Educatieve Master of Science in de wetenschappen en technologie (bio-engineering)
Een educatieve master bereidt je voor op een job als leraar in het onderwijs met focus op het secundair onderwijs (2de en 3de graad), het hoger onderwijs en het volwassenenonderwijs. Ook buiten het onderwijs is een diploma van de educatieve masteropleiding relevant. Na elke bacheloropleiding van de UGent kun je starten met een educatieve master.
Afhankelijk van de vooropleiding van de student (en in overeenstemming met de toelatingsvoorwaarden tot de educatieve masteropleiding Wetenschappen en Technologie, afstudeerrichting Bio-engineering):
Minstens 54 en hoogstens 60 studiepunten op te nemen uit de overeenkomstige domeinspecifieke masteropleiding (aansluitend op het
bachelordiploma van de student).
Als er geen aanduiding van modeltrajectjaar naast een opleidingsonderdeel staat, beslist de student in functie van het curriculum/het programma welke gekozen opleidingsonderdelen in het eerste of tweede modeltrajectjaar worden opgenomen. Een stagevak kan enkel opgenomen worden als de corresponderende vakdidactiek al gevolgd is, of gelijktijdig gevolgd wordt.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
sem 1
|
nl
|
Melissa Tuytens
|
4
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Tijs Rotsaert
|
4
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Wim Beyers
|
4
|
|
Op te nemen 6 studiepunten te selecteren uit onderstaande lijst, waarvan:
- Bachelor in de bio-ingenieurswetenschappen: een opleidingsonderdeel met referentie a, b, c of d
- Bachelor in de bio-ingenieurswetenschappen met afstudeerrichtingen/major bos- en natuurbeheer, land- en waterbeheer of land, water en klimaat: een opleidingsonderdeel met referentie a, b, c, d of e
- Bachelor in de biowetenschappen: een opleidingsonderdeel met referentie b of c
- Bachelor in de bio-industriële wetenschappen: een opleidingsonderdeel met referentie c
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
a
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
6
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
6
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
6
|
|
d
|
|
jaar
|
nl
|
Stefaan Cottenier
|
6
|
|
e
|
|
|
|
Nico Van de Weghe
|
6
|
|
Op te nemen: 12 studiepunten uit onderstaande lijst, met
- 4 studiepunten met referentie a
- 4 studiepunten met referentie b corresponderend met de opgenomen vakdidactiek uit de Programmalijn vakdidactiek
- 4 studiepunten met referentie c corresponderend met de opgenomen vakdidactiek uit de Programmalijn vakdidactiek of Stage C: bio-engineering.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
a
|
|
jaar
|
nl
|
Kathy Messens
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Philippe Smet
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Nico Van de Weghe
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Kathy Messens
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Philippe Smet
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Nico Van de Weghe
|
4
|
|
Op te nemen: 12 studiepunten te selecteren uit de onderstaande lijst, waaronder
- 4 studiepunten uit de opleidingsonderdelen met referentie a
- 4 studiepunten uit de opleidingsonderdelen met referentie b corresponderend met de vakdidactiek gekozen in de Programmalijn Vakdidactiek
- 4 studiepunten uit de opleidingsonderdelen met referentie c corresponderend met de vakdidactiek gekozen in Module 2 van de Keuzeruimte (bijkomende vakdidactiek).
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
a
|
|
jaar
|
nl
|
Kathy Messens
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Philippe Smet
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Nico Van de Weghe
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Philippe Smet
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Nico Van de Weghe
|
4
|
|
Op te nemen: 6 studiepunten vrij te kiezen uit één of meerdere modules uit de onderstaande lijst. Na goedkeuring door de faculteit.
