Bachelor of Science in de diergeneeskunde
De dierenarts van de 21ste eeuw houdt zich minder bezig met het individuele dier (behalve bij de gezelschapsdieren) dan wel met de gezondheid van de groep en de preventie van besmettelijke ziekten. Een belangrijke taak voor de moderne dierenarts heeft te maken met de productiewijze en de veiligheid van voedsel.
Deze opleiding is geaccrediteerd door EAEVE - European Association of Establishments for Veterinary Education.
https://www.eaeve.org/esevt/establishments-status
Inhoud
De opleiding leidt vooral dierenartsen op die in de parktijk dieren gaan verzorgen. De zorg voor het individuele dier vinden we terug bij gezelschapsdieren en paarden. Hier zien we een gelijkaardige evolutie als in de humane gezondheidszorg met verdere verdieping in specifieke disciplines. Bij de intensieve teelt van landbouwhuisdieren is het doel het voortbrengen van gezond en veilig voedsel voor de mens. De nadruk ligt op de gezondheid van groepen dieren en op ziektepreventie. De dierenarts treedt binnen een landbouwbedrijf vooral op als bedrijfsadviseur, voor wie gezondheid en economie hand in hand gaan. Ten slotte vervult de dierenarts in het kader van de veterinaire volksgezondheid een belangrijke taak als bewaker van de voedselveiligheid.
Aandachtspunten
Voor wie
Als je diergeneeskunde wil studeren, moet je beschikken over een diploma secundair onderwijs, slagen én gunstig gerangschikt zijn voor het toelatingsexamen.
Het toelatingsexamen maakt duidelijk dat er voor fysica, wiskunde, chemie en biologie een grondige voorkennis verwacht wordt. De wetenschappelijke opleiding van de dierenarts houdt in dat de kennis zich niet beperkt tot ‘wat is de diagnose’ en ‘hoe te behandelen’, maar ook dat het ‘waarom’ diepgaand wordt bestudeerd. Fysieke en motorische factoren (bv. spierkracht, oog-handcoördinatie) alsook gedrevenheid en volharding spelen zowel voor de opleiding als voor het beroep een belangrijke rol. Tot slot beschik je best over goede sociale vaardigheden.
Structuur
- Bachelor
Het eerste bachelorjaar brengt de basiswetenschappen op universitair peil. Het betreft medische fysica, anorganische en bio-organische chemie. Wiskunde is geen afzonderlijk vak, maar is geïntegreerd in Medische fysica en Statistiek. Je leert de basis van de statistische verwerking van gegevens afkomstig uit het diergeneeskundig onderzoek en je krijgt een introductie rond informatie- en communicatietechnologie. In het eerste semester bestudeer je bovendien de verschillende rassen en komt ethologie en dierenethiek aan bod. Tijdens het hele jaar bestudeer je de evolutie, de diversiteit, de algemene lichaamsbouw en orgaanfuncties van de huisdieren. In het tweede semester kom je te weten uit welke cellen en weefsels een dier is opgebouwd. Ten slotte komen de economische aspecten van de veehouderij en de algemene principes van de veterinaire volksgezondheid aan bod.
In het tweede bachelorjaar zet je de studie van het gezonde dier verder. Je bestudeert de anatomie als rechtstreekse voorbereiding op de klinische vakken van de masterjaren. Je komt te weten hoe normale weefsels en organen functioneren en je krijgt een eerste aanzet wat hierbij kan fout lopen. Je verdiept je kennis over biochemische omzettingen in dierlijke organismen en daarnaast komt een tweede luik veterinaire volksgezondheid aan bod, nl. voedsel- en milieuchemie. Je verwerft inzicht in moleculaire en algemene genetica en in de bioveiligheid en huisvesting van dieren. Tot slot ontwikkel je je klinische en communicatieve vaardigheden.
