Master of Science in de ingenieurswetenschappen: architectuur (stadsontwerp en architectuur)
De masteropleiding architectuur concentreert zich rond atelierwerk. Daarin staat architectuurontwerpen centraal. Studenten kiezen één van beide afstudeerrichtingen: Stadsontwerp en architectuur, waar het architectuurontwerp eerder in de ruimtelijke omgeving en de stedenbouwkundige context gekaderd wordt, of Architectuurontwerp en bouwtechniek, waar binnen het architectuurontwerp, de materialisatie en bouwtechnische aspecten bijzondere aandacht krijgen.
EUR-ACE® Master (EURopean ACcredited Engineering Master)
Het EUR-ACE label werd aan deze opleiding toegekend door de Commission des titres d’ingénieur (CTI), onder goedkeuring van het European Network for Accreditation of Engineering Education (ENAEE).
EUR-ACE® is een accreditatiesysteem dat binnen een vastgelegd kader een reeks kwaliteitsstandaarden biedt die hoogwaardige ingenieursdiploma’s identificeren zowel binnen als buiten Europa.
EUR-ACE® Master (EURopean ACcredited Engineering Master)
Het EUR-ACE label werd aan deze opleiding toegekend door de Commission des titres d’ingénieur (CTI), onder goedkeuring van het European Network for Accreditation of Engineering Education (ENAEE).
EUR-ACE® is een accreditatiesysteem dat binnen een vastgelegd kader een reeks kwaliteitsstandaarden biedt die hoogwaardige ingenieursdiploma’s identificeren zowel binnen als buiten Europa.
Inhoud
Via de opleiding krijg je toegang tot brede én gespecialiseerde kennis over de architectuur en aanverwante kennisgebieden en het vakkenaanbod stelt je in staat om naar gelang je interesses en intellectuele sterktes een eigen profiel te ontwikkelen. Dat profiel kan variëren van een specialisatie in het bouwen, over expertise in stad en landschap tot architectuurhistorisch en -theoretisch onderzoek.
De masteropleiding wordt daarom aangeboden in twee afstudeerrichtingen. De afstudeerrichting Stadsontwerp en architectuur architectuur bekijkt het gebouw in zijn bredere context. Ze mikt op studenten met een bijzondere interesse voor het gebouw in zijn omgeving. Je krijgt een introductie in de kennisgebieden die betrekking hebben op het ontwerp op grotere schaal. Zo leer je inzicht verkrijgen in de ruimtelijke dimensie van verstedelijkingsprocessen, of nadenken over de uitdaging die transitievraagstukken met betrekking tot wonen, werk, voeding, of energie stellen aan het ontwerp van de stad van morgen.
Voor wie
De toelatingsvoorwaarden zijn divers. Afhankelijk van je vooropleiding kun je rechtstreeks instromen of zijn er bijkomende voorwaarden.
Structuur
Het atelierwerk staat in beide afstudeerrichtingen nog steeds centraal. Je volgt één ontwerpatelier dat is gekoppeld aan je afstudeerrichting. Daarnaast kies je uit een aanbod aan ontwerpstudio’s die focussen op de stad, de architectuur, het interieur of bouwdetail. Deze studio’s worden gegeven door specialisten uit de Vlaamse architectuurscène, elk met een eigen en persoonlijke visie. Hoorcolleges maken in de master steeds meer plaats voor seminaries die inzoomen op specifieke thema’s en problematieken, waarbij lesgevers in discussie gaan met een kleine groep studenten. Binnen de keuzevakken nemen de bijzondere vraagstukken een groot aandeel in; je kan op deze manier participeren in het lopend onderzoek van lesgevers.
