Master of Science in de handelswetenschappen (personeels- en organisatiemanagement)
De masteropleiding handelswetenschappen opent de deur naar een kaderfunctie in het bedrijfsleven, waarbij leiding geven belangrijk is. Je hebt de keuze uit vijf afstudeerrichtingen: fiscaliteit, finance en risicomanagement, management en informatica, personeels- en organisatiemanagement en commercieel beleid.
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
1
|
sem 2
|
nl
|
Sebastian Desmidt
|
6
|
|
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
1
|
sem 1
|
nl
|
Saskia Crucke
|
5
|
|
|
1
|
sem 1
|
en
|
Greet Van Hoye
|
3
|
|
|
1
|
sem 1
|
nl
|
Greet Van Hoye
|
3
|
|
|
1
|
sem 1
|
nl
|
Mieke Audenaert
|
5
|
|
|
1
|
sem 1
|
en
|
Gosia Kozusznik
|
4
|
|
|
1
|
sem 1
|
en
|
Stan De Spiegelaere
|
3
|
|
|
1
|
sem 1
|
nl
|
Koen Dewettinck
|
4
|
|
|
1
|
sem 2
|
nl
|
Frederik Gailly
|
12
|
|
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
1
|
jaar
|
nl,en
|
|
15
|
|
De student kan op uitwisseling in semester 1 of 2.
* semester 1 (uitwisseling van ten minste 27 studiepunten): de student neemt een studieperiode op in het buitenland ter vervanging van
de afstudeerrichtingsspecifieke vakken van het eerste semester; de vakken die worden opgenomen in het buitenland moeten
aansluiten bij de afstudeerrichting van de student
* semester 2 (uitwisseling van ten minste 18 studiepunten): de student neemt een studieperiode op in het buitenland ter vervanging van
het algemeen vak 'Strategisch management' en ter vervanging van het afstudeerrichtingsspecifiek stagevak in het tweede semester; de
vakken die worden opgenomen in het buitenland moeten voor een omvang van ten minste 6 studiepunten aansluiten bij de
afstudeerrichting van de student; gezien de student de masterproef opneemt als jaarvak (met een promotor aan UGent) zal de student deze ook moeten afwerken aan de UGent. (ook al is de student gedurende het tweede semester op uitwisseling.)
Cursus | Ref | MT1 | Semester | Taal | Lesgever | SP |
---|---|---|---|---|---|---|
|
|
sem 1
|
|
|
27
|
|
|
|
sem 2
|
|
|
18
|
|
- Strategisch inzicht hebben in de aansturing van een organisatie en zijn functionele domeinen.
- Inzicht hebben in interne en externe contextfactoren die het functionele specialisatiedomein beïnvloeden.
- Kunnen aanwenden van theorieën en modellen eigen aan het gekozen functionele specialisatiedomein om zo oplossingen voor domeinspecifieke problemen voor te stellen.
- Analyseren van complexe bedrijfskundige uitdagingen op basis van onderbouwde wetenschappelijke inzichten.
- Toepassen van methodologische technieken eigen aan het functionele specialisatiedomein.
- Optimaliseren van de relatie tussen het functionele specialisatiedomein en de andere bedrijfsfuncties.
- Inzicht hebben in de informatie- en databronnen eigen aan het functionele specialisatiedomein.
- Analyseren van wetenschappelijke bronnen voor bedrijfskundige oplossingen binnen het functionele specialisatiedomein.
- Beoordelen van de relevantie van een onderzoeksopzet binnen het functionele specialisatiedomein.
- Uitvoeren van een onderzoeksopzet binnen het functionele specialisatiedomein.
- Kritisch interpreteren van de resultaten van eigen en bestaand wetenschappelijk onderzoek.
- Onderzoeksresultaten vertalen in praktijkgerichte aanbevelingen.
- Presenteren van de resultaten van eigen en bestaand onderzoek (binnen het functionele specialisatiedomein).
- Kritisch reflecteren over het eigen handelen.
- Kritische leerhouding aannemen bij eigen leerproces.
- Kan de belangrijkste evoluties de belangrijkste evoluties in het gekozen functionele specialisatiedomein identificeren, situeren en toepassen.
- Omgaan met onzekerheid bij het identificeren van oplossingen voor bedrijfskundige problemen.
- Standpunten ten aanzien van bedrijfskundige uitdagingen wetenschappelijk en analytisch onderbouwen.
- Conflicterende perspectieven integreren bij de analyse van bedrijfskundige uitdagingen.
- Abstracte informatie (bv. organisatie- of onderzoekplannen) begrijpelijk maken voor mensen met een sterk uiteenlopende achtergrond.
- Op gestructureerde wijze doelgericht schriftelijk communiceren in een bedrijfskundige context.
- Constructief dialogeren over bedrijfskundige uitdagingen met gesprekspartners met diverse functionele achtergronden.
- Teamgericht samenwerken in een (internationale) organisatie.
- Opdrachten autonoom en projectmatig uitvoeren.
- Opdrachten autonoom en projectmatig opvolgen.
- Legt ondernemerszin en een proactieve houding aan de dag.
- Innovatieve en duurzame oplossingen voorstellen voor de analyse van bedrijfskundige vraagstukken.
- Duurzaam evalueren van antwoorden op bedrijfskundige uitdagingen.
- Over het vereiste aanpassingsniveau beschikken om adequaat te functioneren in een (internationale) complex en snel veranderende bedrijfskundige context.