Master of Science in de pedagogische wetenschappen (klinische orthopedagogiek en Disability Studies)
In de Master in de pedagogische wetenschappen zijn er twee afstudeerrichtingen. De afstudeerrichting Pedagogiek en onderwijskunde richt zich op de studie van het pedagogisch handelen. In de afstudeerrichting Klinische orthopedagogiek en Disability Studies ligt het accent op de studie van het pedagogisch handelen vanuit maatschappelijk ‘verbijzonderde’ situaties. Het betreft de bijzondere situaties van mensen met een beperking (disability studies), met gedrags- en emotionele problemen (gedragsstoornissen) en van mensen met een verslavingsproblematiek (middelenmisbruik).
Inhoud
In de afstudeerrichting Klinische orthopedagogiek en Disability Studies ligt het accent op de studie van het pedagogisch handelen gericht op ondersteuning van kinderen, jongeren en volwassenen in maatschappelijk kwetsbare situaties. Het betreft onder meer de bijzondere situaties van mensen met een beperking (Disability Studies), met gedrags- en emotionele problemen (gedragsstoornissen) en van mensen met een verslavingsproblematiek (middelenmisbruik).
Disability studies
Vroeger werd de situatie van mensen met een beperking vooral bestudeerd vanuit een individueel-biologische perspectief. Bovendien werd ervan uitgegaan dat de persoon met een beperking getraind moest worden opdat die zich kon aanpassen aan de eisen van de omgeving. We zien linken in processen van in- en uitsluiting op basis van ability, sociaal-economische status, etniciteit, religie en gender. De vraag ‘wie telt mee?’ en ‘op welke manier?’ is cruciaal in het doorbreken van de grote nadruk op een ‘normaal’, ‘gepast’ en ‘herkenbaar’ subject. Disability Studies probeert het fenomeen ‘dis/ability’ breder en kritisch te bestuderen als onderdeel van een historisch, politiek, cultureel en sociaal proces. Het zijn niet alleen de ‘revaliderende’ maatregelen ten aanzien van personen die besproken worden, maar ook de manier waarop de omgeving toegankelijker, minder onderdrukkend en minder discriminerend georganiseerd kan worden. Er wordt nagedacht over de stem van de persoon met een beperking en zijn/haar natuurlijk netwerk. De context is van cruciaal belang in het formuleren van mogelijke orthopedagogische acties. Disability Studies laat zonder negatieve punten uit het leven van mensen met beperkingen te erkennen veerkracht en eigenheid (bv. dovencultuur) op een positieve manier aan bod komen.
Gedragsstoornissen en Middelenmisbruik
Maatschappelijke veranderingen hebben bijgedragen tot een toename van een grotere complexiteit van de gedrags- en emotionele stoornissen en mate van middelenmisbruik. Waar de pedagogische (kinderen) en agogische (volwassenen) aspecten vroeger vooral bestudeerd werden vanuit een ziekte- en stoornismodel komt nu vooral het afwisselend zinvol handelen met die groepen aan bod. Het betekent dat de diagnose een integraal onderdeel vormt van het handelingsplan, dat op zijn beurt regelmatig bijgestuurd en geëvalueerd wordt. De nadruk situeert zich niet op het gedrag of een specifieke doelgroep, maar op het handelen zelf. De aanpak van die kinderen en volwassenen situeert zich onvermijdelijk in een relationele benadering die onderhevig is aan een maatschappelijk, cultureel, gezondheids-, psychologisch en rechtenparadigma. Organisatorische, ethische en methodische aspecten van deze relaties komen aan bod. De benaderingen vanuit het integratieve en postmodernistische kader van de theoretische orthopedagogiek krijgen ook een praktische uitwerking.
Voor wie
De toelatingsvoorwaarden zijn divers. Afhankelijk van je vooropleiding kun je rechtstreeks instromen of zijn er bijkomende voorwaarden.
Arbeidsmarkt
Na de afstudeerrichting Klinische orthopedagogiek en Disability Studies bestaat het ruime werkveld uit diverse vormen van bijzondere ondersteuning van mensen: de zorg en ondersteuning voor personen met een beperking, het buitengewoon onderwijs, diensten voor begeleid wonen, bijzondere jeugdzorg, onthaaltehuizen, opvangcentra voor jongeren ... Als klinisch orthopedagoog sta je in voor de handelinggerichte diagnostiek van kinderen en jeugdigen in probleemsituaties. Je bent betrokken bij het voorlichten, adviseren en begeleiden van ouders en andere professionelen die hierbij betrokken zijn (waaronder opvoeders ...). Je staat zelf in voor de uitvoering van een aantal orthopedagogische handelingen om de leefsituatie en participatie van die kinderen, jongeren en volwassenen in de maatschappij te verbeteren.