De opleidingsonderdelen met referentie b kunnen maar gevolgd worden nadat het opleidingsonderdeel met referentie a gevolgd is.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
sem 2
|
nl
|
Veerle Segers
|
4
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Kris Rutten
|
4
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Veerle Provoost
|
4
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Joachim Waterschoot
|
5
|
|
a
|
1
|
sem 1
|
nl
|
Ulrike Vogl
|
3
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
6
|
|
Op te nemen: een andere vakdidactiek dan gekozen in de Programmalijn Vakdidactiek, afhankelijk van de bacheloropleiding:
- Bachelor in de bio-ingenieurswetenschappen: 6 studiepunten met referentie f, g, h of i. Het opleidingsonderdeel met referentie j kan enkel opgenomen worden indien in de programmalijn vakdidactiek Vakdidactiek wiskunde I voorafgaand of gelijktijdig wordt opgenomen.
- Bachelor in de bio-ingenieurswetenschappen met afstudeerrichting/major 'bos- en natuurbeheer' of 'land- en waterbeheer' of 'land, water en klimaat': 6 studiepunten met referentie f, g, h, i of k. Het opleidingsonderdeel met referentie j kan enkel opgenomen worden indien in de programmalijn vakdidactiek Vakdidactiek wiskunde I voorafgaand of gelijktijdig wordt opgenomen.
- Bachelor in de biowetenschappen: 6 studiepunten met referentie g of h
Wie een bijkomende vakdidactiek opneemt, is verplicht eveneens de bijhorende stage uit de Programmalijn stage op te nemen. Elke student die kan aantonen voldoende academische voorkennis te hebben verworven in een ander specifiek domein (minstens 30 studiepunten, 60 studiepunten voor talen), kan bij de curriculummanager Eduma een aanvraag indienen om de corresponderende vakdidactiek als bijkomende didactiek te mogen volgen. Indien dat toegestaan wordt, moet ook de Programmalijn stage aangepast worden om een stage C in deze bijkomende didactiek te kunnen volgen.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
f
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
6
|
|
g
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
6
|
|
h
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
6
|
|
i
|
|
jaar
|
nl
|
Stefaan Cottenier
|
6
|
|
j
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
6
|
|
k
|
|
jaar
|
nl
|
Nico Van de Weghe
|
6
|
|
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
3
|
|
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
6
|
|
Op te nemen: een aan het onderwijs gerelateerd opleidingsonderdeel van minstens 6 studiepunten uit een opleiding van de universiteiten van de Vlaamse gemeenschap en/of de lijst Enlight keuzevakken. Na goedkeuring door de faculteit.
De masterproef wordt opgenomen in overeenstemming met de domeinspecifieke masteropleiding. Indien de masterproef in de domeinspecifieke masteropleiding 18 of 21 studiepunten bedraagt, dan neemt de student in de educatieve masteropleiding een
masterproef op van 24 studiepunten. Indien de masterproef in de domeinspecifieke masteropleiding 30 studiepunten bedraagt, dan neemt de student in de educatieve masteropleiding een masterproef op van 30 studiepunten.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
jaar
|
nl
|
|
24
|
|
|
|
jaar
|
nl
|
|
30
|
|
Afhankelijk van de vooropleiding van de student (en in overeenstemming met de toelatingsvoorwaarden tot de educatieve masteropleiding Wetenschappen en Technologie, afstudeerrichting Bio-engineering):
Minstens 54 en hoogstens 60 studiepunten op te nemen uit de overeenkomstige domeinspecifieke masteropleiding (aansluitend op het
bachelordiploma van de student).