De masterproef biedt je de mogelijkheid om in nauw overleg met één van de lesgevers je interesse te verdiepen in een specifiek kennisdomein, van bouwfysica tot architectuurgeschiedenis, van verstedelijkingsprocessen tot architectuurontwerp. De seminaries en de masterproef zijn bijzonder interactieve vormen van onderwijs. Ze zorgen voor een nauwe betrokkenheid tussen studenten, docenten en onderzoekers. De waaier aan onderzoeksthema’s waaruit je kan kiezen, is breed: van architectuurhistorische onderwerpen, zoals een onderzoek naar trappenpartijen in 18de eeuwse stadspaleizen in Napels, over onderzoek naar de relatie tussen beeldende kunst en architectuur, tot het ontwikkelen van historische cartografieën van niet-Europese steden. Maar je kan ook meewerken aan bouwtechnische experimenten met behulp van digitale computertechnieken, of onderzoek doen naar de optimalisatie van energieprestaties in woningen. De voorbije jaren vielen tal van studenten met hun masterproeven in de prijzen, wat deuren heeft geopend voor hun verdere loopbaan.
Tijdens je masteropleiding krijg je ook de mogelijkheid om een internationale ervaring op te doen. Dat kan via een stage in het buitenland, deelname aan buitenlandse (ontwerp)workshops, de masterstudiereis, veldwerk in het kader van een masterproef en uiteraard ook via een Erasmusuitwisseling. Een deel van de masteropleiding wordt in het Engels gedoceerd. Je komt ook in contact met inkomende Erasmusstudenten uit diverse landen en je krijgt af en toe ook les van buitenlandse gastdocenten. De opbouw van de master biedt dus veel flexibiliteit: ofwel kies je om je verregaand te specialiseren, ofwel opteer je ervoor om breed en interdisciplinair te werken.
Arbeidsmarkt
Het diploma Ingenieurswetenschappen: architectuur biedt ruime beroepskansen in het brede en internationale werkveld van zowel de bouwsector als een breed gamma van aan de architectuur gerelateerde activiteiten. Sommige afgestudeerden vestigen zich als zelfstandig architect-ontwerper, na een stage van twee jaar bij een erkend architect-stagemeester en na erkenning door de Orde van Architecten. Anderen gaan aan de slag als ingenieur bouwstructuren, werfleider op grote projecten of specialiseren zich in duurzaam bouwen, klimatisatie enz.
Architectuurontwerp is steeds minder een individuele aangelegenheid en afgestudeerden zijn goed voorbereid op het samenwerken met andere architecten, stedenbouwkundigen of ingenieurs, voor opdrachten die gaan van constructieve detaillering tot landschapsontwerp. Dat kan in de privésector, maar ook in overheidsdiensten die begaan zijn met de gebouwde omgeving, met historische monumenten, infrastructuur of het landschap. Nog andere oud-studenten werken in de culturele sector of gaan verder in onderzoek en onderwijs in binnen- als buitenland.
Kortom, met de stevige en brede basis die de opleiding biedt én de kans om een eigen profiel te ontwikkelen, verschaft ze toegang tot een waaier aan mogelijkheden in het beroepsleven.
Kwaliteitszorg
Mensen die durven denken over de uitdagingen van morgen, daar streven we naar. Daarom is het onderwijs aan onze universiteit stevig verankerd in zes grote onderwijsdoelstellingen: denk breed, blijf onderzoeken, steun talent, bouw mee, verleg grenzen en kies kwaliteit.
De UGent heeft continu aandacht voor kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur. Het UGent-kwaliteitszorgsysteem geeft voor elke opleiding informatie over de troeven van de opleiding, de sterke punten én de werkpunten.
Meer info:
Troeven
- Brede visie op architectuur: Architectuur wordt in deze opleiding benaderd als een discipline die raakt aan verschillende facetten van de maatschappij en dus niet als de expertise van één bepaald beroepsprofiel. Studenten leren zich te positioneren als ontwerper met betrekking tot de verschillende kennisvelden (sociaal, historisch, technisch, artistiek) die het brede veld van de architectuur uitmaken. Het onderwijsprogramma is gebaseerd op deze globale visie van de architectuur en georganiseerd rond drie pijlers: het architectuurontwerpen, de bouwtechnische en basiswetenschappelijke vakken, en de architectuurwetenschappen. Tegelijk biedt het curriculum een open blik op de wereld, zowel door de inhoud van de lessen als door internationale mobiliteit te stimuleren (studiereizen, stage, Erasmusuitwisseling).
