Bachelor of Science in de ingenieurswetenschappen: architectuur
Een architect bezit niet alleen technisch en ontwerpmatig talent maar heeft ook maatschappelijk-culturele en architectuur-wetenschappelijke aanleg. Architectuur is namelijk niet te scheiden van het leven en de maatschappij waarin ze voorkomt. Architectuur schept de omgeving, en brengt tegelijkertijd zichzelf tot stand binnen die omgeving.
Inhoud
De opleiding architectuur biedt in eerste instantie een goede initiatie en leerschool in de praktijk, de middelen en de voorstellingstechnieken van het architectonisch ontwerpen aangevuld met de basiskennis van het stedenbouwkundig ontwerpen. Je maakt vervolgens kennis met en krijgt inzicht in de constructieve en technische principes van het bouwen.
Je wordt ook bewust gemaakt van de betekenis en het maatschappelijk belang van architectuur en de stedenbouw gevoed door historische en architectuurtheoretische kennis en reflectie.
Je wordt getraind in het uitvoeren en presenteren van ontwerpgericht en van wetenschap pelijk onderzoek. En last but not least, je maakt kennis met de beroepspraktijk van de architect.
Het programma en de rijke leeromgeving van de opleiding bieden je de tijd, de middelen en de mogelijkheden om, naargelang de eigen mogelijkheden en interesses, te verdiepen of te bekwamen in één van de specifieke aspecten van het vakgebied.
Aandachtspunten
Om te kunnen inschrijven in de opleiding Bachelor in de ingenieurswetenschappen: architectuur moet je deelgenomen hebben aan een starttoets (verplichte ijkingstoets).
Voor wie
Als architect moet je over heel uiteenlopende kwaliteiten beschikken. Je hebt technisch en ontwerpmatig talent maar ook maatschappelijk-culturele en architectuur-wetenschappelijke aanleg.
Kiezen voor Architectuur betekent kiezen voor een brede intellectuele opleiding, met interesse voor de verschillende aspecten en vooral voor hun onderlinge verbanden.
Qua vooropleiding is een degelijke basisopleiding wiskunde in het secundair onderwijs bijzonder welkom. De cursussen in het eerste bachelorjaar sluiten aan bij een vooropleiding met zes uur wiskunde per week tijdens de laatste twee jaren van het secundair onderwijs. Ook voor fysica is voorkennis meegenomen, maar die is minder determinerend dan die van wiskunde.
Het artistieke deel van de opleiding vindt plaats in het ontwerpatelier. Grote interesse voor vormgeving, esthetiek en vooral de motivatie om te willen bijleren zijn voorwaarden voor succes. Het moet duidelijk zijn dat het ontwerp een fundamentele pijler is van de opleiding. Alleen goed zijn voor de exacte en architectuurwetenschappelijk vakken is onvoldoende. Een goede architect beschikt over een unieke combinatie van beide talenten.
Structuur
- Bachelor
De bachelor is gemeenschappelijk voor alle studenten. Ze is opgebouwd rond drie pijlers: architectuurontwerp, bouwtechnische vakken en basiswetenschappen, en architectuurwetenschappen. Je krijgt een goede initiatie in de praktijk van het architectonisch ontwerpen. Je maakt kennis met het ontwerpproces via specifieke ontwerpoefeningen. Via de ontwerpgerelateerde vakken zoals ontwerpleer, waarneming en beeldende media, digitale ontwerptechnieken leer je om in woord en beeld na te denken en te communiceren over je eigen werk en de juiste middelen en voorstellingstechnieken te kiezen. In de ingenieursvakken maak je kennis met de constructieve en technische principes van het bouwen. De wetenschappelijke vakken wiskunde en fysica zorgen hierbij voor de nodige onderbouw. Daarnaast besteden we ook ruim aandacht aan het maatschappelijk belang van architectuur en de stedenbouw.
