Bachelor of Science in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie
Kinesitherapie betekent letterlijk 'behandelen door bewegen'. Je moet interesse hebben in de bewegende medemens en de begeleiding bij stoornissen van die beweging, maar ook aanleg voor wetenschappen. Een goede fysieke conditie is evenmin onbelangrijk.
Inhoud
Kinesitherapie betekent letterlijk ‘behandelen door bewegen’. Maar in feite houdt die term veel meer in. Met alle beschikbare middelen proberen kinesitherapeuten de capaciteiten van de patiënt te optimaliseren: opnieuw leren lopen na een ongeval, specifieke ademhalingstechnieken aanleren om een hart- en/of longpatiënt een meer comfortabel bestaan te bieden, een bewegingsprogramma opstellen voor een diabetespatiënt, valpreventie geven aan ouderen, mobiliseren van de wervelkolom bij acute rugklachten ... Het is maar een greep uit het brede gamma van revalidatiewetenschappen en kinesitherapie. Die waaier van taken breidt nog dagelijks uit en vereist een continue follow-up en een kritische geest.
Kinesitherapie is in feite zoals het leven zelf, voortdurend in beweging!
Voor wie
Als je kiest voor Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie dan kies je voor de wetenschappelijk onderbouwde gezondheidszorg. Je hebt dus niet enkel interesse voor de bewegende medemens en de begeleiding bij stoornissen van die beweging, maar ook voor wetenschappen.
Een goede voorkennis van chemie en fysica vormt een groot pluspunt bij de start en wordt aanbevolen.
Interesse voor het praktische werk van de kinesitherapeut en een sociale gerichtheid zijn absolute vereisten. Ook een zekere sportieve aanleg is meegenomen omdat een goede fysieke conditie als kinesitherapeut een niet te onderschatten voordeel is bij het uitvoeren van de behandelingstechnieken.
Structuur
- Bachelor
De bacheloropleiding bestaat uit 180 studiepunten. Het is de bedoeling dat je na de bachelor doorstroomt naar de master. Je voldoet na de bachelor nog niet aan het wettelijk vereiste aantal uren stage om je erkenning als kinesitherapeut aan te vragen. Naast beroepsspecifieke kinesitherapeutische competenties wordt ook aandacht geschonken aan bredere competenties (bv. maatschappelijke competenties, samenwerken en communiceren …). Doel is het vormen van polyvalente kinesitherapeuten die in alle settings van de gezondheidszorg inzetbaar zijn.
In het eerste jaar krijg je een ruime maar op de kinesitherapie toegepaste basiswetenschappelijke vorming. Al vanaf het eerste jaar leer je een aantal praktische basistechnische vaardigheden in de kinesitherapie. In het tweede jaar worden die inzichten verder uitgediept en geïntegreerd en in het derde jaar zet je een belangrijke stap naar het beroepsspecifiek handelen. Via kijkstages in het eerste jaar tot en met de eigenlijke stages van derde bachelor tot tweede master word je opgeleid tot het beroep.
- Master
De masteropleiding omvat 120 studiepunten. In de masterjaren gaat veel aandacht naar de wetenschappelijke vorming. Je kiest een afstudeerrichting in een specifiek werkterrein op basis van je persoonlijke interesse (musculoskeletale aandoeningen, kinderen, inwendige aandoeningen, ouderen). De beroepsspecifieke kinesitherapeutische competenties en bredere competenties worden verder geïntegreerd bijgebracht. Daarnaast ligt het accent op de verdere klinische training via uitgebreide stages en het stimuleren van internationale en interculturele competenties.
Een bachelordiploma geeft ook toegang tot andere dan de hier vermelde masters. Het overzicht vind je op het tabblad ‘Verder studeren’.
Arbeidsmarkt
Als master kun je de job opnemen van kinesitherapeut in ziekenhuizen, revalidatiecentra, rust- en verzorgingstehuizen, woon- en zorgcentra, bijzondere instellingen … Dat kan in loondienst of als zelfstandige. Verder kun je aan de slag in het gespecialiseerd onderwijs of als sportkinesitherapeut bij een club. Ook binnen het wetenschappelijk onderzoek is een groeiende markt te onderscheiden, evenals in een heel gamma van aanverwante domeinen (medisch afgevaardigde, functies binnen gezondheidsmanagement (bv. bij de overheid), researchfuncties in de industrie ...).