- Grote verscheidenheid aan lesvormen: De opleiding biedt verschillende lesvormen aan, van hoorcolleges en interactieve seminaries tot ontwerpstudio’s. De zogenaamde Bijzondere Vraagstukken (onderzoeksseminaries) en de Jokerweek (een projectweek waarin studenten over de jaren heen samenwerken aan één opdracht) zijn sleutelcomponenten in dit gevarieerde aanbod. In de verschillende lesvormen is personeel met zeer gevarieerde achtergrond en expertise actief: van professoren en onderzoekers tot architecten die dagelijks in het werkveld staan. Op regelmatige basis worden buitenlandse gastsprekers uitgenodigd.
- Eigen profiel: Het programma is coherent en gestructureerd opgebouwd. Toch krijgen de studenten binnen dit duidelijke programma een grote keuzevrijheid wat betreft een aantal keuzevakken, ontwerpstudio’s, seminaries en dergelijke meer. Zo kunnen de studenten zich verdiepen of bekwamen in bepaalde aspecten van het vakgebied en over de jaren heen een eigen profiel uitbouwen. Dit geldt voornamelijk in de masterjaren waar studenten voor een afstudeerrichting kiezen die focust op de schaal van het gebouw of van de stad, en waar ook heel wat tijd is uitgetrokken voor de masterproef. Via een Erasmussemester, waarbij –uiteraard binnen bepaalde regels- veel vrijheid wordt gegeven om een vakkenpakket samen te stellen, kunnen studenten aan gerenommeerde partnerinstellingen hun eigen traject bijkomend vormgeven.
- Betrokkenheid: Via de studentenorganisatie (De Loeiende Koe) en tal van studentenvertegenwoordigers zijn de studenten heel sterk betrokken bij de uitbouw van het onderwijsprogramma. Door lesvormen waar studenten één op één met begeleiders in gesprek gaan, wordt deze betrokkenheid verder bevorderd. Het voorzien van een ontmoetingsplek voor studenten, en de medewerking van staf aan de studentenpublicatie zorgt voor een continue, informele dialoog tussen de diverse jaren onderling en tussen studenten en staf. Inkomende Erasmusstudenten worden zo veel mogelijk opgenomen in de eigen studentenpopulatie door het stimuleren van gemengde teams voor groepswerk, interactieve lesvormen,…
- Brede kennisvormen en competenties: Onze studenten worden voortdurend aangezet tot kritische zelfreflectie en krijgen via de opleiding verschillende kennisvormen en competenties mee. Deze brengen hen in staat de dialoog op te stellen tussen de toenemend gespecialiseerde actoren in het ontwerp en de ontwikkeling van onze gebouwde omgeving. Een afgestudeerde van onze opleiding is een flexibel inzetbare master die beschikt over een basisvertrouwdheid met alle kenniscompetenties van het vakgebied en zich tegelijkertijd heeft gespecialiseerd in bepaalde onderdelen in functie van individuele interesses en sterktes.
Sterke punten
- Voorbereiding: Om goed voorbereid het eerste academiejaar in te zetten kunnen studenten deelnemen aan een aantal zomercursussen. Er is ook een ijkingstoets waarin studenten het gewenste niveau kunnen peilen. De info-dag vormt een belangrijk moment: door de presentatie van materiaal (maquettes, tekeningen, projectwerken, papers, etc.) krijgen toekomstige studenten een helder beeld van de opleiding. Ook de eindejaarstentoonstelling, die met de nieuwe studenten wordt bezocht, vormt een belangrijk moment van informatieoverdracht.
- Gemotiveerd en gevarieerd lesgeversteam: De opleiding wordt gedragen door geëngageerde lesgevers uit verschillende disciplines (ontwerp, theorie, geschiedenis, bouwfysica, bouwtechniek, draagsystemen, stadsontwerp, stedenbouw…) en met verschillende professionele achtergronden (professoren, onderzoekers, praktiserende architecten). Deze verscheidenheid aan professionele expertise draagt bij tot een uitstekende en toegepaste kennisoverdracht binnen de verschillende lesformats. Multiperspectivisme wordt op die manier ook geëxpliciteerd in het curriculum. Buitenlandse gastsprekers en –begeleiders, helpen verder om de blik op de wereld te verruimen.