- Master
In de masterjaren krijg je de kans om je eigen profiel te ontwikkelen. Elke student komt in aanraking met de brede waaier aan disciplines die deel uitmaken van het culturele, ruimtelijke en technische veld van de architectuur. Je wordt geconfronteerd met complexe maatschappelijke vraagstukken die je niet vanuit één discipline kan benaderen, maar waarbij het essentieel is verschillende perspectieven te beschouwen. Daarnaast kies je uit een aanbod aan ontwerpstudio’s die focussen op de stad, de architectuur, het interieur of bouwdetail. Deze studio’s worden gegeven door specialisten uit de Vlaamse architectuurscène, elk met hun unieke visie.
Hoorcolleges maken in de master steeds meer plaats voor seminaries die inzoomen op specifieke thema’s en problematieken. Binnen de keuzevakken nemen de bijzondere vraagstukken een groot aandeel in; je kan op deze manier participeren in het lopend onderzoek van lesgevers.
De masterproef biedt je de mogelijkheid om in nauw overleg met één van de lesgevers je interesse te verdiepen in een specifiek kennisdomein, van bouwfysica tot architectuurgeschiedenis, van verstedelijkingsprocessen tot architectuurontwerp.
De seminaries en de masterproef zijn bijzonder interactieve vormen van onderwijs. Ze zorgen voor een nauwe betrokkenheid tussen studenten, docenten en onderzoekers.
Je kan er ook voor opteren om na de bachelor of de master de Master in de ruimtelijke planning en stedenbouw te volgen. Deze master focust op de relatie tussen ruimte en samenleving en hoe daarop beleidsmatig in te grijpen.
Arbeidsmarkt
Afgestudeerden van de opleiding ingenieur-architect zijn actief in erg diverse domeinen. Na de stage starten sommigen een eigen architectuurpraktijk, al dan niet in groepsverband.
Andere afgestudeerden gaan aan de slag in overheidsdiensten waar ze mee de krijtlijnen van het bouwen en het plannen van de toekomst helpen uitzetten.
Anderen kiezen voor een rol als ingenieur stabiliteit of technische installaties, of gaan voor een loopbaan als projectmanager, energiedeskundige of veiligheidscoördinator. Maar de opleiding opent ook perspectieven voor wie zich in het beroepsleven wil toeleggen op geavanceerde visualisatietechnieken of dataverwerking die in bouw- en planningsprocessen aan de orde zijn.
In deze filmpjes laten we alumni zelf aan het woord.
Kwaliteitszorg
Mensen die durven denken over de uitdagingen van morgen, daar streven we naar. Daarom is het onderwijs aan onze universiteit stevig verankerd in zes grote onderwijsdoelstellingen: denk breed, blijf onderzoeken, steun talent, bouw mee, verleg grenzen en kies kwaliteit.
De UGent heeft continu aandacht voor kwaliteitszorg en kwaliteitscultuur. Het UGent-kwaliteitszorgsysteem geeft voor elke opleiding informatie over de troeven van de opleiding, de sterke punten én de werkpunten.
Meer info:
Troeven
- Brede visie op architectuur: Architectuur wordt in deze opleiding benaderd als een discipline die raakt aan verschillende facetten van de maatschappij en dus niet als de expertise van één bepaald beroepsprofiel. Studenten leren zich te positioneren als ontwerper met betrekking tot de verschillende kennisvelden (sociaal, historisch, technisch, artistiek) die het brede veld van de architectuur uitmaken. Het onderwijsprogramma is gebaseerd op deze globale visie van de architectuur en georganiseerd rond drie pijlers: het architectuurontwerpen, de bouwtechnische en basiswetenschappelijke vakken, en de architectuurwetenschappen. Tegelijk biedt het curriculum een open blik op de wereld, zowel door de inhoud van de lessen als door internationale mobiliteit te stimuleren (studiereizen, stage, Erasmusuitwisseling).
- Grote verscheidenheid aan lesvormen: De opleiding biedt verschillende lesvormen aan, van hoorcolleges en interactieve seminaries tot ontwerpstudio’s. De zogenaamde Bijzondere Vraagstukken (onderzoeksseminaries) en de Jokerweek (een projectweek waarin studenten over de jaren heen samenwerken aan één opdracht) zijn sleutelcomponenten in dit gevarieerde aanbod. In de verschillende lesvormen is personeel met zeer gevarieerde achtergrond en expertise actief: van professoren en onderzoekers tot architecten die dagelijks in het werkveld staan. Op regelmatige basis worden buitenlandse gastsprekers uitgenodigd.