Binnen de orthopedagogiek zijn verschillende werkterreinen te onderscheiden. Orthopedagogen werken in de (geestelijke) gezondheidszorg, zowel in de ambulante als (semi)residentiële zorgvoorzieningen, bv. kinder- en jeugdpsychiatrische instellingen. Ook zijn orthopedagogen werkzaam in de zorg voor personen met een beperking: in revalidatiecentra, activiteitencentra, multifunctionele centra, thuisbegeleidingsdiensten, dagverblijven voor kinderen en ouderen. Anderen verrichten taken op het gebied van leerlingenbegeleiding, ondersteuning van leerkrachten, schoolteams en schoolorganisaties, bv. in scholen voor buitengewoon onderwijs, schoolbegeleidingsdiensten en in het kader van inclusief onderwijs. Tevens zijn er orthopedagogen werkzaam binnen de jeugdhulpverlening en jeugdbescherming. Zij zijn o.a. verbonden aan (gezins)voogdijinstellingen, ambulante en residentiële behandelingseenheden.
Een nieuwe wet voorziet in de erkenning van het statuut voor klinisch psycholoog en klinisch orthopedagoog. Uiteraard is dat een belangrijke stap voor die disciplines. De opleidingen zijn recent grondig hervormd in lijn met de vereisten beschreven in de nieuwe wet. De wet impliceert ook dat in een aantal gevallen gevraagd zal worden een zesde jaar gesuperviseerde praktijk te doen. Het is met name van toepassing voor klinisch orthopedagogen die autonoom in het domein van de gezondheidszorg zullen functioneren of zich als zelfstandige willen vestigen. De details en de implicaties hiervan worden momenteel door de Minister van Volksgezondheid verfijnd op advies van de Federale Raad voor de Uitoefening van de Gezondheidszorgberoepen. Verschillende professoren van de faculteit zetelen in de raad en houden zo de vinger aan de pols.
Kwaliteitszorg
Mensen die durven denken over de uitdagingen van morgen, daar streven we naar. Daarom is het onderwijs aan onze universiteit stevig verankerd in zes grote doelstellingen.
- Denk Breed. Zo breed mogelijk denken en daarbij ruimte geven om zichzelf en de eigen visies in vraag te stellen. Durf Denken maar ook durven veranderen van denkwijze.
- Blijf Onderzoeken. Onderzoek is het fundament van ons onderwijs. Elke dag opnieuw hangt de Universiteit Gent haar manier van onderwijzen vast aan de dynamiek van de wetenschap.
- Steun Talent. Iedereen start met gelijke kansen. Alle studenten krijgen de gelegenheid hun talenten te ontwikkelen, onafhankelijk van gender, culturele of sociale achtergrond.
- Bouw Mee. Studenten, personeel, de overheid en de bedrijfswereld krijgen de kans om mee te bouwen aan de inhoud en de vorm van ons kwalitatief hoogstaand onderwijs. De Universiteit Gent staat bekend om haar bijzonder actieve studenten in studentenparticipatie en daar zijn we trots op.
- Verleg Grenzen. We willen onze studenten internationale en interculturele bagage meegeven. We geven ze de kans om over de grenzen heen ervaring op te doen. We zetten ook onze deuren open voor studenten uit de gehele wereld en verwelkomen buitenlandse docenten en wetenschappelijk personeel.
- Kies Kwaliteit. Constante kwaliteitszorg en -verbetering zit in onze cultuur gebakken en daar communiceren we in alle openheid over naar iedereen. We zijn trots op het niveau van onze universiteit.
De UGent ziet de onderwijskwaliteitszorg als een intern zelfevaluatieproces, waarbij faculteiten en opleidingen de doelen die ze zichzelf hebben gesteld, aftoetsen aan de behaalde resultaten en op basis hiervan het beleid bijsturen. De portfolio’s vormen een belangrijke schakel in dit proces. De behaalde resultaten zijn gebaseerd op kwantitatieve en kwalitatieve informatie van betrokken stakeholders (studenten, lesgevers, werkveld, internationale experten, alumni, …). De ‘peerleerbezoeken’, het jaarlijkse kwaliteitsoverleg en het Onderwijskwaliteitsbureau (OKB) zorgen ervoor dat de PDCA-cyclus op verschillende beleidsniveaus gesloten wordt en helpen om het verbeterbeleid scherp te houden.