Als er geen aanduiding van modeltrajectjaar naast een opleidingsonderdeel staat, beslist de student in functie van het curriculum/het programma welke gekozen opleidingsonderdelen in het eerste of tweede modeltrajectjaar worden opgenomen. Een stagevak kan enkel opgenomen worden als de corresponderende vakdidactiek al gevolgd is, of gelijktijdig gevolgd wordt.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
sem 1
|
nl
|
Melissa Tuytens
|
4
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Tijs Rotsaert
|
4
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Wim Beyers
|
4
|
|
Op te nemen 6 studiepunten te selecteren uit onderstaande lijst, waarvan:
- Bachelor in de bio-ingenieurswetenschappen: een opleidingsonderdeel met referentie a, b, c of d
- Bachelor in de bio-ingenieurswetenschappen met afstudeerrichtingen/major bos- en natuurbeheer, land- en waterbeheer of land, water en klimaat: een opleidingsonderdeel met referentie a, b, c, d of e
- Bachelor in de biowetenschappen: een opleidingsonderdeel met referentie b of c
- Bachelor in de bio-industriële wetenschappen: een opleidingsonderdeel met referentie c
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
a
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
6
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
6
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
6
|
|
d
|
|
jaar
|
nl
|
Stefaan Cottenier
|
6
|
|
e
|
|
|
|
Nico Van de Weghe
|
6
|
|
Op te nemen: 12 studiepunten uit onderstaande lijst, met
- 4 studiepunten met referentie a
- 4 studiepunten met referentie b corresponderend met de opgenomen vakdidactiek uit de Programmalijn vakdidactiek
- 4 studiepunten met referentie c corresponderend met de opgenomen vakdidactiek uit de Programmalijn vakdidactiek of Stage C: bio-engineering.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
a
|
|
jaar
|
nl
|
Kathy Messens
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Philippe Smet
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Nico Van de Weghe
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Kathy Messens
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Philippe Smet
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Nico Van de Weghe
|
4
|
|
Op te nemen: 12 studiepunten te selecteren uit de onderstaande lijst, waaronder
- 4 studiepunten uit de opleidingsonderdelen met referentie a
- 4 studiepunten uit de opleidingsonderdelen met referentie b corresponderend met de vakdidactiek gekozen in de Programmalijn Vakdidactiek
- 4 studiepunten uit de opleidingsonderdelen met referentie c corresponderend met de vakdidactiek gekozen in Module 2 van de Keuzeruimte (bijkomende vakdidactiek).
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
a
|
|
jaar
|
nl
|
Kathy Messens
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Philippe Smet
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Nico Van de Weghe
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Philippe Smet
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Nico Van de Weghe
|
4
|
|
Op te nemen: 6 studiepunten vrij te kiezen uit één of meerdere modules uit de onderstaande lijst. Na goedkeuring door de faculteit.
De opleidingsonderdelen met referentie b kunnen maar gevolgd worden nadat het opleidingsonderdeel met referentie a gevolgd is.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
sem 2
|
nl
|
Veerle Segers
|
4
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Kris Rutten
|
4
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Veerle Provoost
|
4
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Joachim Waterschoot
|
5
|
|
b
|
2
|
sem 2
|
nl
|
Bart Deygers
|
3
|
|
b
|
2
|
sem 2
|
en
|
June Eyckmans
|
3
|
|
b
|
2
|
sem 2
|
fr
|
Pascale Hadermann
|
3
|
|
b
|
2
|
sem 2
|
de
|
Gunther Martens
|
3
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
6
|
|
Op te nemen: een andere vakdidactiek dan gekozen in de Programmalijn Vakdidactiek, afhankelijk van de bacheloropleiding:
- Bachelor in de bio-ingenieurswetenschappen: 6 studiepunten met referentie f, g, h of i. Het opleidingsonderdeel met referentie j kan enkel opgenomen worden indien in de programmalijn vakdidactiek Vakdidactiek wiskunde I voorafgaand of gelijktijdig wordt opgenomen.
- Bachelor in de bio-ingenieurswetenschappen met afstudeerrichting/major 'bos- en natuurbeheer' of 'land- en waterbeheer' of 'land, water en klimaat': 6 studiepunten met referentie f, g, h, i of k. Het opleidingsonderdeel met referentie j kan enkel opgenomen worden indien in de programmalijn vakdidactiek Vakdidactiek wiskunde I voorafgaand of gelijktijdig wordt opgenomen.