- Eigen profiel: Het programma is coherent en gestructureerd opgebouwd. Toch krijgen de studenten binnen dit duidelijke programma een grote keuzevrijheid wat betreft een aantal keuzevakken, ontwerpstudio’s, seminaries en dergelijke meer. Zo kunnen de studenten zich verdiepen of bekwamen in bepaalde aspecten van het vakgebied en over de jaren heen een eigen profiel uitbouwen. Dit geldt voornamelijk in de masterjaren waar studenten voor een afstudeerrichting kiezen die focust op de schaal van het gebouw of van de stad, en waar ook heel wat tijd is uitgetrokken voor de masterproef. Via een Erasmussemester, waarbij –uiteraard binnen bepaalde regels- veel vrijheid wordt gegeven om een vakkenpakket samen te stellen, kunnen studenten aan gerenommeerde partnerinstellingen hun eigen traject bijkomend vormgeven.
- Betrokkenheid: Via de studentenorganisatie (De Loeiende Koe) en tal van studentenvertegenwoordigers zijn de studenten heel sterk betrokken bij de uitbouw van het onderwijsprogramma. Door lesvormen waar studenten één op één met begeleiders in gesprek gaan, wordt deze betrokkenheid verder bevorderd. Het voorzien van een ontmoetingsplek voor studenten, en de medewerking van staf aan de studentenpublicatie zorgt voor een continue, informele dialoog tussen de diverse jaren onderling en tussen studenten en staf. Inkomende Erasmusstudenten worden zo veel mogelijk opgenomen in de eigen studentenpopulatie door het stimuleren van gemengde teams voor groepswerk, interactieve lesvormen,…
- Brede kennisvormen en competenties: Onze studenten worden voortdurend aangezet tot kritische zelfreflectie en krijgen via de opleiding verschillende kennisvormen en competenties mee. Deze brengen hen in staat de dialoog op te stellen tussen de toenemend gespecialiseerde actoren in het ontwerp en de ontwikkeling van onze gebouwde omgeving. Een afgestudeerde van onze opleiding is een flexibel inzetbare master die beschikt over een basisvertrouwdheid met alle kenniscompetenties van het vakgebied en zich tegelijkertijd heeft gespecialiseerd in bepaalde onderdelen in functie van individuele interesses en sterktes.
Sterke punten
- Voorbereiding: Om goed voorbereid het eerste academiejaar in te zetten kunnen studenten deelnemen aan een aantal zomercursussen. Er is ook een ijkingstoets waarin studenten het gewenste niveau kunnen peilen. De info-dag vormt een belangrijk moment: door de presentatie van materiaal (maquettes, tekeningen, projectwerken, papers, etc.) krijgen toekomstige studenten een helder beeld van de opleiding. Ook de eindejaarstentoonstelling, die met de nieuwe studenten wordt bezocht, vormt een belangrijk moment van informatieoverdracht.
- Gemotiveerd en gevarieerd lesgeversteam: De opleiding wordt gedragen door geëngageerde lesgevers uit verschillende disciplines (ontwerp, theorie, geschiedenis, bouwfysica, bouwtechniek, draagsystemen, stadsontwerp, stedenbouw…) en met verschillende professionele achtergronden (professoren, onderzoekers, praktiserende architecten). Deze verscheidenheid aan professionele expertise draagt bij tot een uitstekende en toegepaste kennisoverdracht binnen de verschillende lesformats. Multiperspectivisme wordt op die manier ook geëxpliciteerd in het curriculum. Buitenlandse gastsprekers en –begeleiders, helpen verder om de blik op de wereld te verruimen.