Het derde bachelorjaar is hoofdzakelijk paraklinisch geïnspireerd. Je verwerft inzicht in heelkunde, de verschillende ziekteverwekkers, de dierenvoeding en het afweersysteem. Je bestudeert afwijkingen van de normale bouw en van de normale functie en ook de embryologische ontwikkeling bij diverse diersoorten. Basisinzichten in de farmacologie, een derde deel van de veterinaire volksgezondheid, een uitbreiding van je vaardigheden en een oriëntatiestage sluiten het derde jaar af.
- Master
In de eerste twee jaren van de master krijg je een grondige opleiding die het hele domein van de diergeneeskunde bestrijkt. Je bestudeert allerlei ziekten en afwijkingen. Daarnaast gaat er aandacht naar het dier als producent van voedingsmiddelen, de veterinaire wetgeving en deontologie.
Halfweg het tweede masterjaar moet je een eerste keuze maken tussen kleine huisdieren, nutsdieren of paard. In het derde jaar maak je een keuze tussen één van de vijf aangeboden afstudeerrichtingen. Afhankelijk van de afstudeerrichting spendeer je 17 weken (of meer) in de kliniek van de campus (combinatie van dag-, nacht- en weekenddienst) en/of loop je een afstudeerstage bij een praktijkdierenarts of leg je bedrijfsbezoeken af. De masterproeftaken worden over de 3 masterjaren gespreid. Je zal een aantal klinische casussen bespreken en een theoretisch en praktisch klinisch eindexamen afleggen binnen jouw vierde en laatste deel van je masterproef.
Een bachelordiploma geeft ook toegang tot andere dan de hier vermelde masters. Het overzicht vind je op het tabblad ‘Verder studeren’.
Arbeidsmarkt
De tijd dat er te veel dierenartsen waren, ligt al even achter ons. Tegenwoordig zijn er zowel in de praktijk, in de bedrijfswereld als bij onderzoeks- en overheidsinstellingen meer dan voldoende vacatures waardoor de werkloosheidsgraad bij afgestudeerde dierenartsen bijzonder laag is. Door de specifieke opbouw van de opleiding heeft iedere afgestudeerde dierenarts dezelfde uitgebreide basisopleiding achter de rug en tegelijk ook een ruimere theoretische en vooral praktische kennis over een bepaald gebied. Als afgestudeerde kan je daardoor alle kanten uit. De meeste dierenartsen komen in de praktijk terecht. Meestal gaat het om een groepspraktijk waarbij je samenwerkt met verschillende collega’s, vaak bijgestaan door dierenartsassistenten. Je werkt vaak als zelfstandige maar er zijn ook (meer en meer) dierenartsen die als loontrekkende werken. Permanente bijscholing is een must om bij te blijven met de snel evoluerende veterinaire praktijk.
Kwaliteitszorg
Mensen die durven denken over de uitdagingen van morgen, daar streven we naar. Daarom is het onderwijs aan onze universiteit stevig verankerd in zes grote onderwijsdoelstellingen: denk breed, blijf onderzoeken, steun talent, bouw mee, verleg grenzen en kies kwaliteit.
De UGent heeft continu aandacht voor kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur. Het UGent-kwaliteitszorgsysteem geeft voor elke opleiding informatie over de troeven van de opleiding, de sterke punten én de werkpunten.
Meer info:
Troeven
- Multiperspectivisme: ons opleidingsprogramma brengt verschillende praktijkgerichte en theoretische perspectieven samen. We leggen ook verbanden met aanverwante domeinen zoals geneeskunde, biologie, biomedische wetenschappen, veehouderij (zoötechnie), ethiek en dierenwelzijn, landbouwkunde.
- Talentontwikkeling: in eerste bachelor combineren we medische basiswetenschappen met een ruime aandacht voor specifiek diergeneeskundige aspecten. Op die manier bieden we studenten een solide basis voor de rest van de opleiding en voor het latere beroep van dierenarts. De diversificatie in afstudeerrichtingen biedt aan elke student de kans om het curriculum aan te passen in functie van de eigen interesses.
- De verankering van theorie en praktijk gebeurt bij uitstek in onze dierenkliniek. Onder de deskundige begeleiding van veterinaire specialisten worden onze studenten tijdens hun stages binnens- en buitenshuis gestimuleerd tot probleemoplossend en kritisch denken. Een eerste contact met de praktijk gebeurt via de afstudeerstage.