- Bachelor in de biowetenschappen: 6 studiepunten met referentie g of h
Wie een bijkomende vakdidactiek opneemt, is verplicht eveneens de bijhorende stage uit de Programmalijn stage op te nemen. Elke student die kan aantonen voldoende academische voorkennis te hebben verworven in een ander specifiek domein (minstens 30 studiepunten, 60 studiepunten voor talen), kan bij de curriculummanager Eduma een aanvraag indienen om de corresponderende vakdidactiek als bijkomende didactiek te mogen volgen. Indien dat toegestaan wordt, moet ook de Programmalijn stage aangepast worden om een stage C in deze bijkomende didactiek te kunnen volgen.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
f
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
6
|
|
g
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
6
|
|
h
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
6
|
|
i
|
|
jaar
|
nl
|
Stefaan Cottenier
|
6
|
|
j
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
6
|
|
k
|
|
jaar
|
nl
|
Nico Van de Weghe
|
6
|
|
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
3
|
|
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
6
|
|
Op te nemen: een aan het onderwijs gerelateerd opleidingsonderdeel van minstens 6 studiepunten uit een opleiding van de universiteiten van de Vlaamse gemeenschap en/of de lijst Enlight keuzevakken. Na goedkeuring door de faculteit.
De masterproef wordt opgenomen in overeenstemming met de domeinspecifieke masteropleiding. Indien de masterproef in de domeinspecifieke masteropleiding 18 of 21 studiepunten bedraagt, dan neemt de student in de educatieve masteropleiding een
masterproef op van 24 studiepunten. Indien de masterproef in de domeinspecifieke masteropleiding 30 studiepunten bedraagt, dan neemt de student in de educatieve masteropleiding een masterproef op van 30 studiepunten.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
jaar
|
nl
|
|
24
|
|
|
|
jaar
|
nl
|
|
30
|
|
Afhankelijk van de vooropleiding van de student (en in overeenstemming met de toelatingsvoorwaarden tot de educatieve masteropleiding Wetenschappen en Technologie, afstudeerrichting Bio-engineering):
Minstens 54 en hoogstens 60 studiepunten op te nemen uit de overeenkomstige domeinspecifieke masteropleiding (aansluitend op het
bachelordiploma van de student).
Als er geen aanduiding van modeltrajectjaar naast een opleidingsonderdeel staat, beslist de student in functie van het curriculum/het programma welke gekozen opleidingsonderdelen in het eerste of tweede modeltrajectjaar worden opgenomen. Een stagevak kan enkel opgenomen worden als de corresponderende vakdidactiek al gevolgd is, of gelijktijdig gevolgd wordt.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
sem 1
|
nl
|
Melissa Tuytens
|
4
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Tijs Rotsaert
|
4
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Wim Beyers
|
4
|
|
Op te nemen 6 studiepunten te selecteren uit onderstaande lijst, waarvan:
- Bachelor in de bio-ingenieurswetenschappen: een opleidingsonderdeel met referentie a, b, c of d
- Bachelor in de bio-ingenieurswetenschappen met afstudeerrichtingen/major bos- en natuurbeheer, land- en waterbeheer of land, water en klimaat: een opleidingsonderdeel met referentie a, b, c, d of e
- Bachelor in de biowetenschappen: een opleidingsonderdeel met referentie b of c
- Bachelor in de bio-industriële wetenschappen: een opleidingsonderdeel met referentie c
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
a
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
6
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
6
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
6
|
|
d
|
|
jaar
|
nl
|
Stefaan Cottenier
|
6
|
|
e
|
|
|
|
Nico Van de Weghe
|
6
|
|
Op te nemen: 12 studiepunten uit onderstaande lijst, met
- 4 studiepunten met referentie a
- 4 studiepunten met referentie b corresponderend met de opgenomen vakdidactiek uit de Programmalijn vakdidactiek
- 4 studiepunten met referentie c corresponderend met de opgenomen vakdidactiek uit de Programmalijn vakdidactiek of Stage C: bio-engineering.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
a
|
|
jaar
|
nl
|
Kathy Messens
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Philippe Smet
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Nico Van de Weghe
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Kathy Messens
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Philippe Smet
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Nico Van de Weghe
|
4
|
|
Op te nemen: 12 studiepunten te selecteren uit de onderstaande lijst, waaronder
- 4 studiepunten uit de opleidingsonderdelen met referentie a
- 4 studiepunten uit de opleidingsonderdelen met referentie b corresponderend met de vakdidactiek gekozen in de Programmalijn Vakdidactiek
- 4 studiepunten uit de opleidingsonderdelen met referentie c corresponderend met de vakdidactiek gekozen in Module 2 van de Keuzeruimte (bijkomende vakdidactiek).
