Master of Science in het sociaal werk

De academische master Sociaal werk is gericht op het ontwikkelen van een kritisch-reflectieve houding en persoonlijke visie op deze actuele maatschappelijke vraagstukken. Doorheen de opleiding krijg je theoretische kaders en vaardigheden aangereikt om sociaal werkpraktijken, beleid en onderzoek beter te begrijpen en zelf mee vorm te geven.

Schrijf je in!

master-na-bacheloropleiding

1 jaar 60 studiepunten

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Nederlands

Brochure downloaden

contact

Over de opleiding

Programma

Informeer je

Vlot van start

Na je studies

Volledig programma

(versie 6 )

Lesrooster 1ste semester Lesrooster 2de semester Afdruk

1 Algemene opleidingsonderdelen 31

Cursus	MT1	Semester	Taal	Lesgever	SP
Sociale pedagogiek	1	sem 1	nl	Lieve Bradt	6

Actuele vraagstukken in het sociaal werk	1	sem 1	en	Laura Van Beveren	5

Sociaal-ruimtelijk sociaal werk	1	sem 1	nl	Griet Roets	5

Management van de social profit sector	1	sem 2	nl	Melissa Tuytens	5

Sociaal werk en sociaal beleid	1	sem 1	nl	Joris De Corte	6

Studie van sociaal-pedagogische en sociaal-werkliteratuur	1	sem 1	en	Rossella Marino	4

2 Keuzeopleidingsonderdelen 5

Op te nemen: 1 keuzemodule uit de onderstaande lijst. Na goedkeuring door de faculteit.

2.1 Keuzemodule 1: aangeboden lijst

Op te nemen: 5 studiepunten te selecteren uit de onderstaande lijst.

Cursus	Ref	MT1	Semester	Taal	Lesgever	SP
Cultuurstudies		1	sem 1	en	Kris Rutten	5

Migration and Society: an Interdisciplinary Introduction	UKV	1	sem 2	en	Robin Vandevoordt	5

Orthopedagogische diagnostiek, handelingsplanning en methoden		1	sem 1	nl	Sara Rowaert	5

2.2 Keuzemodule 2: vrije keuze

Op te nemen: minstens 5 studiepunten te selecteren uit de aan sociaal werk grenzende disciplines uit het aanbod van de Universiteit Gent of van een andere universiteit van de Vlaamse Gemeenschap. Na goedkeuring van de faculteit.

3 Masterproef 24

Cursus	Ref	MT1	Semester	Taal	Lesgever	SP
Masterproef		1	jaar	nl		24

Opleidingscompetenties

Competentiegebied 1: Competentie in één of meerdere wetenschappen

Concepten uit de theorievorming in het sociaal werk en de sociale pedagogiek in hun onderlinge samenhang duiden en er kritisch over reflecteren.
Geavanceerde kennis van het sociaal werk, de sociale pedagogiek en van sociaal-beleidstheorieën toepassen om complexe sociaal-werkpraktijken te analyseren.
Vanuit een inter- en transdisciplinair perspectief aanverwante (sub)disciplines kritisch en zelfstandig toepassen bij de analyse van probleemdefinities in het sociaal werk en de sociale pedagogiek.
Inzicht hebben in de geschiedenis en de eigen aard van het sociaal werk als wetenschap, als beroep en als praktijk, en dit historisch perspectief zelfstandig toepassen in actuele discussies over en de analyse van complexe sociale en pedagogische problemen.
Kritisch reflecteren over paradigma’s die aan de grondslag liggen van probleemdefinities in het sociaal werk en de sociale pedagogiek, de grenzen ervan aanduiden en die reflectie creatief benutten.