Wat revalidatie betreft, neemt de actieradius van de kinesitherapeut gestaag toe; denken we maar aan de opkomst van de revalidatie bij kankerpatiënten, de manuele therapie of aan de niet te verwaarlozen vergrijzing van de bevolking, met haar eigen problematiek en nood aan verzorging en behandeling. Ook de stijgende incidentie van een aantal inwendige aandoeningen zoals diabetes en obesitas doet de vraag naar kinesitherapeuten stijgen.
In de sportwereld ziet men ook meer en meer de nood aan specialisten in. Als master in de revalidatiewetenschappen en kinesitherapie heb je een ruime tewerkstellingsmogelijkheid. Het opleidingsaanbod van de UGent beantwoordt immers aan de behoeften van de moderne kinesitherapie.
De opleiding heeft ervoor gekozen met haar vier afstudeerrichtingen zo goed mogelijk de markt, de maatschappelijke noden, en de mogelijkheden tot tewerkstelling te volgen. De grootste groep studenten komt in de musculoskeletale praktijk terecht, meteen tevens de grootste arbeidsmarkt. Ook de andere afstudeerrichtingen (pediatrie, inwendige aandoeningen, en ouderen) spelen in op de maatschappelijke nood om de kinderen met disfuncties adequaat en professioneel op te vangen, en de steeds groter wordende populatie van ouderen en mensen met aandoeningen zoals hartfalen of kanker met de noodzakelijke professionaliteit te omkaderen. Het promoten van (eventueel aangepaste) fysieke activiteit is één van de belangrijkste doelstellingen van de kinesitherapeut in een ruime waaier van patiëntenpopulaties.
Kwaliteitszorg
Mensen die durven denken over de uitdagingen van morgen, daar streven we naar. Daarom is het onderwijs aan onze universiteit stevig verankerd in zes grote onderwijsdoelstellingen: denk breed, blijf onderzoeken, steun talent, bouw mee, verleg grenzen en kies kwaliteit.
De UGent heeft continu aandacht voor kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur. Het UGent-kwaliteitszorgsysteem geeft voor elke opleiding informatie over de troeven van de opleiding, de sterke punten én de werkpunten.
Meer info:
Troeven
- Klinische expertise: het theoretisch onderwijs wordt verzorgd door een equipe van professoren, artsen en gezondheidszorgbeoefenaars met een sterke inhoudelijke en wetenschappelijke expertise. Praktijkassistenten, die met beide voeten in de klinische praktijk staan, verzorgen het praktijkonderwijs. Deze combinatie zorgt ervoor dat studenten zowel medisch - wetenschappelijk als praktijkgericht gevormd worden en onmiddellijk inzetbaar zijn in het werkveld.
- Geslaagde symbiose tussen onderzoek en onderwijs: doorheen de vijfjarige opleiding is de leerstof gebaseerd op actueel toonaangevend wetenschappelijk onderzoek. De onderzoeksexpertise van de lesgevers wordt tevens geïntegreerd in het praktijkonderwijs. Op die manier leren de studenten op een kritische manier om te gaan met nieuwe ontwikkelingen binnen het gezondheidslandschap.
- Ruimte voor keuze: de opleiding is een innoverende academische opleiding, met oog voor theorie én praktijk. De opleiding is verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek dat ook internationale faam geniet. Naast een brede basisopleiding, heeft de student in het laatste jaar de keuze tussen verschillende afstudeerrichtingen, die gericht zijn op verschillende maatschappelijke noden.
- Praktijk: praktijkervaring is onmisbaar. Daarom lopen de studenten tijdens hun opleiding maar liefst 896 uren stage. De bulk daarvan gebeurt in de masterjaren, maar ook in de bachelor komen de studenten in contact met het beroepenveld. In de bachelor doen de studenten na enkele korte kijkstages al twee volwaardige stages. In de eerste master lopen de studenten drie keer zo’n 20 dagen stage en in de tweede master lopen ze specifieke stages binnen de afstudeerrichting.