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
a
|
|
jaar
|
nl
|
Kathy Messens
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Philippe Smet
|
4
|
|
b
|
|
jaar
|
nl
|
Nico Van de Weghe
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Philippe Smet
|
4
|
|
c
|
|
jaar
|
nl
|
Nico Van de Weghe
|
4
|
|
Op te nemen: 6 studiepunten vrij te kiezen uit één of meerdere modules uit de onderstaande lijst. Na goedkeuring door de faculteit.
De opleidingsonderdelen met referentie b kunnen maar gevolgd worden nadat het opleidingsonderdeel met referentie a gevolgd is.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
sem 2
|
nl
|
Veerle Segers
|
4
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Kris Rutten
|
4
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Veerle Provoost
|
4
|
|
|
|
sem 1
|
nl
|
Joachim Waterschoot
|
5
|
|
b
|
2
|
sem 2
|
nl
|
Bart Deygers
|
3
|
|
b
|
2
|
sem 2
|
en
|
June Eyckmans
|
3
|
|
b
|
2
|
sem 2
|
fr
|
Pascale Hadermann
|
3
|
|
b
|
2
|
sem 2
|
de
|
Gunther Martens
|
3
|
|
a
|
1
|
sem 1
|
nl
|
Ulrike Vogl
|
3
|
|
|
|
sem 2
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
6
|
|
Op te nemen: een andere vakdidactiek dan gekozen in de Programmalijn Vakdidactiek, afhankelijk van de bacheloropleiding:
- Bachelor in de bio-ingenieurswetenschappen: 6 studiepunten met referentie f, g, h of i. Het opleidingsonderdeel met referentie j kan enkel opgenomen worden indien in de programmalijn vakdidactiek Vakdidactiek wiskunde I voorafgaand of gelijktijdig wordt opgenomen.
- Bachelor in de bio-ingenieurswetenschappen met afstudeerrichting/major 'bos- en natuurbeheer' of 'land- en waterbeheer' of 'land, water en klimaat': 6 studiepunten met referentie f, g, h, i of k. Het opleidingsonderdeel met referentie j kan enkel opgenomen worden indien in de programmalijn vakdidactiek Vakdidactiek wiskunde I voorafgaand of gelijktijdig wordt opgenomen.
- Bachelor in de biowetenschappen: 6 studiepunten met referentie g of h
Wie een bijkomende vakdidactiek opneemt, is verplicht eveneens de bijhorende stage uit de Programmalijn stage op te nemen. Elke student die kan aantonen voldoende academische voorkennis te hebben verworven in een ander specifiek domein (minstens 30 studiepunten, 60 studiepunten voor talen), kan bij de curriculummanager Eduma een aanvraag indienen om de corresponderende vakdidactiek als bijkomende didactiek te mogen volgen. Indien dat toegestaan wordt, moet ook de Programmalijn stage aangepast worden om een stage C in deze bijkomende didactiek te kunnen volgen.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
f
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
6
|
|
g
|
|
jaar
|
nl
|
Dominique Adriaens
|
6
|
|
h
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
6
|
|
i
|
|
jaar
|
nl
|
Stefaan Cottenier
|
6
|
|
j
|
|
jaar
|
nl
|
Hendrik Van Maldeghem
|
6
|
|
k
|
|
jaar
|
nl
|
Nico Van de Weghe
|
6
|
|
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
3
|
|
|
|
jaar
|
nl
|
Katrien Strubbe
|
6
|
|
Op te nemen: een aan het onderwijs gerelateerd opleidingsonderdeel van minstens 6 studiepunten uit een opleiding van de universiteiten van de Vlaamse gemeenschap en/of de lijst Enlight keuzevakken. Na goedkeuring door de faculteit.
