseling niet zo evident is. De opleiding heeft een specifieke stuurgroep opgericht die inzet op het uitbouwen van een centraal aanspreekpunt, het registreren en stimuleren van enerzijds ingaande en uitgaande mobiliteit en anderzijds internationale activiteiten op de campus zelf (I@home activiteiten).