Een uitgebreide beschrijving van hoe de Universiteit Gent continu aandacht houdt voor kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur is te vinden in de Eigen Regie in Gents Onderwijsbeleid en Kwaliteitszorg (ERGO)
Kwaliteit van deze opleiding
Dit kwaliteitszorgsysteem geeft voor elke opleiding informatie over de troeven, de sterke punten en de werkpunten. Een samenvatting voor deze opleiding is te vinden hieronder:
Troeven
- Multiperspectivisme: Als discipline is het de pedagogische wetenschappen eigen om het menselijke handelen in domeinen als opvoeding, onderwijs, vorming en hulpverlening vanuit verschillende wetenschappelijke invalshoeken te benaderen en te bestuderen.
- Talentontwikkeling: Alumni en studenten spreken zich tevreden uit over de opleiding. Ze vermelden de ontwikkeling van een open blik en kritische ingesteldheid, het statuut van werkstudent en de bijhorende faciliteiten, en de uitstekende voorbereiding op de arbeidsmarkt.
- Kenniscreatie: De opleiding houdt steeds de vinger aan de pols om maatschappelijke en onderzoeksmatige ontwikkelingen in het vakgebied van nabij op te volgen. Getuige hiervan is de programmahervorming van de afstudeerrichting Orthopedagogiek naar Klinische Orthopedagogiek en Disability Studies en het faciliteren van stagemogelijkheden in binnen- en buitenland.
- Programma: Het opleidingsprogramma van de opleiding Pedagogische Wetenschappen is een adequate vertaling van haar visie: een brede benadering met geleidelijke specialisatie in een programma dat een sterke verticale en horizontale samenhang vertoont. De realisatie van deze visie gebeurt a.d.h.v. competentiegericht onderwijs met aandacht voor leren in context, aandacht voor coaching en feedback enctiverende werkvormen die aanzetten tot (zelf-)reflectie en samenwerking.
- Integratie theorie en praktijk: Kennisontwikkeling in relatie tot praktijkverbetering staat centraal, waarbij toegepast onderzoek wordt uitgevoerd om bij te dragen tot actieve veranderingen in het werkveld en de maatschappij. Studenten worden met andere woorden opgeleid tot reflectieve praktijkwerker én onderzoeker.
Sterke punten
- Geleidelijke specialisatie: De verschillende werkvelden binnen de pedagogische wetenschappen worden initieel breed benaderd, met gaandeweg meer mogelijkheden tot specialisatie.
- Kwaliteitscultuur: In de opleiding heerst een kwaliteitscultuur: er is continu aandacht voor onderwijs en onderwijsinnovatie en de opleiding onderneemt actie waar nodig.
- Gemotiveerd lesgeversteam: De opleiding wordt gedragen door enthousiaste en geëngageerde lesgevers uit verschillende vakgroepen en disciplines. Uit de opleidings- en onderwijsevaluaties blijkt steeds weer de tevredenheid van de studenten over de aanspreekbaarheid, motivatie, inzet en kwaliteit van de lesgevers betrokken bij de opleiding.
- Vertrouwen: De opleiding hecht veel waarde aan het vertrouwen in de professionaliteit van de lesgevers en in de groeimogelijkheden van de studenten.
- Professionele ontwikkeling: Vanuit de faculteit worden verschillende initiatieven genomen om professionele ontwikkeling van de lesgevers te ondersteunen, zoals de recent ingevoerde onderwijsdagen en het stimuleren van het delen van good practices over de opleidingen heen.
Werkpunten
- Betrokkenheid van studenten bij de opleiding: Binnen de opleiding is men op zoek naar hoe studenten beter kunnen betrokken worden, zowel naar formele participatie binnen de faculteit als naar communicatie inzake de opleiding. Door een wervende aanpak vanuit de opleidingscommissie en de organisatie van gerichte (focus)gesprekken met de studenten, trachten we actief werk van te maken van een sterkere betrokkenheid.
- De infrastructuur: Studenten zijn algemeen tevreden over de infrastructuur, maar stippen daarbij wel aan dat er op de campus niet voldoende lokalen zijn om in groep samen te werken en dat de lokalen zich qua opstelling en inrichting vaak (nog) niet lenen voor het gebruik van alternatieve werkvormen.
- Samenwerking met andere faculteiten: Samenwerking met andere opleidingen buiten de eigen faculteit blijft een uitdaging. De opleiding zoekt aktief naar een samenwerkingsmodel.
Een meer uitgebreide analyse van het onderwijsbeleid en de -kwaliteitszorg van deze opleiding is te vinden in dit rapport.