- Streven naar coherentie binnen verscheidenheid in de gehele opleiding: De breedte van het curriculum maakt het noodzakelijk om specifieke instrumenten te ontwikkelen om de coherentie te bewaren. Recent maken de lesgevers in samenwerking met de Loeiende Koe jaarlijks een bachelorkrant. Hierin wordt een overzicht gegeven van alle ontwerpgerelateerde opdrachten tijdens de bachelorjaren. Deze krant laat toe te weten hoe het academiejaar georganiseerd zal zijn, maar ook welke klemtonen en werkmethodes er worden toegepast over de drie bachelorjaren heen. De studenten kunnen zo beter de eigen opdrachten plaatsen binnen een globale visie voor de bacheloropleiding en het verplicht lesgevers om na te denken over nuttige linken tussen de diverse opleidingsonderdelen. Met het opzet van de masterbeurs, waarin de bijzondere vraagstukken, ontwerpstudio’s en masterproeven worden toegelicht, wordt ook voor de masters dergelijk inzicht voorzien. Deze informatie laat hen toe om hun volledige mastertraject goed te plannen en te zoeken naar trajecten over twee jaar heen.
- Toetsing: De studenten worden op verschillende manieren getoetst, via in te dienen of te presenteren opdrachten, en via schriftelijke en mondelinge examens. Deze gevarieerde vormen laten toe verschillende competenties en vaardigheden te testen. Belangrijk daarbij is dat studenten vanaf 1ste Bachelor gevormd worden om zelfstandig keuzes te maken en deze keuzes te beargumenteren voor zowel staf als medestudenten. Studenten worden vanaf 2de Bachelor ook begeleid in het schrijven van papers, met aandacht voor zowel vorm als inhoud.
- Aanspreekbaarheid: Als opleiding zetten wij in op een onmiddellijk en intensief persoonlijk contact tussen onze docenten en studenten. Dit gebeurt enerzijds binnen de ontwerpateliers en andere opdrachtgerelateerde lessen waar studenten één op één met hun lesgevers en begeleiders in gesprek gaan. Ook in de meer theoretische lessen wordt ingezet op de aanspreekbaarheid van de docenten.
Werkpunten
- Integratie van kennisvormen en competenties: Hoewel er een duidelijke structuur in het programma aanwezig is, blijft de wisselwerking tussen de verschillende opleidingspijlers en de integratie van verschillende kennisvormen en competenties in de ontwerpstudio’s een voortdurend aandachtspunt binnen de opleiding. Met de verschillende betrokkenen trachten we in een open dialoog deze integratie te bevorderen.
- Werkdruk: De studenten geven terecht aan dat de werkdruk vaak heel hoog ligt. Door de combinatie van theoretische lessen en ontwerpgerelateerde opdrachten ligt de werkdruk zowel tijdens de lesweken als in de examenperiode hoog. De Bachelorkrant is één van de manieren om de werkdruk in kaart te brengen en zo nodig bij te sturen. Ook wordt regelmatig actief met de studenten overlegd om te zien waar en hoe de werkdruk aangepast kan worden.
- Integratie van duurzaamheidsvraagstukken: Duurzaamheid staat vandaag hoog op de agenda. In een multidisciplinaire opleiding die een breed beroepsveld beoogt, is het evident dat verschillende dimensies van de duurzaamheidsthematiek worden geïntegreerd. Vanaf het eerste jaar komen duurzaamheidsaspecten aan bod in de ontwerpateliers, de bouwtechnische en de architectuurwetenschappelijke vakken. De opleiding vindt het belangrijk dat studenten hierover kritisch kunnen reflecteren, en wil gaandeweg duurzaamheidsvraagstukken een nog meer prominente en zichtbare plaats geven in het curriculum.
Deze opleiding is geaccrediteerd door de NVAO, de accreditatie werd verlengd onder het positief besluit instellingsreview in 2022. De kwaliteit van deze opleiding werd gevalideerd door een kwaliteitstoets in de vorm van een screening door het Onderwijskwaliteitsbureau. Het borgingsbesluit vindt u hier.
Deze informatie werd laatst bijgewerkt op 14/02/2023.
Heb je vragen of suggesties over deze publieke info, neem dan contact op met de opleiding.