Competentiegebied 2: Wetenschappelijke competentie

Kritisch inzicht hebben in de internationale wetenschappelijke literatuur en in het internationaal onderzoek in het sociaal werk en de sociale pedagogiek, en deze inzichten op een originele manier gebruiken.
Hedendaagse probleemdefinities in het sociaal werk en de sociale pedagogiek en corresponderende ontwikkelingen in het sociaal werk kritisch analyseren en duiden vanuit verschillende theoretische referentiekaders, en deze vertalen naar een onderzoeksopzet.
Onderzoeksmodellen in het sociaal werk en de sociale pedagogiek kritisch selecteren, voor eigen gebruik aanpassen en nieuwe onderzoeksmodellen, methoden en technieken ontwikkelen.
Creativiteit en maatschappelijke verbeelding tonen om bepaalde verbanden en nieuwe gezichtspunten te ontdekken, en deze gezichtspunten inzetten voor nieuwe toepassingen.
De resultaten van eigen onderzoek of ontwerp genuanceerd interpreteren en correct weergeven in een wetenschappelijk correct rapport.
Met veranderingen in het onderzoeks- of ontwerpproces omgaan en het proces op basis daarvan bijsturen.
Een kritische, deontologische en ethische professionele houding hebben die getuigt van wetenschappelijke gerichtheid, integriteit en zelfstandigheid in zowel onderzoek als praktijken van het sociaal werk.

Competentiegebied 3: Intellectuele competentie

Zelfstandig en systematisch kritisch reflecteren over denken, leren, beslissen en handelen in het sociaal werk en de sociale pedagogiek die reflectie vertalen in adequate oplossingen.
Zelfstandig nieuwe en complexe probleemdefinities in het sociaal werk en de sociale pedagogiek kritisch analyseren.
Blijk geven van een actieve houding ten aanzien van permanente kennisontwikkeling, probleemoplossend handelen en levenslang leren, en getuigen van zelfstandigheid in het sturen van het eigen leerproces.
Een standpunt innemen ten aanzien van een complex sociaal en sociaal-pedagogisch probleem en standpunten kritisch naar waarde schatten.
Probleemdefinities in het sociaal werk en de sociale pedagogiek systematisch benaderen vanuit meerdere perspectieven (multiperspectivisme).

Competentiegebied 4: Competentie in samenwerken en communiceren

Schriftelijk communiceren over het vakgebied sociaal werk en sociale pedagogiek, over eigen onderzoek en over probleemoplossingen met vakgenoten, niet-vakgenoten en andere betrokken partijen.
Mondeling communiceren over het vakgebied sociaal werk en sociale pedagogiek, over eigen onderzoek en over probleemoplossingen met vakgenoten, niet-vakgenoten en andere betrokken partijen.
In team samenwerken in complexe multidisciplinaire (academische) contexten.

Competentiegebied 5: Maatschappelijke competentie

Het maatschappelijk debat openhouden en een onderbouwde analyse maken van de wijze waarop sociaal-werkpraktijken maatschappelijke veranderingen nastreven die bijdragen tot sociale rechtvaardigheid en een besef van menselijke waardigheid.
Maatschappelijke, historische, sociale, (inter)culturele, economische, politieke, globale en internationale aspecten integreren in wetenschappelijk werk en zo aantonen hoe actuele probleemdefinities in het sociaal werk en de sociale pedagogiek historisch en cultureel geconstrueerd zijn.
Ethische en normatieve aspecten integreren in het wetenschappelijk werk.
Een doordachte visie hebben op de relatie overheid-individu-sociaal werk en op de relatie publieke-private sfeer in lokale en globale contexten.
Duurzame ontwikkeling, cultuurgevoeligheid en respect voor diversiteit integreren in het wetenschappelijk werk.

Competentiegebied 6: Beroepsspecifieke competentie

In een verscheidenheid van multidisciplinaire gespecialiseerde beroepssituaties zelfstandig als sociaal werker functioneren.
De narratieven in het sociaal werk onderkennen, begrijpen en integreren.
Sociaal-werkpraktijken ontwikkelen, implementeren en evalueren met respect voor de leefwereld van de belanghebbenden.
Sociaal werk met de nodige creativiteit, humor en empathie bekijken.