De masterproef wordt opgenomen in overeenstemming met de domeinspecifieke masteropleiding. Indien de masterproef in de domeinspecifieke masteropleiding 18 of 21 studiepunten bedraagt, dan neemt de student in de educatieve masteropleiding een
masterproef op van 24 studiepunten. Indien de masterproef in de domeinspecifieke masteropleiding 30 studiepunten bedraagt, dan neemt de student in de educatieve masteropleiding een masterproef op van 30 studiepunten.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
jaar
|
nl
|
|
24
|
|
|
|
jaar
|
nl
|
|
30
|
|
Opleidingscompetenties
Competentiegebied 1: competentie in één of meerdere wetenschappen
1. Gespecialiseerde theoretische en praktische domeinspecifieke kennis beheersen, uitbreiden, actualiseren, verbreden, verdiepen.
2. Gespecialiseerde theoretische en praktische (vak)didactische kennis beheersen, uitbreiden, actualiseren, verbreden, verdiepen.
3. Zelfstandig (inter)nationaal wetenschappelijk onderzoek omtrent het leraarschap in het algemeen en de discipline in het bijzonder ontsluiten en de inzichten toepassen in de eigen klas- en schoolcontext.
Competentiegebied 2: wetenschappelijke competentie
4. De mogelijkheden en grenzen van verschillende theoretische paradigma’s in onderwijskundig en (vak)didactisch onderzoek kennen, kritisch bevragen en vanuit een veelheid aan perspectieven benaderen.
5. Een volledige onderzoekscyclus over een onderwijsrelevant onderwerp doorlopen en hierover rapporteren conform wetenschappelijke criteria.
Competentiegebied 3: intellectuele competentie
6. Kritisch-reflectief omgaan met (dissonante) informatie, onderwijspraktijken, methodieken en leermiddelen op basis van wetenschappelijke evidentie.
7. Op basis van een actieve en onderzoekende houding t.o.v. de onderwijsrealiteit bijdragen aan beroepsvernieuwing, schoolbeleid en schoolontwikkeling.
8. Door onderzoekend leren en kritische zelfevaluatie het eigen functioneren als leraar bijsturen en zodoende richting en innovatie geven aan zijn of haar professionele praktijk en ontwikkeling.
Competentiegebied 4: competentie in samenwerken en communiceren
9. Vanuit een pluralistische basishouding communiceren met leerlingen, ouders of verzorgers met diverse taalachtergronden in diverse talige situaties met het oog op informatie-uitwisseling, het stimuleren van betrokkenheid en participatie en het samen ontwikkelen van constructieve oplossingen om het leren te ondersteunen en te stimuleren.
10. Constructief samenwerken met externe partners met het oog op de verrijking van het onderwijs- en vormingsaanbod en de facilitering van de doorstroming tussen onderwijsniveaus en naar de arbeidsmarkt.
11. In een schoolteam constructief samenwerken en initiatief nemen voor, deelnemen aan en leidinggeven aan (inter)disciplinair teamoverleg tussen leraren.
12. Communiceren over onderwijskundige thema’s, het lerarenberoep en zelfontwikkelde oplossingen voor de onderwijspraktijk met collega’s en andere stakeholders in het onderwijsveld.
Competentiegebied 5: maatschappelijke competentie
13. Kennis verbinden met actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen waarbij de confrontatie met andere perspectieven de eigen onderwijspraktijk verrijkt.
14. Deelnemen aan het maatschappelijke debat vanuit een persoonlijk maatschappelijk engagement en met het oog op perspectiefverbreding.
Competentiegebied 6: specifieke aanvullende competenties voor het lerarenberoep
15. Creëren van een positieve, veilige en krachtige evidence-informed leeromgeving die aansluit bij de beginsituatie van de lerenden en responsief is ten aanzien van de diversiteit in de leergroep.
16. Kennis, vaardigheden en attitudes inzetten om voor lerenden uitdagende leeromgevingen te creëren en nieuwe ideeën voor de onderwijspraktijk ontwikkelen en aan de realiteit toetsen.
17. Een positief leefklimaat creëren en door doelgerichte activiteiten en formele en informele interacties de brede persoonlijke, intellectuele en maatschappelijke ontplooiing van leerlingen ondersteunen, met respect voor hun sociale, culturele en levensbeschouwelijke achtergrond.