- Lesgevers en studenten staan dicht bij elkaar: door de vele contacturen is er een sterke interactie tussen de lesgevers en de studenten. Lesgevers zijn makkelijk aanspreekbaar voor vragen en problemen. De commubicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Ufora. Naast de vakspecifieke ondersteuning door de lesgevers wordt er tevens een goed uitgebouwde studie-ondersteuning aan studenten geboden i.f.v. het optimaal doorlopen van hun studietraject.
Sterke punten
- Programma: het curriculum van de opleiding kent een mooie opbouw in verschillende weloverwogen leerlijnen. Naast de kinesitherapielijn (K-lijn), is er ook een duidelijke plaats voor wetenschappen (W-lijn), wetenschappelijk onderzoek (O-lijn), het functioneren als kinesitherapeut in een multidisciplinaire context (M-lijn) en stage (S-lijn).
- Talentontwikkeling van studenten en personeel: de opleiding geeft studenten en lesgevers de kans om hun talenten maximaal te ontwikkelen onder de vorm van blended learning, het toekennen van bijzondere statuten, deelname aan de honoursprogramma’s, universiteitsbrede keuzevakken, …
- Inspraak en participatie: ondanks het groot aantal studenten slaagt de opleiding erin om de studenten voldoende inspraak te geven in het onderwijsbeleid. Studenten zijn vertegenwoordigd in verschillende commissies en appreciëren hierin de open communicatie die door de opleiding wordt gevoerd. Ook de andere stakeholders ( alumni, stagementoren, kinesitherapeuten uit het werkveld,…) worden betrokken bij het beleid.
- Kwaliteitszorg: de kwaliteit van het onderwijs staat bij de opleiding centraal. De opleiding heeft een lange traditie van interne kwaliteitszorg, waarop ze de dag van vandaag nog steeds kan voortbouwen.
- Internationalisering: in het kader van het Erasmusprogramma heeft de opleiding samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat opleidingen in Europa. Maar de opleiding kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van Erasmus) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. 22.5% procent van onze studenten doen in het kader van hun opleiding kinesitherapie een buitenlandse ervaring op.
Werkpunten
- Instroombeleid: het programma start met een aantal vrij diepgaande wetenschappelijke vakken. De opleiding is ervan overtuigd dat dit wetenschappelijk inzicht in het menselijk lichaam en de biochemische processen noodzakelijk is voor de verdere uitwerking van de kinesitherapeutische vaardigheden. Niet alle instromers zijn in hun vooropleiding voldoende voorbereid op het verwachte academisch niveau. De opleiding blijft via verschillende communicatiekanalen inzetten op informatie en sensibilisering om de instromers zo goed mogelijk hierover te informeren.
- Omkadering: gezien het groot aantal studenten, zijn de theorielessen vaak verspreid over de ganse Gentse binnenstad. De opleiding maakt daarbij gebruik van de grote auditoria van andere campussen. Het praktijkonderwijs gebeurt in groepen van ongeveer 30 à 40 studenten. Personeelsomkadering en onvoldoende praktijklokalen maken het momenteel niet mogelijk om deze groepen kleiner te maken. Binnen deze context moet de opleiding blijvend aandacht hebben om uurroosters zo goed mogelijk op te stellen: springuren, verre verplaatsingen, ... .
- Toekomstperspectief: met de vergrijzing van de bevolking is er een groeiende vraag naar kinesitherapeuten uit de afstudeerrichtingen Revaki bij (ver)ouderen en Revaki bij Inwendige ziekten. Ondanks de werkzekerheid binnen deze domeinen, is er door de studenten op dit moment nog onvoldoende aantrekkingskracht voor deze interventiedomeinen. In samenwerking met de faculteit onderneemt de opleiding initiatieven om deze interventiedomeinen gerichter te promoten.
Deze opleiding is geaccrediteerd door de NVAO, de accreditatie werd verlengd onder het positief besluit instellingsreview in 2022. De kwaliteit van deze opleiding werd gevalideerd door een kwaliteitstoets in de vorm van een screening door het Onderwijskwaliteitsbureau. Het borgingsbesluit vind je hier.
Deze informatie werd laatst bijgewerkt op 10/07/2024.
Heb je vragen of suggesties over deze publieke info, neem dan contact op met de opleiding.