Master of Science in de fysica en de sterrenkunde
Het onderzoeksdomein van de fysica en sterrenkunde is zeer uitgebreid en interdisciplinair. Naast een grondige kennis van de fysica en van haar analytische methodologie, ontwikkel je er een sterk probleemstellend en probleemoplossend denkvermogen. Ook het conceptualiseren en het modelleren is een troef van de fysici.
Voltijds modeltraject: De student kan zelf kiezen welke van deze opleidingsonderdelen in het eerste en welke in het tweede modeltrajectjaar worden gevolgd; in combinatie met de keuzeopleidingsonderdelen neemt de student in totaal 60 studiepunten op in het eerste modeltrajectjaar en 30 studiepunten in het tweede modeltrajectjaar.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
sem 1
|
nl
|
Thomas Mertens
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Maarten Baes
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Jan Ryckebusch
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Christophe Detavernier
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Didar Dobur
|
6
|
|
Voltijds modeltraject: De student kan zelf kiezen welke opleidingsonderdelen in het eerste en welke in het tweede modeltrajectjaar worden gevolgd; in combinatie met de algemene onderdelen neemt de student in totaal 60 studiepunten op in het eerste modeltrajectjaar en 30 studiepunten in het tweede modeltrajectjaar.
Op te nemen: 60 studiepunten uit de onderstaande lijst waaronder zeker module
2.1.2. Dit betekent dat er altijd 10 studiepunten mobiliteit dienen opgenomen
te worden.
Praktisch kan dit betekenen dat 60 studiepunten komen uit module 2.1.1.
als bijv. 2 vakken met ref. a aanwezig zijn.
Opgelet: sommige keuzevakken worden om de 2 jaren aangeboden. Hou daar rekening mee bij het samenstellen van je minor.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
sem 2
|
en
|
Zeger Hens
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
en
|
Louis Vanduyfhuys
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Matthieu Boone
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
en
|
Jan Ryckebusch
|
6
|
|
|
|
|
|
Dimitri Van Neck
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
en
|
Stefaan Cottenier
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Dimitri Van Neck
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Jolien Dendooven
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
en
|
Luc Van Hoorebeke
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
en
|
Geert Verdoolaege
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
en
|
Geert Verdoolaege
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
en
|
Rino Morent
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Natalie Jachowicz
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
en
|
Jan Ryckebusch
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
en
|
Klaus Bacher
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Piet Termonia
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
en
|
Henk Vrielinck
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
en
|
Archisman Ghosh
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
en
|
Dirk Poelman
|
4
|
|
|
|
sem 2
|
en
|
Didar Dobur
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
en,nl
|
Veronique Van Speybroeck
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
en
|
Angelos Nersesian
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Sven De Rijcke
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Johan Braeckman
|
6
|
|
|
|
sem 1
sem 2
|
en
en
|
Bartel Van Waeyenberge
|
6
|
|
|
|
|
|
Maarten Baes
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
en
|
Jonas Joos
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
en
|
Stefaan Cottenier
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
en
|
Frank Verstraete
|
6
|
|
|
|
|
|
Michal Heller
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
en
|
Jutho Haegeman
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
en
|
Yvan Saeys
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
en
|
Michal Heller
|
6
|
|
a
|
|
sem 1
|
en
|
Ben Craps
|
6
|
|
a
|
|
sem 2
|
en
|
Alexandre Sevrin
|
6
|
|
a
|
|
sem 1
|
en
|
Steven Lowette
|
6
|
|
a
|
|
sem 2
|
en
|
Sophie De Buyl
|
6
|
|
a
|
|
sem 1
|
en
|
Steven Lowette
|
6
|
|
a
|
|
sem 2
|
en
|
Olivier Devroede
|
6
|
|
a
|
|
sem 2
|
en
|
Ben Craps
|
6
|
|
a
|
|
sem 2
|
en
|
Dany Vanbeveren
|
6
|
|
a
|
|
sem 1
|
en
|
Alexandros Spyridon Arvanitakis
|
6
|
|
a
|
|
sem 1
|
en
|
Steven Lowette
|
6
|
|
Op te nemen: minstens 10 studiepunten moeten worden besteed aan het aspect mobiliteit. Vakken uit de minor onderzoek met ref. a komen hiervoor in aanmerking. Kunnen ook: een stage in een onderzoeksgerelateerde omgeving of vakken aan een andere Universiteit - de concrete invulling gebeurt in samenspraak met de promotor van de masterproef. Stage in het kader van de masterproef telt niet mee als studiepunten, wel als mobiliteitspunten (2 per week). Stage NIET in het kader van de masterproef telt ook mee als studiepunten (ook weer 2 per week stage).
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
sem 1
|
nl
|
Bruno Merlevede
|
5
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Sophie Maussen
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
en
|
Petra Andries
|
3
|
|
|
|
sem 2
|
en
|
Johan Verrue
|
4
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Mirjam Knockaert
|
4
|
|
|
|
sem 2
|
en
|
Mieke Audenaert
|
4
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Maggie Geuens
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
en
|
Gosia Kozusznik
|
4
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Freddy Heylen
|
6
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Dirk Van de gaer
|
6
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Rudi Vander Vennet
|
5
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Brent Bleys
|
4
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Saskia Crucke
|
3
|
|
Op te nemen: hoogstens 6 studiepunten te selecteren uit de
opleidingsprogramma's aangeboden door UGent.