- Onderzoek: met diergeneeskunde kiezen studenten voor een opleiding met een sterke onderzoeksbasis. Onderwijs en onderzoek worden in het programma geïntegreerd door de docenten, telkens experten in het eigen onderzoeksdomein.
- Internationalisering: we vinden het belangrijk om onze studenten aan te zetten tot een internationale ervaring. Vanaf academiejaar 2017-2018 biedt ons programma de ruimte voor internationale mobiliteit. Dit kan via een kortdurende stage of een langere kliniekmodule in het buitenland (major kliniek internationaal).
Sterke punten
- Onze opleiding is een dynamische opleiding die rekening houdt met nieuwe ontwikkelingen in de samenleving. Dankzij onze nauwe contacten met het brede werkveld volgen we nieuwe tendensen op de voet en sturen we het programma bij waar nodig.
- Onze studenten beschouwen we hierbij als volwaardige partners. Onze studentenvertegenwoordigers leveren waardevolle bijdragen aan het dagdagelijks bestuur van onze opleiding. Daarom moedigen we onze studenten aan om gebruik te maken van hun recht op inspraak.
- Internationale erkenning: onze opleiding staat er in het buitenland om bekend dat zij goed opgeleide dierenartsen aflevert en onze kliniek is één van de grootste universitaire dierenziekenhuizen in Europa. De erkenning die onze opleiding krijgt van de European Association for Establishments of Veterinary Education (EAEVE) is hiervan een bewijs.
- Gemotiveerd lesgeversteam: de opleiding wordt gedragen door geëngageerde lesgevers uit verschillende disciplines. Onze lesgevers combineren hun onderzoeksexpertise met een passie voor onderwijs en een gedrevenheid om zich te blijven inzetten voor de kwaliteit van de lessen die ze geven.
- Studiebegeleiding: we hechten veel belang aan een goede communicatie met en ondersteuning van onze (toekomstige) studenten. Tijdens de studies kunnen studenten terecht bij de studietrajectbegeleider en bij de individuele docenten. Studenten met specifieke noden kunnen een beroep doen op extra begeleiding.
Werkpunten
- Evaluatie en feedback: we willen inzetten op meer competentiegericht onderwijs met de daarbij passende evaluaties en examens. Daarnaast willen we onze studenten nog beter informeren en hen aanmoedigen om meer gebruik te maken van vaste feedbackmomenten.
- Multiperspectivisme: in onze opleiding komen studenten in contact met verschillende perspectieven, die bijv. tot uiting komt in de wisselwerking tussen theorie en praktijk, of de mogelijkheid om keuzevakken te volgen aan andere faculteiten. De bestaande initiatieven staan op dit moment echter nog te veel op zichzelf. De opleiding wil daarom werk maken van een overkoepelend beleid dat deze initiatieven samenbrengt en versterkt.
- Onderzoekscompetenties: we willen meer inzetten op de ontwikkeling van onderzoeksvaardigheden doorheen het volledige studieprogramma en voor alle studenten. We willen dit bereiken via volgende actiepunten:
- een leerlijn onderzoeksvaardigheden die op een logische en stapsgewijze manier toewerkt naar de masterproef
- bepaalde competenties uit de afstudeerrichting onderzoek openstellen voor alle studenten
- een duidelijkere afbakening van de praktijk- en onderzoekscomponent in het vak “Masterproef I”
Deze opleiding is geaccrediteerd door de NVAO, de accreditatie werd verlengd onder het positief besluit instellingsreview in 2022. De kwaliteit van deze opleiding werd gevalideerd door een kwaliteitstoets in de vorm van een peerleerbezoek in 2016. Screening van de monitor door het Onderwijskwaliteitsbureau van de Universiteit Gent staat gepland in de periode 2021 – 2024.
Deze informatie werd laatst bijgewerkt op 01/02/2023.
Heb je vragen of suggesties over deze publieke info, neem dan contact op met de opleiding.