- Streven naar coherentie binnen verscheidenheid in de gehele opleiding: De breedte van het curriculum maakt het noodzakelijk om specifieke instrumenten te ontwikkelen om de coherentie te bewaren. Recent maken de lesgevers in samenwerking met de Loeiende Koe jaarlijks een bachelorkrant. Hierin wordt een overzicht gegeven van alle ontwerpgerelateerde opdrachten tijdens de bachelorjaren. Deze krant laat toe te weten hoe het academiejaar georganiseerd zal zijn, maar ook welke klemtonen en werkmethodes er worden toegepast over de drie bachelorjaren heen. De studenten kunnen zo beter de eigen opdrachten plaatsen binnen een globale visie voor de bacheloropleiding en het verplicht lesgevers om na te denken over nuttige linken tussen de diverse opleidingsonderdelen. Met het opzet van de masterbeurs, waarin de bijzondere vraagstukken, ontwerpstudio’s en masterproeven worden toegelicht, wordt ook voor de masters dergelijk inzicht voorzien. Deze informatie laat hen toe om hun volledige mastertraject goed te plannen en te zoeken naar trajecten over twee jaar heen.
- Toetsing: De studenten worden op verschillende manieren getoetst, via in te dienen of te presenteren opdrachten, en via schriftelijke en mondelinge examens. Deze gevarieerde vormen laten toe verschillende competenties en vaardigheden te testen. Belangrijk daarbij is dat studenten vanaf 1ste Bachelor gevormd worden om zelfstandig keuzes te maken en deze keuzes te beargumenteren voor zowel staf als medestudenten. Studenten worden vanaf 2de Bachelor ook begeleid in het schrijven van papers, met aandacht voor zowel vorm als inhoud.
- Aanspreekbaarheid: Als opleiding zetten wij in op een onmiddellijk en intensief persoonlijk contact tussen onze docenten en studenten. Dit gebeurt enerzijds binnen de ontwerpateliers en andere opdrachtgerelateerde lessen waar studenten één op één met hun lesgevers en begeleiders in gesprek gaan. Ook in de meer theoretische lessen wordt ingezet op de aanspreekbaarheid van de docenten.
Werkpunten
- Integratie van kennisvormen en competenties: Hoewel er een duidelijke structuur in het programma aanwezig is, blijft de wisselwerking tussen de verschillende opleidingspijlers en de integratie van verschillende kennisvormen en competenties in de ontwerpstudio’s een voortdurend aandachtspunt binnen de opleiding. Met de verschillende betrokkenen trachten we in een open dialoog deze integratie te bevorderen.
- Werkdruk: De studenten geven terecht aan dat de werkdruk vaak heel hoog ligt. Door de combinatie van theoretische lessen en ontwerpgerelateerde opdrachten ligt de werkdruk zowel tijdens de lesweken als in de examenperiode hoog. De Bachelorkrant is één van de manieren om de werkdruk in kaart te brengen en zo nodig bij te sturen. Ook wordt regelmatig actief met de studenten overlegd om te zien waar en hoe de werkdruk aangepast kan worden.
- Integratie van duurzaamheidsvraagstukken: Duurzaamheid staat vandaag hoog op de agenda. In een multidisciplinaire opleiding die een breed beroepsveld beoogt, is het evident dat verschillende dimensies van de duurzaamheidsthematiek worden geïntegreerd. Vanaf het eerste jaar komen duurzaamheidsaspecten aan bod in de ontwerpateliers, de bouwtechnische en de architectuurwetenschappelijke vakken. De opleiding vindt het belangrijk dat studenten hierover kritisch kunnen reflecteren, en wil gaandeweg duurzaamheidsvraagstukken een nog meer prominente en zichtbare plaats geven in het curriculum.
Deze opleiding is geaccrediteerd door de NVAO, de accreditatie werd verlengd onder het positief besluit instellingsreview in 2022. De kwaliteit van deze opleiding werd gevalideerd door een kwaliteitstoets in de vorm van een screening door het Onderwijskwaliteitsbureau. Het borgingsbesluit vindt u hier.
Deze informatie werd laatst bijgewerkt op 14/02/2023.
Heb je vragen of suggesties over deze publieke info, neem dan contact op met de opleiding.