Op te nemen: minstens 12 studiepunten te selecteren uit de lijsten 2.1.1 en 2.1.2 waarvan hoogstens 3 studiepunten uit de lijst 2.1.2.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
2
|
jaar
|
nl
|
N. N.
|
30
|
|
- Geavanceerde kennis hebben van de vakgebieden die direct in verband staan met het fysisch en het sterrenkundig onderzoek in domeinen als vastestoffysica, nucleaire en deeltjesfysica, theoretische fysica en sterrenkunde.
- Geavanceerde kennis van theorieën, modellen, methoden, technieken, processen en toepassingen binnen de fysica en sterrenkunde aanwenden om complexe problemen te analyseren en op te lossen.
- Samenhang met andere relevante wetenschapsdomeinen onderzoeken en begrijpen en deze inzichten kaderen in geavanceerde ideeën of toepassingen.
- Grondig inzicht demonstreren in de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen van minstens één deelaspect van de fysica en sterrenkunde.
- Probleemgestuurd onderzoek in de fysica en de sterrenkunde ontwerpen en uitvoeren, alsook een oordeel vormen over de kwaliteit van beide fases.
- Kritisch reflecteren op bestaande en nieuwe theorieën, modellen of interpretaties binnen de fysica en sterrenkunde.
- Creativiteit vertonen om hypothesen te formuleren en nieuwe verbanden te ontdekken en een oordeel te vormen op basis van gegevens en informatie van mogelijks beperkte, onvolledige of zelfs tegenstrijdige aard.
- Informatie uit de fysische en sterrenkundige wetenschappelijke literatuur analyseren, kritisch evalueren en gestructureerd synthetiseren met aandacht voor correcte en volledige bronvermelding.
- Veranderingen in de omstandigheden of planning van een onderzoeksproces kunnen opvangen en sturen.
- Zelfstandig systematisch en kritisch reflecteren over het eigen denken en handelen en dit vertalen naar doordachte conclusies en meer adequate oplossingen.
- Een professionele houding vertonen die getuigt van openheid voor nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen in de fysica en/of sterrenkunde en hun toepassingen in een brede wetenschappelijke, economische of maatschappelijke context.
- Een actieve houding aannemen tegenover permanente kennisontwikkeling, levenslang leren en daarbij zelfstandig het eigen leerproces kunnen sturen.
- Zelfstandig logische en analytische redeneringen opbouwen binnen het vakgebied van de fysica en sterrenkunde en daarbuiten, complexe redeneringen doorgronden en kritisch evalueren.
- Probleemvoorkomend en probleemoplossend denken en handelen in een verscheidenheid aan situaties, ook in een niet-vertrouwde context en daarbij gebruik makend van de fysische en sterrenkundige methodologie.
- Eigen onderzoek, gedachten, ideeën, meningen of voorstellen i.v.m. fysica en/of sterrenkunde gepast en zorgvuldig schriftelijk en mondeling presenteren in de Engelse en/of de Nederlandse taal.
- Communiceren over nieuwe ontwikkelingen, onderliggende grondgedachten en oordeelsvorming binnen de fysica en sterrenkunde met deskundigen en niet-deskundigen.
- Afhankelijk van de situatie gepast ondersteunend, inspirerend, gezaghebbend kunnen communiceren, samenwerken en handelen in een fysische en/of sterrenkundige context.
- Oog hebben voor vragen, bezorgdheden, noden en innovatiebehoeften vanuit de maatschappij waartoe fysica en/of sterrenkunde een bijdrage kan leveren.
- Ethisch en maatschappelijk verantwoord handelen en engagement integreren in de professionele activiteit.
- In een brede verscheidenheid van werksituaties zelfstandig functioneren. Daarbij actief bijdragen tot innovatie, tot het implementeren van nieuwe technieken en ideeën, en tot het uitdenken van probleemoplossende strategieën.
- Professioneel gedrag vertonen, gekenmerkt door gedrevenheid, betrouwbaarheid, betrokkenheid, nauwkeurigheid, vasthoudendheid en zelfstandigheid.
- Minor onderwijs: Informatie en ervaring binnen het vakgebied fysica en/of sterrenkunde en andere relevante wetenschapsdomeinen onderwijzen op verschillende niveaus.
- Minor onderwijs: De maatschappij sensibiliseren en enthousiasmeren voor wetenschappelijke informatie en de accuraatheid ervan.
- Minor economie en bedrijfskunde: De vaardigheden vertonen van een beginnend werknemer in een functie op gebied van projectmanagement, beleidsontwikkeling of consulting.
- Minor economie en bedrijfskunde: Relevantie en implicaties van fysische wetenschappelijke ontwikkelingen of toepassingen kunnen inschatten in een economische en beleidsmatige context.